Uitbundigheid getemperd Cijfers Trends in het midden- en kleinbedrijf Trends 1986 is in dit decennium het eerste jaar geweest, waarin het midden- en kleinbedrijf over een brede linie positieve resultaten boekte. Meer dan 85% van de ondernemingen kon de boeken met winstcijfers afsluiten. In 1982 was dat nog nauwelijks driekwart. Bovendien waren toen de winsten eenzijdig geconcentreerd bij de exporterende bedrijven. Het winstherstel heeft inmiddels juist in het midden- en kleinbedrijf ook geleid tot een forse toename van de investeringen. De vraag is nu of de ondernemingen het uitbundige resultaat van 1986 ook dit en volgend jaar kunnen vasthouden. Alvorens te komen tot een antwoord op deze vraag, wordt eerst ingegaan op de achtergronden van de ontwikkelingen in het afgelopen jaar. et afzetvolume van het mid den- en kleinbedrijf vertoon de in 1986 een groei van maar liefst 4%. De sector steekt daarmee gunstig af bij bijvoorbeeld het grootbedrijf dat genoegen moest nemen met een toename van krap 3%. Deze gunstige ontwikkeling was het resultaat van een naar verhouding sterke groei van de binnenlandse afzet bij een wat tegenvallende stijging van de afzet naar het buitenland. Ondanks de voortdurende verbetering van de ex portprestaties is nog steeds het groot ste deel van de afzet bestemd voor de binnenlandse markt. Slechts 16% gaat direct naar het buitenland; voor het to tale bedrijfsleven is dit 28%. Afgezien van onderlinge leveringen is de verkoop van consumptiegoederen de belangrijkste afzetcategorie van het midden- en kleinbedrijf. De verbetering van het reëel besteedbaar inkomen van de consument in 1986 was dan ook uitermate gunstig. Gedurende de jaren 1980 tot en met 1984 zag de gemiddelde consument zijn reëel vrij besteedbaar inkomen da len met in totaal bijna 10%. Doordat de tering snel naar de nering werd gezet, ging deze inkomensdaling gepaard met een daling van de binnenlandse afzet van consumptiegoederen. Toen in 1985 en vooral in 1986 weer sprake was van een verbetering van de inkomens, na men ook de bestedingen weer snel toe. In 1986 uitte zich dit met name in de groeiende uitgaven aan duurzame con sumptiegoederen. Ook de vraag naar op de consument gerichte dienstverlening vertoonde een toename. Door dit alles konden de sectoren die vooral afhanke lijk zijn van de binnenlandse afzet volop mee profiteren van de gunstige ontwik keling. Drs. A. G. M. Broeksteeg Bedrijfstakonderzoek

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 8