at ons bezighoudt...
b,
Coöperatief overleg met
noordelijke standsorganisaties
Mensenwerk
Er is de Rabobankorganisatie erg veel
gelegen aan het hooghouden van haar
goede naam en faam. Gelukkig blijkt uit
regelmatige onderzoekingen dat de
Rabobanken wat de kwaliteit van hun
financiële dienstverlening betreft hoog
staan aangeschreven bij hun leden,
cliënten en bij het grote publiek in het
algemeen. Gezien de enorme inspan
ningen op dit terrein die alle betrokke
nen bij onze organisatie zich getroos
ten, vormen dergelijke uitkomsten met
recht een hart onder riem. Overigens
niet een wetenschap waarmee we te
vreden achterover leunend de dag van
morgen kunnen afwachten. 'Goede re
putatie komt te voet en vliedt te paard'.
Het is een zaak om elke dag zeer alert
aan te werken.
Daarbij zitten we met ons bankbedrijf
meer dan ooit in een glazen huis. De fi
nanciële autoriteiten slaan het bank
wezen nauwlettend gade, voor mensen
met klachten zijn er procedures ge
schapen en beroepsinstanties inge
steld, vertegenwoordigende organisa
ties staan op de bres voor de massa
'consumenten' van bankdiensten en,
niet in de laatste plaats, houdt de (fi
nanciële) pers een vaak zeer kritisch
oog in het zeil.
De Rabobankorganisatie onderkent het
grote nut van deze belangstelling, van
dit meekijken over haar schouder. Als
bankorganisatie die door haar coöpe
ratieve structuur vanouds midden in de
samenleving staat - die daarom ook
doordrongen is van haar maatschap
pelijke verantwoordelijkheid - heeft zij
zich altijd laten inspireren door wat zij
voor die samenleving kan, wil en moet
betekenen. Een grondhouding die haar
neerslag vindt in de structuur en cul
tuur, het denken en doen binnen onze
organisatie.
In onze beginselen en beleidsplannen
vinden we die grondhouding nauw om
schreven terug in de vorm van stan
daarden waaraan we onszelf toetsen
en willen laten toetsen. Standaarden
als kwalitatief hoogstaande dienstver
lening, een redelijke prijsstelling, dicht
bij de mensen, zonder aanziens des
persoons en tot en met betrouwbaar.
Samen vormen zij de spiegel die we
onszelf telkens weer voorhouden en
waarbij we ons afvragen: doen we het
goed? Dat geldt evenzeer indien die
spiegel ons door anderen wordt voor
gehouden. Mr. J. R. Haverkamp, onze
scheidende hoofdredacteur, staat op
zijn eigen wijze in zijn laatste 'Zandlo
per' langer en indringender stil bij deze
wisselwerking.
Elke Rabobank acht zich aan de begin
selen van de organisatie gebonden en
laat zich daarop aanspreken. Het mag
niet vergeten worden dat de gedrukte
letters van bijvoorbeeld beleidsplannen
in zekere zin een abstractie vormen,
maar we mogen stellen dat iedere
Rabobank de erin vervatte beginselen
en richtlijnen in haar bancaire praktijk
tracht uit te dragen en te verwezen
lijken. Zo ver en zo goed als dat in haar
vermogen ligt. Want bankieren - en
dan met name ons coöperatief ban
kieren - was, is en blijft mensenwerk.
Daarmee wil gezegd zijn dat onder in
vloed van menselijke interpretaties en
menselijk handelen er omstandigheden
kunnen zijn of ontstaan, die voor de
realisatie van onze 'intentioneel' goede
voornemens een belemmering kunnen
vormen. We kunnen er gelukkig direct
op laten volgen dat het hier gaat om
zeer bijzonder schaarse gevallen. De
norm zal op zo'n moment of in een
bepaald geval niet (helemaal) gehaald
kunnen worden. En als we ons dat al
niet bewust zijn, mogen we erop ge
wezen worden, moeten we erop ge
wezen geworden.
Het gaat echter niet aan de uitzonderin
gen als regel te presenteren of ze in
een onterechte zin te projecteren op de
Rabobankorganisatie of op het bank
wezen in algemene zin. Als Rabobank
organisatie hebben we meer dan vol
doende gronden om een onderscheid
te hanteren tussen het doen van af
breuk aan oprechte intenties en op
bouwende kritiek die ons mensenwerk
kan helpen vervolmaken.
De belangen van de Nederlandse boer
en tuinder worden zowel door standsor
ganisaties als door coöperaties behar
tigd. Van oudsher is er een duidelijke
scheiding in taken en verantwoordelijk
heden tussen deze boereninstellingen.
Standsorganisaties behartigen vooral
de sociale en politieke belangen van de
agrarische bedrijven, terwijl coöperaties
de economische en zakelijke 'kastanjes
uit het vuur' halen.
Bekend is, dat de landbouw in Europa
steeds indringender geconfronteerd
wordt met een marktgeoriënteerde eco
nomie. De markt en concurrentiever
houdingen worden steeds bepalender
voor de toekomst van het boerenbedrijf.
Deze ontwikkeling heeft ook gevolgen
voor de positie en het functioneren van
coöperaties en standsorganisaties. In
open concurrentieverhoudingen neemt
in elk geval de betekenis van het goed
functioneren van coöperaties sterk toe.
Werd het inkomen van de boer vroeger
voor een belangrijk deel door de (Brus
selse) resultaten van de politieke belan
genbehartiging bepaald, in de toekomst
zullen de resultaten van de economi
sche belangenbehartiging een steeds
grotere invloed gaan krijgen.
Intussen werpen de structurele veran
deringen op de landbouwmarkten hun
schaduwen al vooruit. In ons land zijn
het momenteel vooral de akkerbouwers
die de gevolgen hiervan in hun in
komen reeds duidelijk merken. Tegen
deze achtergrond heeft een Rabo-
bankdelegatie onlangs de actuele situ
atie in het noorden van ons land be
sproken met vertegenwoordigers van
de Drentse en Groningse standsorga
nisaties. In dat gesprek werd nog eens
vastgesteld dat ook de akkerbouw in
derdaad meer en meer met 'de tucht
van de markt' rekening moet houden.
Het afgelopen jaar ging die ontwikke
ling echter gepaard met bijzonder on
gunstige weersomstandigheden. Daar
door is er bij een groeiend aantal bedrij
ven sprake van liquiditeitstekorten. Dit
aantal zal naar verwachting de ko
mende maanden verder oplopen omdat
akkerbouwers in het voorjaar nu een
maal altijd meer (moeten) uitgeven dan
(kunnen) ontvangen.
De gezamenlijke standsorganisaties en
de Rabobank adviseren hun leden om
zich bij opkomende liquiditeitsproble
men zo snel mogelijk tot de eigen bank
te wenden. Hoe eerder men deze pro
blemen onderkent, hoe groter de kans,
dat tijdig de juiste maatregelen kunnen
worden genomen.
Van onze kant is in dit gesprek nog
eens benadrukt dat wij ons ook in tijden
van tegenspoed maximaal zullen in
zetten om de belangen van onze indi
viduele leden op een passende wijze te
dienen.