Bedrijfsaanpassing lagere prijzen leidt. Het laat zich aan zien dat - behoudens problemen in het buitenland door extreme weersomstan digheden - van de prijsontwikkeling de komende jaren niet teveel mag worden verwacht. Alleen goede kwaliteitsaard appelen waarvoor opslagmogelijkhe den aanwezig zijn, te zamen met gespreide verkoop, eventueel via con tracten, kunnen een prijs opleveren die boven het gemiddelde bij directe leve ring uitkomt. Ook de aardappelentermijnmarkt kan positieve effecten sorteren. Zo lag in 1986 de gemiddelde prijs voor Bintjes tussen de 15 en 30 cent per kg terwijl in juli/augustus 1986 bij levering april 1987 een prijs van 50 tot 80 cent ge maakt kon worden. Ook voor de oogst van 1987 was het gunstig om vroeg - en wel voor augustus - te verkopen. Door op de aardappeltermijnmarkt te Een hedge kan in dit geval uitge voerd worden door het verkopen van aardappelen voor levering op een toekomstig tijdstip, met de bedoeling die aardappelen op dat overeen gekomen tijdstip niet te leveren, maar tot afwikkeling van het contract te komen, door verrekening van het prijs verschil tussen de oorspronkelijke en een nieuwe prijs, welke gerealiseerd wordt door een tegengestelde koop- 24 transactie. hedgen* kan het prijsrisico beperkt wor den of juist van een gunstige prijs ontwikkeling geprofiteerd worden. Door vooraf een verkoopstrategie te bepalen en omdat de aardappelen ook werkelijk op het bedrijf aanwezig zijn. verschillen de risico's niet wezenlijk met die van verkoop op contract. Indien er gespe culeerd wordt - doordat er geen aard appelen aanwezig zijn - worden de risi co's veel groter. Gelet op de combinatie van klimaat, bo dem, vakmanschap en goede bewaar- voorzieningen heeft Nederland een gunstige uitgangspositie voor de con sumptie-aardappelteelt. Zowel bij verse consumptie als bij industriële verwer king zal nog meer op de kwaliteit gelet moeten worden als wapen in de con currentie met het buitenland. Wat de overige gewassen betreft, moet met de gewassen waarvoor een markt ordening geldt (erwten, veldbonen, lupine, koolzaad, vlas, graszaden) van wege de EG-budgetten en het gewen ste marktgerichte beleid, met geleidelijk dalende prijzen rekening gehouden worden. De vrije gewassen, zoals kool zaad, witlof en uien geven grote schommelingen te zien. Dit resulteert in wisselende opbrengsten van de area len van deze gewassen. Op korte termijn - tot 1990 - is niet te verwachten dat het areaal van deze vrije gewassen sterk zal gaan toene men, hoewel dit uit het oogpunt van bouwplanverruiming wenselijk zou zijn. Was het een paar jaar geleden nog mo gelijk om met een traditioneel bouw plan, waarin overwegend graan, aard appelen en bieten voorkwamen, op een bedrijf van 20-30 ha een inkomen te halen, thans verschuift dit naar 40-50 ha. Deze schaalvergroting is terug te vin den in de landbouwtellingen van het CBS. Het aantal bedrijven met meer dan 30 ha akkerbouwgewassen is in 1987 met bijna 10% toegenomen, van 6 703 in 1985 tot 7 344 in 1987. De gemiddelde oppervlakte van de bedrijven met meer dan 10 ha akker bouwgewassen nam toe van 30 ha tot 34 ha. In de komende jaren zal een verdere schaalvergroting nodig zijn om een op timale arbeidsbenutting en mechani- satiegraad te bereiken, bij een 'tradi tioneel' bouwplan. Bij een intensiever bouwplan c.q. teeltplan kan het opti mum overigens ook bij een kleinere op pervlakte worden bereikt. Opvallend is dat schaalvergroting de afgelopen twee jaren kon plaatsvinden ondanks de matige resultaten en de - in verhouding tot de bedrijfseconomi sche waarde - hoge grondprijzen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 24