29 toekomst moeten hebben van paradepaardjes: pro- 1 oogstjaar alle aandacht weer gericht zijn. talen op bedrijfsniveau. Maar de conclusie van het dukties die hoogwaardig vakmanschap vragen en die LEI dat het gemiddelde inkomen van boeren en tuin- I de vraag naar kwaliteitsprodukten bedienen, ders in 1987 ongeveer gelijk is gebleven in vergelij king met 1986, zegt niet veel over de individuele In de melkveehouderij hebben de forse prijsdalingen inkomens. Er zijn sectoren die het goed doen, zoals j van veevoer, kunstmest en energie er mede voor de tuinbouw. Maar zelfs binnen die sector zijn er grote I gezorgd dat de inkomens op peil bleven. Evenals in 1 verschillen. Er zijn bijvoorbeeld goede bedrijfsinkom- de glastuinbouw (gasprijs) zijn ook in de veehouderij sten in de appelteelt ondanks de lagere produktie, internationale ontwikkelingen belangrijke factoren j maar er zijn lagere prijzen en lagere opbrengsten bij voor de kosten: dollar en olieprijzen en in de vee- de perenteelt. Ook bij de bollenteelt gaf 1987 geen re- houderij de internationale prijzen voor veevoer den tot juichen. In de glastuinbouw wordt het goede grondstoffen. De quotumregeling voor melk heeft bedrijfsresultaat voor een belangrijk deel veroorzaakt geleid tot inkrimping van de veestapel, waardoor de door de gedaalde gasprijzen (34% daling). De groen- j vaste kosten per bedrijf steeds meer op een kleiner I teprijzen staken gunstig af bij de bloemenprijzen. Bij wordende produktiecapaciteit drukken, deze laatste speelt de dollar een grotere rol. Dit kan voor de toekomst een minder aangename fac- Paradepaardjes tor worden. Zeker wanneer de internationale ont- De akkerbouw en de varkenshouderij wijken het wikkeling weer eens vertaald wordt in een hogere dol- meest af van de gemiddelde cijfers. De akkerbouw op lar of energieprijs, leidt ook dit tot hogere kosten, kleigronden wordt voor het vijfde jaar, sinds het Daar staat dan tegenover dat de agrarische export seizoen 1983/1984. met onvoldoende uitkomsten sectoren dan weer meer kansen krijgen. Gelukkig zijn geconfronteerd. Opmerkelijk is ook dat een parade- er nog vele van die exportsectoren in de land- en tuin- paardje van de akkerbouw, de pootaardappelteelt, I bouw. sterk onder druk staat. Iets dergelijks zien we in de varkenshouderij, waar dat deel van de sector dat het Filosoferen over bedrijfsuitkomsten van één jaar blijft meeste vakmanschap vraagt, de zeugen- en biggen- overigens hachelijk. Zeker voor individuele bedrijven, houderij, het zwaarst wordt getroffen door prijsdalin- 1 Voor hen blijven de fysieke opbrengsten, de kwaliteit gen. van de produkten en de kosten het meest te beïnvloe- Toch zal de Nederlandse land- en tuinbouw het in de den. En daarop zal ongetwijfeld ook in het nieuwe

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 29