Investeren en financieren Kwaliteit en ondernemerschap bepalen de toekomst 18 De uitheemse restaurants spelen in op de ontwikkeling van de eetcultuur. verhouding tot het vreemd kort vermo gen) laat te wensen over. In 1985 is door de horecabedrijfstak voor f 988 miljoen geïnvesteerd. Hier van was f 540 miljoen bestemd voor onroerend goed. Het financieren van de investerings plannen van het individuele bedrijf is vaak geen eenvoudige opgave. Zowel de ondernemer (eventueel gesteund door externe deskundigen) als de bank zullen maatwerk moeten leveren. De horeca-ondernemer zal met een door dacht, goed onderbouwd plan moeten komen. Van de bank mag verwacht worden dat deze de ondernemer en zijn plan goed kan inschatten, gebruik ma kend van gedegen kennis over de be drijfstak en de lokale marktverhou dingen. Een extra handicap bij horecafinan- cieringen is de vaak geringe waarde van horeca-zekerheden. Hoewel op de eerste plaats op rentabiliteit, onderne merschap en vertrouwen in het bedrijf gefinancierd wordt, mag het hoofdstuk zekerheden niet uit het oog worden ver loren. De gedwongen verkoopwaarde van horeca-bedrijfsmiddelen ligt veel la ger dan de vrije-verkoop-, respectieve lijk boekwaarde. Enkele voorbeelden kunnen dit verduidelijken. Goodwill be staat bij een gedwongen bedrijfsbeëin diging niet meer, ook horeca-inventaris brengt bij een executie nauwelijks iets op en voorraden zijn vaak zo specifiek bedrijfsgebonden, dat de verkoop waarde relatief gering is. Om aan te geven wat de komende jaren voor de horeca gaan brengen, is het zinvol een aantal deelaspecten te Tabel 2: Balansstructuur (in procenten) van de horeca Activa Passiva Vaste activa 85 Eigen vermogen 12 (gebouwen, inventaris) Voorzieningen 9 Vlottende activa 13 (egalisatiereserve WIR, pensioen (voorraden, debiteuren) voorzieningen) Liquide middelen 2 Vreemd lang vermogen 58 (hypotheek, banklening) Vreemd kort vermogen 21 (rekening-courant krediet, cred.) Totaal activa 100% Totaal passiva 100% onderscheiden. De algemene econo mische verwachtingen voor ons land en de ons omringende landen vormen niet alleen het decor waartegen zich de horeca-ontwikkeling afspeelt, maar zijn ook direct van invloed op de horeca- rendementen. De particuliere consumptie (goed voor het allergrootste deel van de horeca- omzet) zal in de periode tot 1990 met gemiddeld 1,5% per jaar toenemen. Dit groeipercentage was in 1986 en 1987 3%. In de strijd om de - extra - consu mentengulden ondervindt de horeca concurrentie van andere consumptie goederen. Daar komt bij dat de uit gaven van Nederlanders voor toerisme in het buitenland in 1988, evenals in 1987, boven gemiddeld zullen toene men. Het inkomend toerisme naar ons land, waarvan de horeca een belangrijk graantje meepikt, ondervindt nog steeds problemen door de aanzienlijke valutaschommelingen. Het afnemend bezoek van Amerikanen aan ons land is een sprekend voorbeeld van de re latie tussen wisselkoers en toerisme. Door al deze oorzaken zal de horeca- omzet zich in de periode 1988-1990 bescheiden, maar wel positief ontwik kelen. Gerekend mag worden op een jaarlijkse volumegroei van de omzet met 0,5% a 1%, bij een prijsstijging van 1 a 1,5% per jaar. De grootste bedreiging voor de horeca- rendementen komt uit de loonkosten- hoek. De prijs van de arbeid zal ver moedelijk met 2 a 2,5% per jaar toene men. Gegeven de omstandigheden zal het rendementsbeeld in sterke mate bepaald worden door de ontwikkeling van de arbeidsproduktiviteit. De horeca-ondernemer krijgt een steeds mondiger gast in huis. Deze laat zich geen knollen voor citroenen ver kopen. Dat vraagt een passend ant woord van de bedrijfstak, waarin de consument meer dan ooit centraal moet worden gesteld. De consument heeft immers veel bestedingsmogelijkheden voor zijn geld, zowel binnen de horeca branche als daarbuiten. Een gunstige prijs-kwaliteitsverhouding kan bij een gegeven prijsniveau slechts verkregen worden door aandacht te geven aan het kwaliteitsaspect. Niet zozeer het absolute kwaliteitsniveau telt (het kunnen immers niet allemaal ster renzaken zijn) als wel het relatieve kwaliteitsniveau: kan het horecabedrijf aan de bij de gast gewekte verwachtin gen voldoen?

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 18