Internationale hulpmotor maakt
toeren
Daarbij is uitgangspunt, dat iedere indi
viduele relatie van de bank een bij zijn
of haar situatie passende oplossing
mag verwachten. Maatwerk dus! Een
sectorale noodregeling acht de Rabo
bank niet passend en niet mogelijk. De
individuele oplossingen kunnen onder
meer inhouden, dat uitstel dan wel vrij
stelling van aflossingsverplichtingen
wordt verleend. Daarnaast zal in be
paalde gevallen een extra financiering
dan wel een herfinanciering tot de mo
gelijkheden kunnen behoren. Hierbij
staat centraal, dat deze mogelijkheden
slechts van toepassing kunnen zijn
voor die bedrijven, waarvan het ver
trouwen bestaat dat er voldoende per
spectief is om de verplichtingen in de
toekomst te kunnen opbrengen. Eerder
getoonde technische resultaten, res
pectievelijk gebleken vakmanschap en
ondernemerschap zijn belangrijke crite
ria om dit perspectief te beoordelen.
Echter als het vertrouwen in een betere
toekomst niet gerechtvaardigd is, dan
zal de Rabobank er niet aan kunnen
ontkomen om de boer te adviseren met
zijn bedrijf te gaan stoppen. Indien dit
niet tijdig onder ogen wordt gezien
loopt men het grote risico, dat niet
alleen de emotionele, maar vooral ook
de financiële schade voor de boer
alleen maar groter wordt. Ook in die
emotioneel moeilijke situatie, zal de
Rabobank zich maximaal inzetten om
de boer bij de afwikkeling van zijn fi
nanciële verplichtingen met raad en
daad bij te staan. Uit de reacties van
de standsorganisaties hebben wij mo
gen opmaken dat men waardering en
begrip heeft voor de wijze waarop wij
ons in de actuele situatie als coöpe
ratieve bank manifesteren. Hoewel on
derhevig aan veranderingen en ac
centverschuivingen zullen standsor
ganisaties en coöperaties zich ook in
de toekomst met elkaar verbonden
weten, omdat beide voor dezelfde on
dernemers 'in touw zijn'.
Met een groter wordende regelmaat
verschijnen er berichten in de pers over
de internationale activiteiten van de
Rabobank. De uitgifte van guldens-
notes, van medium term notes, een
Euro-commercial paper programma,
Vervolg Wob op pagina 6
Aan persoonlijk contact met onze leden en cliënten hebben we in onze coöpe
ratieve bankorganisatie vanaf de oprichting veel waarde gehecht. Onze decentrale
structuur met zelfstandige lokale banken leent zich daar van oudsher ook uitste
kend voor. In de jaren zestig maakte het vestigingennet van onze aangesloten
banken een explosieve groei door, met name toen overheid en bedrijfsleven
overgingen tot girale uitbetaling van de lonen en salarissen. Het aantal kantoren
en zittingen werd sterk uitgebreid. Alle bankzaken werden verricht in persoonlijke
contacten tussen bankmedewerkers en cliënten. De cliënten maakten steeds
intensiever van de bankdiensten gebruik, met als gevolg dat het aantal medewer
kers voortdurend bleef groeien. De kosten van de dienstverlening, met name in de
particuliere sector, zijn hierdoor zeer hoog opgelopen, terwijl wij als kredietcoöpe
ratie tegenover onze leden de plicht hebben onze kosten zo laag mogelijk te
houden.
Technologische ontwikkelingen openen de laatste tijd mogelijkheden om ook voor
bankcliënten vormen van zelfbediening in te voeren. Hierdoor kunnen de kosten
van de aanbieding van bankdiensten (distributie) worden verlaagd, terwijl tevens
vaak sprake is van een betere dienstverlening (bijvoorbeeld de mogelijkheid om
via de geldautomaat dag en nacht geld op te nemen). Wij zullen zoveel mogelijk in
moeten spelen op nieuwe distributiemethoden, ten einde concurrerend te kunnen
blijven zowel op het gebied van service als van tarieven. Dat betekent, dat de rou
tinehandelingen in de cliëntenbediening steeds meer zonder tussenkomst van
bankmedewerkers zullen gaan plaatsvinden. Het plaatsen van geldautomaten bij
onze banken is in volle gang en zal in hoog tempo worden voortgezet. De op
ruime schaal te verstrekken passen met magneetstrip en persoonlijk identifica
tienummer (PIN-code), kunnen veelal niet alleen bij de eigen bank. maar ook bij
geldautomaten van de meeste andere banken worden gebruikt. Deze dienstver
lening zal de komende jaren worden uitgebreid tot de geldautomaten in tal van
Europese landen. Het installeren van betaalautomaten - te zamen met andere
banken - zal na verloop van tijd ook op grote schaal gaan plaatsvinden.
Verder zal aan onze bedrijfsrelaties spoedig de mogelijkheid worden geboden om
via hun computer rechtstreeks zaken met de bank af te wikkelen. Zodra de parti-
culierenmarkt ook rijp is voor homebanking, zullen we er alert op inspelen.
De hiervoor genoemde ontwikkelingen hebben natuurlijk gevolgen voor ons ves
tigingennel. Daar de routinehandelingen geleidelijk zullen verdwijnen, ontstaat er
meer ruimte voor advisering. Daardoor worden de taken van de medewerkers in
teressanter maar stellen zij ook meer eisen aan kennis en vakbekwaamheid. Op
leiding, zowel van het management alsook van de betrokken medewerker zelf,
verdient daarbij veel aandacht. Het bestaansrecht van een kantoor of zitting zal
meer dan in het verleden worden bepaald door de bijdrage aan de rentabiliteit van
de bank.
Is de geschetste ontwikkeling niet strijdig met het belang, dat wij hechten aan per
soonlijke contacten met onze leden en cliënten? Integendeel! Onze banken blijven
met één of meer kantoren fysiek aanwezig in hun eigen werkgebied. Voor per
soonlijke advisering blijven wij dus op korte afstand beschikbaar.
En zijn er ook werkgelegenheidsconsequenties? Die zullen er zeker wel zijn, maar
ik verwacht niet, dat die van ingrijpende aard zullen zijn. De overschakeling naar
nieuwe distributiemethoden is een geleidelijk proces, dat verspreid over vele jaren
zal plaatsvinden. Voorzover er werkgelegenheid mee gemoeid is, zullen door na
tuurlijk verloop passende oplossingen binnen bereik liggen. Ons bankbedrijf zal al
tijd zeer arbeidsintensief blijven. Bovendien zullen als gevolg van uitbreiding van
het produktenpakket en de advisering ook nieuwe arbeidsplaatsen ontstaan. De
belangen van onze medewerkers verdienen daarbij steeds onze zorgvuldige aan
dacht.
De distributie van onze bankdiensten zal in de komende voorjaarskringvergaderin
gen aan de orde komen. In gezamenlijk overleg zullen we dan de grote lijnen pro
beren vast te stellen, waarlangs de ontwikkelingen zich zouden dienen te
voltrekken. Hierdoor zullen de plaatselijke besturen en directies uitgangspunten
en richtlijnen ter beschikking krijgen, op basis waarvan het lokale beleid kan wor
den geformuleerd. Ik verwacht zeker weer een levendige en vruchtbare discussie.
Van den Broek