Buitenlandbedrijf van onze banken creëert behoefte en ruimte ons buitenlandse vestigingennet verder uit te bouwen. Hoofdlijn te pakken en expertise te vergroten. De kapitaal markt is voor ons een noodzakelijke fundingbron geworden. We hopen er met zo laag mogelijke kosten uit te kun nen putten. Maar men realisere zich wel, dat de professionele markt altijd duurder is dan de particuliere markt. Als de ont wikkeling van ons spaargeld laag blijft, heeft dat gevolgen voor ons vestigin- gennet. De rentabiliteit daarvan komt dan onder druk. In dat geval staan we voor tamelijk ingrijpende consequen ties.' Landbouw: nieuwe koers uitzetten Van huis uit en als topman van de voor naamste financier van het agrarisch bedrijfsleven, kent Wijffels de proble men van de landbouw als weinig an deren. Zo'n interview laat geen ruimte voor een breed uitmeten van die pro blematiek of voor het aandragen van oplossingen. Wel laat Wijffels ons blij ken in welke richting hij denkt als het er om gaat methodisch de agrarische toe komst te belichten. 'In algemene zin gaat het onze Neder landse land- en tuinbouw momenteel niet slecht. Er zijn natuurlijk ook proble men, vooral als je denkt aan de akker bouw en de mest. Maar ondanks dat houdt de landbouw als geheel zich goed overeind. Toch is er alle aanleiding om ons goed te bezinnen op de ontwikkelingen, die zich thans in de landbouw bezig zijn te voltrekken. De juiste koers naar de toekomst moet worden uitgezet. En daarop moet m.i. nu een echt geza menlijke bezinning gericht worden. Daarover is in de afgelopen tijd zowel publiekelijk als in meer interne land- bouwkring gediscussieerd. Er zijn thans twee studie-initiatieven, een van het Landbouwschap en een van het Ministerie, dat zich beraadt via ambtelijke inspanningen. Ik vraag me af of het wel zo gelukkig is, dat er twee van die studielijnen naast elkaar zijn. Anderzijds: nadenken door twee 'com missies' is altijd beter dan niets doen. Ik zie met belangstelling uit naar de vruchten van zulk denkwerk. Langs die weg moet je een kader aangeven, dat voldoende houvast voor de toekomst biedt. Het ligt niet op onze weg om in zo'n studie een leidende rol te spelen. Wel zien ook wij de onzekerheden van deze tijd en ook wij voelen er behoefte aan dat deze in kaart worden gebracht. Om vermenging van belangen te voorko men, moeten wij niet aan de studie zelf deelnemen. Ik zou zelf ook geen zitting in zo'n commissie nemen. Wel is denk baar dat we een bijdrage aan zo'n studie geven via de Nationale Coöpera tieve Raad. Ik heb ook vandaag vertrouwen in de toekomst van onze landbouw, maar het staat eveneens vast dat we in woeliger vaarwater terecht komen. Een nieuwe ronde van saneringen zal ook in sociaal opzicht problemen geven. Het huidige beleidsinstrumentarium is daar niet he lemaal op ingesteld. Moeten we bijvoor beeld geen regeling krijgen voor in komensondersteunende maatregelen, die de noodzakelijke herstructurering begeleiden? Het wordt niet gemakkelijk, maar toch, echt donker kijk ik niet tegen onze agrarische toekomst aan.' Rabo in buitenland: groeiende behoefte Wijffels plaatst ook ons groeiende buitenlandse bedrijf nog even in de aandacht. 'De essentie vind je in drie woorden: Buitenland dient Binnenland. Dat is de slagzin van ons buitenlandbedrijf. In de afgelopen periode hebben we een ba sisstramien opgebouwd, waardoor we aanwezig zijn in de belangrijke mark ten, waar onze leden en cliënten ope reren. We zijn al enkele jaren bezig die vestigingen tot volle wasdom te doen komen, met name ook door het ont wikkelen van het dienstverlenend beta lingsverkeer. Het volume daarvan neemt de laatste jaren met dubbele cij fers toe (in procenten gerekend)! Ook het buitenlandbedrijf van onze lokale banken wordt ontwikkeld. Moet ook, want vanuit die banken worden vestigingen en relaties van onze cliën ten bediend. Een en ander creëert nu behoefte en ruimte om - zo gauw mo gelijk - ons buitenlandse vestigingen- net verder uit te bouwen. Onze eerstvolgende stap zal overigens waarschijnlijk een dubbele betekenis hebben: als instrument voor de bedie ning van onze leden en cliënten en bovendien als instrument om onze be hoefte aan funding (middelen) te dekken. Daarom wordt een vestiging in Zwitserland overwogen. En wat moet er tegen de achtergrond van een vrije EG gebeuren t.a.v. Zuideuropese landen? Zijn de belangen van onze leden en cliënten zodanig, dat een stap in die richting gerechtvaardigd is? Af te we gen is ook of je die zelf doet of in samenwerking met anderen. Onze relatie met China, de Agricultural Bank of China, beschouwen we als een lange-termijnzaak. Je moet vele jaren contacten hebben, voordat je daar echt zaken doet. Van het openen van eigen kantoren in China is geen sprake. Wel kunnen we op kortere termijn betrokken worden in enigerlei vorm van zakelijke samenwerking.' Tot laatste gespreksonderwerp hebben we bewaard het zo opmerkelijk gron dige beraad, dat in 1987 gehouden is met zeker een paar duizend Rabo-be- stuurders en -functionarissen. Wijffels heeft dat in ons decembernummer al een hartverwarmende ervaring ge noemd. Wij vragen hem wat er nu moet gebeuren. 'Wat ik in de kolom van december schreef, meende ik helemaal! Ik krijg er een warm gevoel van, als ik die be trokkenheid in die Beheerders- en Man- agementsconferenties ervaar. Voor mij de beste dagen van het jaar! De hoofdlijnen hebben we nu goed te pakken. Daar hebben we zeer intensief over gesproken. Nu komt het aan op de uitwerking en de uitvoering. Zo'n over- legprogramma als van 1987 kun je niet elk jaar op je agenda hebben. Het komende jaar zal in het teken staan van de voortgang op de weg die we zijn ingeslagen en van het bewaken van de uitvoering van genomen of nog te ne men besluiten. Als een rode lijn daar door heen zie ik het systematisch en consequent streven naar kwaliteit. Wer ken aan de vaardigheden en kundighe den van jezelf en die van mede-Rabo- werkers. Verbeteren van de kwaliteit van onze geautomatiseerde systemen en hulpmiddelen. Er is nog een hele weg te gaan. De hoofdlijnen liggen thans voor ons in de beleidsplannen. Dat zijn onze opdrach ten. Ze vragen in 1988 onze voortdu rende aandacht en we moeten er met zijn allen dag in dag uit aan werken.' JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1988 | | pagina 11