Akkerbouw in beweging
Landbouw in letterlijke betekenis opgevat, is het
bebouwen van het land. Bouwen is een andere
naam voor ploegen, maar het betekent ook het
winnen van de vruchten. Van Dale zegt dat hooi
winnen 'bouwen' genoemd mag worden. Het is
dan ook terecht dat onder landbouw in de mo
derne betekenis een scala van activiteiten wordt
verstaan. Akkerbouw zowel als veeteelt of tuin
bouw. En de Minister van Landbouw is meer
dan een Minister voor de akkerteelt.
Spilfunctie
Kwaliteit
De akkerbouw is nog altijd een belangrijk agrarische
activiteit in Nederland. Bij de meitelling 1987 werd
778 900 ha akkerland geteld. Wanneer we de mais-
teelt die veelal op veebedrijven plaatsvindt erbij tellen
komen we op circa 1 miljoen ha ofwel een derde van
de Nederlandse cultuurgrond. En door de beperkin
gen in de veehouderij is dit areaal met de dag groei
end.
De wereldwijde overproduktie in de landbouw treft
ook de Europese akkerbouw. Tijdens de Top-Confe-
rentie van Europese regeringsleiders op 24 februari jl.
in Brussel is besloten de hoeveelheid graan waarvoor
een zekere prijsgarantie geldt te beperken tot 160
miljoen ton graan.
Wanneer de produktie daarboven komt treedt een au
tomatisme in werking dat via het betalen van mede
verantwoordelijkheidsheffingen tot forse prijsverlagin
gen leidt. Naar verwachting zullen die in de komende
2 jaar kunnen oplopen tot 14 a 15%. In verband met
de prijsverlagingen in de afgelopen 5 jaar brengt dit in
de sector nogal wat beroering teweeg.
Granen hebben een spilfunctie in het bouwplan, dat is
het meerjarig schema van vruchtopvolging (suikerbie
ten vervolgens granen, aardappelen enz.). Er zijn in
Ir. J. H. Egberink
Europa gebieden waar meer dan 70% van het bouw
plan uit granen bestaat. In Nederland is dit over het
algemeen minder dan 1/3, met uitzondering van be
paalde streken in Noord-Nederland, waar een aan
deel van meer dan 50% voorkomt.
De druk op de graanprijzen vanuit de Europese Ge
meenschap heeft gevolgen voor andere akkerbouw-
produkten. Met name ook die waarmee Nederland
een sterke positie heeft opgebouwd zoals de produk
tie en afzet van aardappelen. Om daartegen opge
wassen te zijn heeft de Hoofdafdeling Akkerbouw van
het Landbouwschap een Akkerbouwactieplan ontwik
keld. Daarin staat aangegeven hoe de Nederlandse
akkerbouw op de nieuwe situatie dient te reageren.
De centrale boodschap is dat nog meer nadruk op de
kwaliteit van de produktie, de afzet, verwerking en
vermarkting zal moeten worden gelegd.
Daarvoor wordt aanvullend op de activiteiten van het
bedrijfsleven een stimulerend beleid van de overheid
gevraagd. Het gaat om concrete zaken zoals meer op
kwaliteitgerichte uitbetalingsschema's voor uien, aan
passingen in de structuur en werkingen van de afzet
organisaties in o.a. de aardappel- en uiensector om
beter op de eisen van het grootwinkelbedrijf in te kun
nen spelen, en verbetering van de bewaarcapaciteit
op akkerbouwbedrijven.
De overheid en de politiek hebben in beginsel positief
gereageerd op dit plan. Het komt nu aan op uitwer
king. Binnen het Ontwikkelings- en Saneringsfonds
voor de landbouw komen rentesubsidies beschikbaar
voor de bedrijfsontwikkeling in de akkerbouw. De ont
wikkeling van de bedrijven zal dan gericht moeten
worden op meer kwaliteitsproduktie en vermindering
van de milieubelasting. Wat dat laatste betreft krijgt
de akkerbouw steeds meer te maken met beperkin
gen bij de toegestane gewasbeschermingsmiddelen.
Andere beschermingsmethoden zijn vaak duurder,
zoals het loof van aardappelen afbranden of mecha
nisch afklappen in plaats van doodspuiten. Daarom
ook die rentesubsidies voor investeringen in kwaliteit.
Zeker nu de WIR niet meer geldt, zullen goede ont
wikkelingen in de landbouw op andere wijzen toch
een steuntje in de rug moeten krijgen.
Voor projecten om de produktie en afzet van nieuwe
teelten op gang te brengen is een beperkte hoeveel
heid innovatiegeld beschikbaar. Hoewel de omvang
van deze overheidssteun nog niet tegemoet komt aan
de verlangens uit de sector, spreekt daaruit een zeke
re bereidwilligheid om deze bij te staan. Dat geeft in
ieder geval moed.
In de jaren '60 en '70 zijn van overheidswege met na
me de veehouderij en de tuinbouw in kassen gestimu-