Gang van zaken
Rabobankorganisatie
in 1987
Het jaar 1987 werd voor de Rabobankorganisatie gekenmerkt door een
voortgaande sterke groei van de kredietverlening. De totale uitstaande
kredietverlening aan de private sector nam met 6 (8)% toe tot
f99,1 miljard. De toename van de spaarmiddelen bleef aanzienlijk achter
bij de verwachtingen.
De baten groeiden met bijna 4%, fractioneel meer dan in 1986, terwijl de
groei van de lasten met 2% duidelijk achter bleef bij die van vorig jaar
(6%). Hierdoor kon de bruto winst na enige jaren van daling weer toe
nemen en wel met 7 (-2)% tot f 1 487 miljoen. Na een gelijkblijvende VAR-
dotatie en fors (40%) hogere belastingen resteerde een netto winst die
met 1% toenam tot f692 miljoen. Het geconsolideerde balanstotaal kwam
ruim 4% hoger uit op f 145,5 (139,7) miljard.
Balansontwikkeling en
resultaat
Uitzettingen
Agrarische sector
Veehouderij
De gegevens dragen nog een voorlopig
karakter.
De cijfers van de lokale Rabobanken
zijn geconsolideerd met die van Rabo
bank Nederland en haar meerderheids
deelnemingen en de Rabohypotheek-
bankNV.
Tussen haakjes staan de vergelijkbare
cijfers over 1986.
Het geconsolideerde balanstotaal van
de Rabobankorganisatie steeg met 4,2
(6,0)% tot f 145,5 (139,7) miljard. Bij
beoordeling van de groei van de be
drijfsomvang dient rekening te worden
gehouden met de inmiddels tot staan
gekomen inflatie en met de forse waar
dedaling van de Amerikaanse dollar.
Ondanks deze dollarkoersontwikkeling
leverden de buitenlandse kantoren op
nieuw een positieve bijdrage aan de
balansgroei. In 1986 viel het groeiper
centage hoger uit doordat toen voor het
eerst de gegevens van de Nederlandse
Scheepshypotheekbank bij de consoli
datie werden betrokken.
De Rabobankorganisatie slaagde erin
haar totale baten met 3,6 (3,4)% te ver
hogen tot f 4 528 (4 370) miljoen.
Ook het afgelopen jaar stond de rente
marge onder druk. Door de gereali
seerde volume-uitbreiding kon de ren
tewinst desondanks met bijna 4% toe
nemen tot f 3 763 (3 630) miljoen. De
provisie-inkomsten bevonden zich met
f 635 (586) miljoen aanzienlijk boven
het niveau van 1986, hetgeen kan wor
den toegeschreven aan een verder ge
stegen activiteitenniveau op alle be
langrijke terreinen. De andere baten
werden beïnvloed door de beursval in
het najaar en kwamen uit op f130
(154) miljoen.
De totale kosten beliepen f 3 041
(2 980) miljoen. De stijging bleef der
halve beperkt tot 2,0 (6,2)%. De lagere
personeelsgroei en een betere kosten
beheersing, waaronder een gewijzigde
berekeningswijze van de pensioenpre
mie, speelden hierbij een rol.
Als gevolg van de verbeterde baten-
lastenverhouding kon de bruto winst
met 7,0 (- 2,2)% toenemen tot f 1 487
(1 390) miljoen. De toevoeging aan de
voorziening algemene bedrijfsrisico's
was met f 477 miljoen gelijk aan de do
tatie in 1986. Omdat de verlaging van
de vermogensaftrek nu volledig door
werkte, steeg de fiscale druk fors tot
f 316 (226) miljoen. Desondanks ver
toonde de netto winst een lichte verbe
tering tot f 692 (685) miljoen.
Samenvattend kan worden geconclu
deerd dat de groei van de kredietverle
ning zich in 1987 op een relatief hoog
niveau is blijven bewegen. Bij de kre
dietverlening aan de agrarische sector
was sprake van een zich ten minste
stabiliserend hoog marktaandeel, terwijl
onze positie als financier van het mid
den- en kleinbedrijf verder is versterkt.
Bij de verstrekking van woninghypothe
ken bleken we ondanks scherpe con
currentie ons marktaandeel te kunnen
handhaven. Kortom: onze primaire
doelstelling als kredietcoöperatie -
voorzien in de financieringsbehoefte j
van onze leden en daarnaast in die van
onze cliënten - is opnieuw in alleszins
aanvaardbare mate verwezenlijkt. Dit
geldt extra als rekening wordt gehou
den met de moeilijke externe en niet-
beïnvloedbare marktomstandigheden
bij de (lange) middelenwerving. De toe
neming van het activiteitenniveau van
onze coöperatieve bankorganisatie
stemt tot voldoening.
Ook in 1987 hadden onze leden en
cliënten een sterke financieringsbe
hoefte. De kredietvraag van het mid
den- en kleinbedrijf en van particulieren
groeide sterker dan van agrarische on
dernemingen. Tevens verschoof de be
langstelling van kortere naar langere
looptijden en van variabel- naar vast-
rentende vormen.
Voor het derde achtereenvolgende jaar
nam het totaalbedrag van de verstrekte
nieuwe leningen toe. De nieuw ver
strekte leningen beliepen f 21,1 (19,1)
miljard, ofwel 10 (24)% meer dan in
1986. Aan aflossingen werd f 16,4
(14,5) miljard ontvangen.
De totale uitstaande kredietverlening
aan de private sector nam met 6,0
(7,7)% toe tot f 99,1 (93,5) miljard. Van
het totale bestand stond 26,3 (27,2)%
uit bij agrarische bedrijven, 33,9
(33,8)% bij handel, industrie en dienst
verlening en 39,8 (39,0)% bij particulie
ren.
Door de agrarische sector werd in 1987
een bedrag van f 4 995 (5 777) miljoen
aan nieuwe leningen opgenomen. Hoe
wel dit een belangrijke afneming ten
opzichte van 1986 betekende, was het
verstrekkingenniveau ten opzichte van
de jaren voordien toch hoog te noe
men. Ook de aflossingen bewogen zich
op een hoog peil, dat zelfs boven het
forse niveau van 1986 uitsteeg. De uit
staande leningen aan de agrarische
sector overschreden ultimo 1987 de in
1986 bereikte stand per saldo met 3
(6)%.
De melkveehouderij moest de produktie
verder beperken. Door de ruime handel