De vraag naar verzorgende diensten zal de komende jaren toenemen. Vervolg van pagina 19 miljard per jaar, 47% van de toege voegde waarde van het totale bedrijfs leven. Ten opzichte van 1982 is de toe gevoegde waarde van de dienstensec tor met bijna 15% toegenomen. Vooral de zee- en luchtvaart 21%) en de overige transport- en communicatiebe drijven 19%) hebben hun toegevoeg de waarde sterk zien stijgen. Tot 1976 is het aantal ondernemingen in de dienstensector in vrijwel alle dien stencategorieën gedaald. Na die perio de is het aantal bedrijven geleidelijk (met een gemiddelde groei van zo'n 2% per jaar) toegenomen. Op 1 januari 1987 telde de dienstverleningssector ruim 386 000 ondernemingen. Daarvan hadden 340 000 ondernemingen (88%) minder dan 5 werknemers. We spreken dus over een omvangrijke, kleinschali ge sector. Het produceren van diensten is een ar beidsintensieve aangelegenheid. In vergelijking tot bijvoorbeeld de industrie zijn er vele handen nodig om de dienst te vervaardigen en aan de man te bren gen. Een toenemend deel van de be roepsbevolking vindt werk in de dien stensector. Uitgedrukt in arbeidsjaren bedraagt het totale arbeidsvolume in de dienstverlening (exclusief de bouw) 3,1 miljoen, ofwel 2/3 deel van het geza menlijke arbeidsvolume in ons land (4,7 miljoen). In 1975 bedroeg het dienst verleningsaandeel in de werkgelegen heid 60%, zodat van een behoorlijke groei sprake is geweest. Deze groei heeft vooral bij de commerciële dienst verleners plaatsgevonden 25% in de periode 1975-1986). Gerekend in werk nemers is het aandeel van de dienst verlening wat groter. Verhoudingsge wijs telt de dienstensector veel deeltijd banen. In 1985 was het aandeel van deeltijdbanen in het totale bedrijfsleven 24%, belangrijk minder dan de 31% in de dienstverlening. Het verbaast dan ook niet dat de dienstverleningsbran che juist voor vrouwen uit werkgelegen- heidsoogpunt een belangrijke sector is. In de dienstverlening wordt 43% van de banen door vrouwen vervuld, tegen over 34% in het totale bedrijfsleven. De belangrijkste oorzaak van de toene mende betekenis van de dienstensec tor voor de werkgelegenheid is de ach terblijvende arbeidsproduktiviteitsont- wikkeling, in combinatie met de produk- tiestijging sinds de jaren zeventig. Dat arbeidsintensieve karakter is een van de algemene kenmerken van de dien stensector. Daardoor hebben technolo gische ontwikkelingen weinig invloed op de arbeidsproduktiviteit. Een tweede oorzaak van de werkgelegenheidsgroei is het verzelfstandigingsproces van een aantal diensten. Bij uitbesteding wordt de werkgelegenheid bij de dienstensec tor geteld, waar voorheen de werkgele genheid tot een andere (hoofd-)activi- teit behoorde. In zekere zin wordt de groei van de werkgelegenheid in de dienstensector dus geflatteerd. De achterblijvende arbeidsproduktivi- teitsontwikkeling in de dienstensector heeft behalve een positieve (werkgele genheid) ook een negatieve kant. De dienst wordt er duurder door. Sector 1Landbouw 2. Industrie 3. Bouw *4. Handel *5. Transport/communicatie *6. Zakelijke diensten *7. Verzorgende diensten *8. Gezondheidszorg Totaal bedrijfsleven dienstverlening Bron: CPB/WRR De prijs van diensten In ons land is de industrie 'wage-lea- der'. De loonsverhoging zoals die in de industrie wordt vastgesteld, wordt door andere bedrijfstakken overgenomen. In de industrie wordt de loonstijging gro tendeels gecompenseerd door een ar- beidproduktiviteitstoename mede als gevolg van de technologische ontwik kelingen. In de dienstensector is dat veel minder het geval. Als gevolg daar van stijgt de prijs van de dienstverle ning. In de periode 1983-1987 bedroeg de gemiddelde jaarlijkse afzetprijsmutatie - 0,5%, vooral onder invloed van de dalende energieprijzen. De sterkste stij- 1963-73 1973-'83 1986-'95 8,5 6 6 7 3,5 4,5 3 0,5 1,5 4 2,5 3 4,5 2,5 4.5 4 3 2,5 0 1 1 0 0 0 5,5 2 3 Tabel 1. Arbeidsproduktiviteitsstijging 1963-1995 (in procenten per jaar)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 26