In 1988 komen er nieuwe mestvoorschriften bij. Uit gereden mest dient in 1988, althans voor bouwland, ondergewerkt te worden. In het najaar van 1988 gaan regels gelden die het uitrijden verbieden in bepaalde perioden van het jaar. Dan zal er ook voldoende op slagcapaciteit moeten zijn op de melkvee-, varkens- en pluimveehouderijbedrijven met eigen grond. Er wordt volop gebouwd. De afschaffing van de WIR-mi- lieutoeslag betekent voor veel bedrijven een tegenslag. De overheid (Landbouw en Milieuhygiëne) stelt ongeveer f 90 min. subsidie beschikbaar. Dat tegenover een geschatte totaalinvestering in opslag van ongeveer 1 miljard gulden. Het overgrote deel van de milieu-investeringen komt uit de sector zelf, dat wil zeggen uit de inkomens van vele duizenden gezinnen in de veehouderij. Het beginsel 'de vervuiler betaalt' is in de landbouw volop praktijk. Die inspan ning mag best weieens vermeld worden, wanneer vermesting en verzuring aan de orde zijn. Trouwens ook bij de mestverwerking worden inspan ningen geleverd. In Helmond wordt de proeffabriek Promest gebouwd; voor Oost-Nederland liggen de tekeningen klaar voor een mestfabriek nabij Deven ter. Landbouworganisties en coöperaties zijn daarbij de initiatiefnemers. Verzuringsfonds De verzuring komt overigens steeds meer in beeld als het om de mestproblemen gaat. De huidige mestwet geving richt zich op de uitspoeling van mestbestand- delen naar de bodem en het grondwater. Bij verzuring gaat het vooral om de verspreiding via de lucht van verzurende stoffen, die dan op andere plaatsen neer slaan en daar voor problemen zorgen. Daarvoor zijn grote investeringen nodig. In de experimenteerfase kunnen die niet alleen door de betrokkenen worden opgebracht. Het vormen van fondsen waarbij over heid en bedrijfsleven ieder een bijdrage leveren, zou een goede aanpak kunnen zijn. Wat dit betreft is het door premier Lubbers gelanceerde idee van een soort verzuringsfonds niet bij voorbaat te veroordelen. Van uit industriële kringen is er echter nogal negatief op gereageerd. Het verhoogt de lasten voor het bedrijfs leven. Maar het kan ook stimulerend werken om sneller tot milieuverbeteringen te komen. De land bouw, die voor grote milieu-investeringen staat, kan bovendien best een extra financiële ruggesteun ge bruiken. De heffingen die aan de mestoverschotbe- drijven worden opgelegd, zouden als eerste bijdrage vanuit de landbouw aan zo'n verzuringsfonds kunnen gelden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 37