Schaalvergroting,
vakbekwaamheid en
ondernemerschap bepalen
perspectief akkerbouwbedrijf
23
De akkerbouw zit al jaren in een
moeilijk parketwaarin zowel ups
als downs voorkomen. De pers
pectieven voor de drie grote akker
bouwgewassen lijken tot begin
jaren '90 zorgelijk te blijven wat
zowel de prijs als de bodemvrucht
baarheid betreft.
De noodzakelijke schaalvergroting
lijkt de laatste jaren in een
stroomversnelling te komen.
Belemmeringen vormen de hui
dige rentabiliteit, de perspectieven
en de in verhouding hoge grond
prijzen.
ns land kent een viertal spe
cifieke akkerbouwgebieden,
nl.:
het noordelijk kleigebied
in Groningen en Friesland
(85 000 ha);
het centrale kleigebied, in
Flevoland en de verspreid
liggende polders in Noord- en Zuid Hol
land (110 000 ha);
het zuidwestelijk kleigebied in Zee
land, de Zuidhollandse eilanden en
het noordwesten van Noord-Brabant
(170 000 ha);
de veenkoloniën en de zandge
bieden in Groningen en Drente en het
zand- en veengebied in noordoost
Overijssel (135 000 ha).
De grondsoort, het klimaat en de tradi
tie bepalen in hoofdzaak de verschillen
Ing. B. J. Verstegen
Marketing Bedrijven
in bouwplan en de daaruit voort
vloeiende verschillen in inkomensont
wikkeling. Grafiek 1 geeft daarvan een
beeld.
Grafiek 1
Ontwikkelingen van het ondernemers
inkomen in de akkerbouw
180
160
140
120
100
Bron: LEI
Grotere
bedrijven
Kleinere
bedrijven
Noordelijk kleigebied
(gem. opp. 59 ha)
Centraal kleigebied
(gem. opp. 45 ha)
Zuidwestelijk kleigebied
(gem. opp. 51 ha)
Veenkoloniën
(gem. opp. 54 ha)
(gem. opp. 25 ha)
Per gebied zijn er grote verschillen te
constateren. Daarbij speelt vooral een
rol in welke mate in het bouwplan ge
wassen voorkomen, waarvoor een
marktordening van toepassing is. Het
vrij gelijkmatige inkomensverloop in de
veenkoloniën heeft als oorzaak, dat
daar nagenoeg uitsluitend marktorde
ningsgewassen worden geteeld.
Het prijsverloop voor deze produkten is
minder aan marktschommelingen on
derhevig; het zijn voornamelijk de kg-
opbrengsten die voor de variatie in het
jaarinkomen zorgen. Voor de veen
koloniën zien we een tegengesteld in
komensverloop in vergelijking met de
andere gebieden. Een droge zomer
heeft in de andere akkerbouwgebieden
een positief effect terwijl dit voor de
veenkoloniën juist problemen geeft.
In het zuidwestelijk en centraal kleige
bied worden relatief meer 'vrije' produk
ten (zoals consumptie-aardappelen,
uien en handelsgewassen) geteeld,
waardoor daar het inkomensverloop
grilliger is, alhoewel het gemiddelde op
een beter niveau ligt dan in de overige
gebieden.
Ontwikkelingen
belangrijkste gewassen
De graanprijs is de afgelopen twee jaar
inmiddels met een kleine 20% verlaagd
en ook bij suikerbieten zal volgens
'Brussel' bezuinigd moeten worden.
De markt voor pootaardappelen - een
van de 'vrije' produkten - stagneerde
de afgelopen 2 a 3 jaar. Dit moet ener
zijds worden toegeschreven aan
areaaluitbreiding en een verhoging van
de kg-opbrengsten en anderzijds aan
toenemende concurrentie uit het
buitenland, met name Schotland, Cana
da en Frankrijk.
De EG-markt voor consumptie-aardap
pelen is de laatste tijd in mineur wat tot