Agrometer Publieke acceptatie, morele en religieuze overwegingen Vervolg van pagina 29 De moderne biotechnologie roept in de publieke opinie vragen op, zoals: Wie geeft ons het recht in handen om met genen te manipuleren? Er zijn toch al zoveel landbouwover schotten; waarom moeten we nog meer produceren door biotechnologie? Wat is de groeiende invloed van multi nationale ondernemingen in de zaai zaad- en pootgoedsector op de be staande belangen van de land- en tuin bouw? Door de ontwikkeling van de biotech nologie (vervangende produktie) bero ven we de ontwikkelingslanden van hun export. Worden in de derde wereld door deze ontwikkeling niet miljoenen arbeidsplaatsen bedreigd? Zijn eenmaal geïntroduceerde ont wikkelingen met gemanipuleerde orga nismen terug te draaien? Over het algemeen moet deze publieke discussie nog worden gevoerd. Met name zal er vanuit de overheid en het bedrijfsleven gerichte voorlichting moe ten komen om de angst bij het publiek tot evenwichtige proporties te brengen. Alvorens biotechnologische innovaties gecommercialiseerd kunnen worden, dienen er hindernissen van velerlei aard genomen te worden. Deze nieuwe golf van technologische vernieuwingen is evenals de micro- elektronica een universeel verschijnsel; ze kan niet stopgezet worden, noch kan men zijn grenzen ervoor sluiten. Vroeg of laat zal men er toch mee te maken krijgen. Overheid, bedrijfsleven en belangrijke maatschappelijke groeperingen dienen zich hierop voor te bereiden en in samenspraak hierop in te spelen. Er staan namelijk nationale belangen op het spel en er zal onder meer gewerkt moeten worden aan praktische wetten en het opzetten van proeffaciliteiten waar het biotechnologisch onderzoek onder beheersbare omstandigheden kan plaatsvinden. Men moet ernaar streven deze tech niek te leren begrijpen en te beheersen en het dienstbaar te maken aan de mens onder zekere maatschappelijke voorwaarden. Ook voor biotechnologie geldt, dat men ze zowel ten goede als ten kwade kan aanwenden, tot schade 35 of tot heil van de mensheid. De brutoverstrekkingen aan de agrarische sector daalden in 1987 met 12% ten opzichte van 1986 tot 4,8 miljard gulden. In vergelijking met de verstrekkingen aan het begin van de jaren tachtig blijven deze echter op een hoog niveau. Akkerbouw In de akkerbouw daalden de brutoverstrekkingen met 23% ten opzichte van het absolute topjaar 1986. De prognoses voor de bedrijfsuitkomsten in de akkerbouw over het boekjaar 1987/88 zijn zeer slecht. Deze slechte bedrijfsuitkomsten zijn enerzijds het gevolg van tegenvallende oog sten en anderzijds het gevolg van lagere opbrengstprijzen. Dit laatste is de oorzaak van de daling van de investeringen en dus van de kredietverstrekking aan de akkerbouw. De kre dietverstrekking aan de akkerbouw in 1987 werd voor een groot gedeelte gebruikt om bedrijfsovername/uitbreidingen te financieren. Bruto verstrekte financieringen Indexcijfers (1977 100) 300 280 260 -j 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 -[1b 1-ti- -- rtr-- - 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 jaren Akkerbouw Intensieve veehouderij Totaal agrarische sector Veehouderij Glastuinbouw 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 jaren Melkveehouderij In de melkveehouderij daalden de brutoverstrekkingen met 17% ten opzichte van 1986. De melkveehouderij bleef met circa f 1,5 miljard de grootste afnemer van nieuwe kredieten in de agrarische sector. Deze daling van de kredietverstrekking in 1987 vindt z'n oorzaak in het feit dat de quotumhandel in 1987 op een lager niveau lag dan in 1986. De relatief gunstige bedrijfsresultaten van de afgelopen jaren hebben er bovendien wellicht toe bijgedragen dat nieuwe investeringen voor een groot gedeelte uit eigen middelen zijn gefinancierd. Intensieve veehouderij De brutoverstrekkingen aan de intensieve veehouderij daalden met 12% ten opzichte van 1986. Schattingen van de nettoverstrekkingen laten zelfs een daling zien van ruim 40%. Veel boeren hebben relatief kleine investeringen verricht. Dit vindt zijn oorzaak in het feit dat de uitbreiding in deze sector aan banden is gelegd. De indruk bestaat dat de investeringen in 1987 zijn aangewend om aan de verplichtingen inzake de meststoffenwet te voldoen. Glastuinbouw In de glastuinbouw lagen de kredietverstrekkingen in 1987 op een dieptepunt. Begin jaren tachtig werd in deze sector veel geïnvesteerd in energiebesparende middelen. Nu is dat aanzienlijk lager omdat de meeste bedrijven reeds ruim geïnvesteerd hebben in deze midde len en omdat de gasprijs aanzienlijk gedaald is. De investeringen in de glastuinbouw werden in 1987 voornameljk aangewend voor bedrijfsmodernisering en lagen in 1987 niet lager dan in het voorgaande jaar. De goede bedrijfsresultaten van de afgelopen jaren hebben er voor j zorg gedragen dat deze investeringen voor een gedeelte uit eigen middelen gefinancierd kon den worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 35