Middelen Betaalrekeningen/zakelijke middelen Dienstverlening KERNGEGEVENS 1) (Bedragen in miljoenen guldens) 1987 1986 Balanstotaal 145 535 139 689 Reserves2) 8 383 7 723 Kredietverlening private sector 99 081 93 469 Toevertrouwde middelen 108 152 103 353 Baten Interest 3 763 3 630 Provisie 635 586 Andere baten 130 154 4 528 4 370 Lasten Salarissen, pensioen- en sociale lasten 1 997 1 988 Andere lasten 781 750 Afschrijving vaste activa 263 242 3 041 2 980 Bruto resultaat 1 487 1 390 Toevoeging voorziening algemene bedrijfsrisico's 477 477 Belastingen 316 226 Belang van derden 2 2 Netto resultaat 692 685 Aantallen 1987 1986 Aangesloten banken 922 930 Leden (x 1 000) 805 820 Vestigingen - kantoren 2 293 2 345 - zittingen 1 071 1 114 Personeelsleden 32 646 31 967 Spaarrekeningen (x 1 000) 8 745 9 020 Betaalrekeningen (x 1 000) 3 670 3 550 Rekeningen-courant (x 1 000) 500 500 Leningen (x 1 000) 1 135 1 070 Door definitiewijzigingen wijkt een aantal opgenomen bedragen af van de in de vorige jaarverslagen vermelde gegevens. 2) Na winstbestemming. bedrijven en goederenstromen. Onze kantoren in het buitenland hebben on danks de sterke internationale concur rentie een belangrijke groei in de kre dietverlening kunnen bereiken. De aanwas van de aan onze organisa tie toevertrouwde middelen was in 1987 aanzienlijk lager dan verwacht. Deze teleurstellende gang van zaken moet geheel worden toegeschreven aan de ontwikkeling van de spaarmiddelen. De korte middelen zetten hun gestage stij ging voort. Op de professionele mark ten opgenomen middelen toonden een belangrijke groei. Uiteindelijk groeide het totaal van de toevertrouwde en opgenomen middelen met 4,6 (5,3)% tot f 108,2 (103,4) mil jard. Spaarmiddelen De toeneming van de spaarmiddelen was in het verslagjaar minder dan half zo groot als in 1986 en kwam uit op f 1 323 (2 997) miljoen. Zij bleef daar mee belangrijk onder het bedrag van de rentebijschrijving. Herhaaldelijk is door onze organisatie gewezen op de structureel ongunstige ontwikkeling van de markt voor bankbe- sparingen, met name door de invloed van de fiscale regelgeving op het spaargedrag van het publiek. Hoofdlijn van ons betoog was en is dat bij het aanbieden van gelijksoortige produkten op dezelfde markten door uiteenlopen de financiële instellingen (banken en in stitutionele beleggers) de concurrentie voorwaarden voor hen gelijk dienen te zijn. De medio 1987 bekend gemaakte ver ruiming van de rentevrijstelling voor de inkomstenbelasting zou tot op zekere hoogte positief moeten kunnen uitwer ken op de bankbesparingen. De tegelij kertijd aangekondigde plicht voor de banken om gegevens aan de fiscus te verstrekken over door cliënten ontvan gen rente, domineerde echter het beeld. Als gevolg daarvan kwam een omvangrijke afvloeiing van particuliere middelen op gang. De aangegeven ont wikkelingen hebben ook voor onze or ganisatie een flinke aderlating bete kend, ondanks het feit dat ons aandeel in de spaarmarkt stabiel bleef. De groei van de saldi op betaalrekenin gen bevond zich opnieuw op een hoog niveau. De stijging beliep f 583 (748) miljoen, waarmee ultimo 1987 een stand van f 8,4 (7,8) miljard werd be reikt. Bij de middelen van zakelijke herkomst, deposito's en tegoeden in rekening courant, was de groei slechts weinig minder dan in de recente voorafgaande jaren. De aanwas van middelen met een zakelijke oorsprong was dan ook wederom zeer aanzienlijk. Opgenomen middelen Bij de aangegeven ontwikkeling van de toevertrouwde middelen en gezien de inspanningsverplichting in het kader van de informele kredietbeheersing moesten in zeer aanzienlijke mate mid delen worden opgenomen op de pro fessionele markten. Aan pandbrieven - in het verslagjaar van een triple-A ra ting voorzien door vooraanstaande in stituten - werd voor een bedrag van f941 (645) miljoen geplaatst. Het uit staande bedrag nam daardoor toe tot f 3,6 (3,3) miljard. Op de openbare ka pitaalmarkt werd met succes een drietal obligatieleningen uitgegeven. Hiermee was in totaal f 750 miljoen gemoeid. Voorts werden twee euroguldennotes- leningen tot een totaalbedrag van f 300 miljoen en een lening in Australische dollars (Aus.$ 50 miljoen) geëmitteerd. Het beroep van onze organisatie op de onderhandse kapitaalmarkt steeg fors. Effecten Niettegenstaande de beurscrisis in ok tober werden bij ons effectenbedrijf in

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 19