van de spaarrente hebben wij ook in
1987 met klem het pleit gevoerd en wij
hebben ons zeer duchtig gemengd in
de discussie over het Voorontwerp
Brede Herwaardering waarin de fiscaal
begunstigde oudedagvoorziening door
Financiën opnieuw bekeken werd. Het
resultaat van een en ander roept bij
ons tot nu toe zacht gezegd gemengde
gevoelens op. Ja, we zijn blij met de in
het vooruitzicht gestelde verruiming
van de spaarrente-aftrek. Maar waar
om geldt die pas over 1988 en niet
reeds dit jaar? Waarom die rente-
renseignering? Onbegrijpelijk, dat 'Fi
nanciën' het psychologische effect van
alleen al de aankondiging van deze fis
cale maatregel niet heeft ingecalcu
leerd. Een misgreep, waardoor dit jaar,
vooral in het tweede halfjaar, bij ons en
andere banken enorme bedragen aan
spaargeld zijn weggevloeid naar 'er
gens elders'. Zeker ook over de gren
zen. Gemengde gevoelens dus, zeker
omdat de Brede Herwaardering ons tot
dus ver zeer teleurstelt.
Produkten voor de oudedagvoorzie
ning verdienen uit maatschappelijk
oogpunt een gereglementeerd mild fis
caal klimaat. Maar zo 'n fiscaal regime
moet dan naast verzekeringsprodukten
ook bepaalde bancaire-produkten om
vatten! Daarvoor hebben wij zeer
goede argumenten aangevoerd en wij
zullen er in 1988 voor blijven vechten.
Na alles wat er, niet sinds gisteren of
eergisteren, al te doen is geweest over
de gedeeltelijke doorbelasting van de
kosten van het betalingsverkeer en
over het al dan niet vergoeden van
rente over de saldi, wil ik hier alleen
opmerken, dat wij tot de stap die per 1
januari a.s. gezet wordt, zeer bewust
hebben besloten. Wij achten hem
nodig! Maar we hebben tegelijk ons
nieuwe 'betalingspakket' zodanig sa
mengesteld, dat het overgrote deel
van onze rekeninghouders de veran
deringen niet of nauwelijks bezwaarlijk
zal vinden. Wij vertrouwen erop, dat
dat in de praktijk heel snel zal blijken.
Dit overdenkend, vind ik dat
1987 een zeer memorabel jaartje
geworden is. Als ik de blik naar
binnen richt, op wat er intern in de
organisatie gebeurde, durf ik zelfs te
beweren, dat 1987 zich kan meten met
de meest gedenkwaardige jaren uit
ons verleden. Want we hebben het
aangedurfd elkaar te confronteren met
de kern en zingeving van datgene
waar we als coöperatieve banken mee
bezig zijn. Niet alleen in de binnen
kamer, maar vooral in de reeksen van
Management- en Beheerdersconferen
ties, die dit jaar tot een Rabo-bezin-
ningsjaar gemaakt hebben. Daar is
een nieuw perspectief voor de toe
komst uitgegroeid en op vele punten is
er een brede communis opinio, een
gezamenlijke mening, ontstaan over
de accenten en wijze van aanpak, die
ons werken in de praktijk moeten gaan
kenmerken. Ik praat hier nog niet over
het concept van het nieuwe Beleids
plan 1988-1991, dat het bezinnings-
resultaat tracht concreet te maken. Dit
ontwerp wordt deze maand door de
Centrale Kringvergadering besproken
en door de Raad van Beheer vastge
steld. Maar dat we zo serieus door de
hele organisatie heen met heden en
toekomst bezig zijn geweest, is zonder
meer heel opmerkelijk.
Je zou bij ons haast van 'Schuivende
Panelen' kunnen spreken, ware het
niet dat zulks momenteel gemakkelijk
verkeerde associaties met politieke
panelen zou oproepen. Onze Rabo-
panelen verschuiven, moeten ver
schuiven, omdat er zulke grote ver
anderingen zijn en komen in de
samenleving. Maar het moet iedereen
uit de stukken en in de besprekingen
opgevallen zijn, dat in ons intensieve
beraad telkens heel nadrukkelijk werd
aangeknoopt bij wat de Rabobank van
oorsprong is en wil zijn. Ja, die pane
len moeten beter aansluiten op de mo
derne ontwikkelingen, maar - en dat is
hoogst opmerkelijk - dan moeten ze
scherp geanalyseerd eigenlijk tegelijk
weer meer op hun oorspronkelijke
plaats worden gezet. Analyseren is 'uit
elkaar halen'! Wat een boeiende col
leges hoorde ik daarover vroeger als
student van de eminente filosoof
Dooyeweerd. Iedere wetenschap be
kijkt maar een deel van de werkelijk
heid. Ze kan niet anders. Haar taak is
het inzicht in dat deelgebied te ver
groten. Maar de 'vollewerkelijkheid is
en blijft, hoezeer je haar door vak
wetenschappen kunt analyseren, een
integraal geheel. Zo ervaar je haar
toch als gewone mensen. Je kunt wel
met je verstand delen onderscheiden,
maar kunt ze niet scheiden uit de
werkelijkheid.
Dit filosofische uitstapje worde me
vergeven. Ik vind het een beetje
passen bij onze Rabo-discussie van dit
jaar. Want we zijn die ingegaan met het
zeer scherp stellen van de kern der
zaak, waar het ons in wezen om gaat.
We zijn met zijn allen aan het analy
seren getogen. Inzoomen op begrip
pen als 'eigenlijke identiteit', 'doel en
middel', 'primaire en secundaire ac
tiviteiten'. Ons inzicht in de huidige
situatie is er enorm door verdiept en
we ontwaarden richtlijnen voor onze
verdere ontwikkeling.
In het begin heb ook ik even aan die
redeneertrant moeten wennen. Werd
de zaak niet te rationeel bekeken, was
de Rabo in werkelijkheid niet 'voller'
dan wat ik nu voorgezet kreeg? Na
tuurlijk is het waardat de Rabobanken
zijn opgericht met een economisch
doel: het behartigen van de belangen
van haar leden. Daarvoor zijn ze kre
dietcoöperaties. Precies wat Raiffeisen
met zijn Darlehnskassen Vereine al
bedoelde: lenen aan de leden tegen zo
gunstig mogelijke tarieven en voor
waarden. En dat op basis van een
duurzame relatie tussen bank en lid. Ik
onderschrijf het. Maar waar blijf ik on
dertussen met de 'werkelijkheid' van
onze ontwikkeling in de laatste drie de
cennia?
In die tijd zijn de Rabobanken uitge
groeid tot 'Bank voor iedereen'. Be-
drijfslid of particulier, lid of cliënt, we
maakten er nauwelijks verschil meer
tussen. We werden een 'Brede bank',
waarop het hele maatschappelijke le
ven een plaatsje kan vinden. Coöpe
ratief bankieren werd haast meer als
een sociologisch dan als een eco
nomisch verschijnsel gezien. Dat was
ons best, want een breed maatschap
pelijk vlak is voor de coöperatieve
werkwijze natuurlijk heel belangrijk.
Vooral in een tijd, waarin de expansie
in de breedte werd gezocht. Onder
tussen ging me een lichtje op. Want
door die hele ontwikkeling, die ik zelf
intensief heb meebeleefd, is on
willekeurig ons eigenlijke economische
doel wat ondergesneeuwd geraakt. Die
sneeuw moet weg. Het werd me
duidelijk, dat we daarvoor het onge
merkt verstoorde evenwicht tussen wat
we nu de bedrijfsfinanciering en het
particulierenbedrijf noemen, moesten
herstellen.
Daar heeft ons analyserend bezig zijn
de ogen voor geopend. En zoals een
goede analyse betaamt, zijn er een stel
behartenswaardige recepten voor onze
'volle' werkelijkheid uit voortgekomen.
Zodra je door hebt, dat het er niet om
gaat de particulieren in een hoekje
terug te drukken, - we moeten óók de
beste 'particulierenbank' zijn - maar
om een hernieuwde toespitsing op het
behartigen van de kredietbehoeften
van onze leden, zie je dat dit in deze
tijd een zeer reële aanwijzing is. Het
Rabo-focus moet thans scherp op de
bedrijfsfinanciering voor onze leden,
worden gericht. Want daar moeten we
ons met onze produkten onderschei
den.
Berekeningen, zoals dit jaar op onze
bijeenkomsten werden gepresenteerd,
toonden een zekere scheefgroei
tussen de bedrijfsfinanciering en het
particulierenbedrijf. Dat laatste willen
we ook goed behartigen, maar het
moet naar rentabiliteit gemeten niet te
veel gaan aanleunen tegen het eerste.
Dan zou het een omgekeerde Rabo-
wereld worden.
Ook zonder diepzinnig betoog weten
we dit heel goed, want: 'Tenslotte is de
Rabobank er om met goede financie-
ringsprodukten te werken ten gunste
van haar leden, die lenen'. Welnu: dat
tenslotte is net zo iets als 'primair'.
JRH