Artikel 2 van de nieuwe Algemene Bankvoorwaarden: 'De bank dient bij de uitvoering van opdrachten van de cliënt en bij de uitvoering van andere overeenkomsten met de cliënt de nodige zorgvuldigheid in acht te ne men en daarbij naar beste vermogen met de belangen van de cliënt rekening te houden. Ook overigens dient de bank in het verkeer met de cliënt de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen. De bank is aansprakelijk indien een tekortkoming in de uitvoering van de hiervoor bedoelde opdrachten en andere overeenkomsten of een tekortkoming in de nakoming van enige andere verplichting jegens de cliënt, te wijten is aan schuld van de bank. Geen van de hierna volgende artikelen kan aan dit beginsel afbreuk doen.' snoer te zijn voor het handelen van de bank. Bij het uitvoeren van opdrachten en dergelijke zal de bank deze norm steeds in het oog dienen te houden. Zij zal ook rekening dienen te houden met de belangen van de cliënt. Dit gaat uiteraard niet zover dat dit ten koste zou moeten gaan van de eigen, gerechtvaardigde belangen van de bank. De risicoverdeling tussen bank en cliënt In de nieuwe Algemene Bankvoorwaar den is een aantal bepalingen opge nomen die beogen het risico voor bepaalde zaken tussen cliënt en bank te verdelen. Het gaat niet aan om alle risico's, die verbonden zijn aan deel name aan het maatschappelijk verkeer voor rekening van de ene of andere partij te laten komen. In de nieuwe Al gemene Bankvoorwaarden is getracht tot een rechtvaardige verdeling van het risico te komen. Een voorbeeld hiervan is dat de cliënt in zijn algemeenheid het risico draagt van de gevolgen van ver lies en diefstal van formulieren die de bank ter beschikking van de cliënt heeft gesteld. Het zou onredelijk zijn de bank te laten opdraaien voor deze gevolgen omdat de bank een dergelijk verlies of diefstal niet kan voorkomen, terwijl de cliënt maatregelen kan treffen om het risico van verlies en diefstal te reduce ren. Na melding van verlies of diefstal bij de bank zijn de gevolgen van mis bruik in zijn algemeenheid voor reke ning en risico van de bank. De bank kan dan immers in vele gevallen voorkomen dat er misbruik wordt ge maakt. Voor specifieke diensten kan een bijzondere regeling worden getrof fen. Een voorbeeld hiervan is de rege ling inzake misbruik van Eurocheques en betaalcheques na verlies of diefstal. Een ander voorbeeld betreft het risico van geldzendingen. In artikel 5 van de nieuwe Algemene Bankvoorwaarden is bepaald dat de verzending van geld en effecten door de bank in opdracht van de cliënt voor risico van de bank ge schiedt. De verzending van geld en ef fecten kan immers beschouwd worden als een typische activiteit van banken. Het risico dat de bank hierbij loopt kan zij bovendien verzekeren. Verzending door de bank van andere goederen of waardepapieren in op dracht van de cliënt geschiedt voor risi co van de cliënt. Bij het begrip andere waardepapieren denke men aan zaken- rechtelijke papieren zoals cognosse menten. Het zou te ver gaan als de bank de gevolgen van diefstal of verlies van dergelijke papieren zou moeten dragen. De bank weet immers veelal niet wat de waarde is van de goederen, waarop het cognossement betrekking heeft en kan ook geen inschatting ma ken van de gevolgen van diefstal. Het risico van dergelijke zendingen behoort daarom bij de cliënt te berusten. Het pandrecht van de bank en de verrekeningsbevoegdheid In de nieuwe Algemene Bankvoorwaar den is een bepaling opgenomen dat goederen en waardepapieren van de cliënt die de bank onder zich heeft of krijgt en tegoeden van de cliënt bij de bank, strekken tot pand van al hetgeen de bank van de cliënt te vorderen heeft. De bank mag echter niet zomaar ge bruik maken van dat pandrecht. De bank dient in de eerste plaats een opeisbare vordering op de cliënt te hebben en in de tweede plaats dient zij vooraf de cliënt uitdrukkelijk in gebreke te hebben gesteld. Indien bijvoorbeeld effecten aan de bank zijn verpand, mag de bank - nog afgezien van geldende regels van dwingend recht - die ef fecten niet zonder meer te gelde maken om met de opbrengst daarvan een schuld van de cliënt aan de bank te ver halen. Bij het uitwinnen van het pand recht dient de bank te handelen overeenkomstig de in artikel 2 neerge legde zorgvuldigheidsnorm. Nauw verwant met het pandrecht is het in artikel 19 geregelde verreke- ningsrecht. Dit verrekeningsrecht houdt kortweg in dat de bank bevoegd is vorderingen op de cliënt te verrekenen met tegoeden van de cliënt bij de bank. In dit artikel is echter bepaald dat de bank slechts gebruik mag maken van haar verrekeningsrecht indien hetzij zo wel de vordering van de bank als het tegoed opeisbaar zijn, hetzij onder de bank derdenbeslag wordt gelegd, het tegoed door de cliënt wordt overgedra gen of daarop een beperkt zakelijk recht (bijvoorbeeld pand, vruchtgebruik) wordt gevestigd. Ook bij het toepassen van haar ver rekeningsrecht zal de bank zorgvuldig moeten handelen. De bank zal zo mo gelijk vooraf de cliënt tijdig in kennis moeten stellen van haar voornemen om van haar verrekeningsrecht gebruik te maken. De bescherming van de cliënt De positie van de cliënt bij een even tueel geschil met de bank kan - zeker in vergelijking met sommige andere al gemene voorwaarden - de toets der kritiek zeer wel doorstaan. Allereerst wordt op de betrekkingen tussen de cliënt en de bank Nederlands recht van toepassing verklaard. De betrekking moet wel de relatie tussen een kantoor van de bank in Nederland en de cliënt betreffen. In de tweede plaats kunnen zowel cliënt als bank een geschil aanhangig maken bij de bevoegde Nederlandse rechter. Daarenboven is de cliënt als J eisende partij bevoegd om een geschil aan een daarvoor in aanmerking ko- mende geschillencommissie voor te leggen. Zo kan een particuliere cliënt j zich wenden tot de Geschillencom- missie Bankbedrijf. De behandeling van een geschil door de Geschillencommissie Bankbedrijf is j vrij formeel. Er is geen verplichte bij- stand van een advocaat vereist. De j cliënt kan zelf zijn eigen belang beplei ten. De behandelingskosten zijn voor de cliënt beperkt tot slechts f 50,-. In de derde plaats komen de kosten van rechtsbijstand ter zake van een geschil tussen de cliënt en de bank in een procedure voor de rechter of een geschillencommissie voor rekening van de cliënt of de bank indien en voorzo ver dat bij de uitspraak wordt bepaald. Kosten die een bank moet maken in dien zij betrokken wordt in een proce dure of een geschil tussen de cliënt en j een derde, komen echter voor rekening van de cliënt. Dat is redelijk omdat de bank buiten het geschil staat en er vaak tegen haar wil bij betrokken wordt. Men denke aan verklaringsprocedures bij derdenbeslagen onder de bank en ont eigening van onroerend goed, dat hy pothecair ten behoeve van de bank is verbonden. Een ander belangrijk punt voor de posi tie van de cliënt is dat de banken zich verplicht hebben overleg te plegen met representatieve Nederlandse consu menten- en ondernemersorganisaties bij voorgenomen wijzigingen of aan vullingen van de Algemene Bankvoor waarden. Op deze wijze is voor de toe komst evenwichtigheid in de afweging van de belangen van de bank enerzijds j en haar cliënten anderzijds gewaar- borgd. Evenwichtig Met de invoering van de nieuwe Al gemene Bankvoorwaarden worden een aantal evenwichtige spelregels ge geven voor de relatie tussen de bank en de cliënt. De totstandkoming van deze spelregels heeft enige tijd ge- duurd maar goed werk heeft tijd nodig. Het resultaat mag naar onze mening gezien worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 24