Minder subsidies, meer markt Garantiefonds gaat haar 'tweede ronde' in MKB plukt de vruchten Vervolg van pagina 3 landse economie geschetst dat nogal afwijkt van wat we de laatste jaren ge wend waren. Dit jaar zal de economie naar verwachting nog met 2% groeien ten opzichte van 1986. Voor 1988 wordt bijna een halvering van deze groei voorzien, wegens een achterblijvende ontwikkeling van de bestedingen. De groei van de consumptie zal onder druk staan als gevolg van een, ten opzichte van dit jaar, geringere verbetering van de koopkracht. Voorts wordt een stabili satie van de investeringen verwacht. De zeer gematigde ontwikkeling van de Ne derlandse economie vindt ook haar weerspiegeling in de creatie van banen. Een van de hoofddoelstellingen van het regeerakkoord van het huidige kabinet, verlaging van het aantal werkloze perso nen tot 500 000 in 1990, lijkt niet meer realiseerbaar als we uitgaan van de bestaande werkloosheidsdefinitie. Het tempo van de werkloosheidsdaling neemt de laatste tijd duidelijk af, mede als gevolg van een geringere toeneming van het aantal deeltijdbanen. Met be hulp van allerlei incidentele maatrege len, die enerzijds het arbeidsaanbod moeten beperken (VUT, scholing, latere oproep van studerenden voor militaire dienst) en anderzijds de werkgelegen heid bevorderen (scholing, jeugdwerk garantieplan, verlaging werkgeverspre mies bij indienstneming langdurig werk lozen) 'zou de geregistreerde werk loosheid met ca. 25 000 personen kun nen afnemen tot een niveau van 655 000'. Deze werkloosheidsraming voor volgend jaar is met grote onzeker heid omgeven. De meest fundamentele oplossing voor de werkloosheidsproble- matiek is versterking van de economi sche groei. Hierbij moet bedacht wor den dat in het regeerakkoord reeds is uitgegaan van een gemiddelde econo mische groei van 2% per jaar. Een belangrijke motor voor economi sche groei vormen de investeringen. Na een periode van vijf jaar, waarin de be drijfsinvesteringen met 50% zijn toege nomen, wordt voor 1988 een stabilise ring op het niveau van dit jaar verwacht. Deze stagnatie vindt haar oorzaak in met name internationaal onzekere eco nomische vooruitzichten die zich toespitsen op de afzetperspectieven, de wisselkoersverhoudingen en de rente. Deze factoren vertonen een grote sa menhang, waarbij de recente beweging van de lange rente niet tot optimisme stemt. Internationale factoren zullen waar schijnlijk vooralsnog niet als extra sti mulans voor de binnenlandse investerin gen kunnen fungeren, zodat een groot belang aan het nationale beleid moet worden gehecht. Consistentie in het overheidsbeleid ten einde het vertrou wen van de ondernemers niet te ont moedigen, alsmede een voortzetting van de loonkostenmatiging, moeten voor de eerstkomende jaren de investe ringen en daarmee de produktie en de werkgelegenheid op een hoger groeipad kunnen brengen dan voor het komende jaar wordt verwacht. Naast de inmiddels wel bekende gege vens over uitgavenoverschrijdingen, ombuigingen, belastingverlaging en de ontwikkeling van het financieringste kort is met name de hoofdboodschap uit de Miljoenennota 1988 interessant. Deze luidt kort gezegd: minder subsi dies, meer markt. Een beleidslijn die dui delijk ook voor de komende jaren is uit gezet. Subsidies zijn over het algemeen vanuit heel gerechtvaardigde motieven in het leven geroepen. Maar op den duur kunnen de negatieve effecten, met na me de marktverstorende werking ervan, de overhand krijgen. De afbouw van subsidies kan er dan toe leiden dat markten weer beter gaan werken, aan passingsprocessen sneller verlopen en daardoor per saldo de economische groei wordt bevorderd. Uiteraard gaat dit, zeker op korte termijn, ten koste van specifieke belanghebbenden die van de desbetreffende subsidie profiteren. Als voorbeelden van markten waarop subsidies een verstarrende invloed kun nen uitoefenen, vestigt de Miljoenenno ta met name de aandacht op de land bouwmarkt, de woningmarkt en de me dische en maatschappelijke dienstver lening. Een indicatie van het enorme herverde lingsproces dat door subsidies en inko mensoverdrachten op gang wordt ge bracht, levert het gegeven uit de Miljoe nennota, dat gezinnen voor 38% van het nationaal inkomen bijdragen aan de collectieve sector en er vervolgens weer 33% van het nationaal inkomen uit te rugontvangen. De overheid slokt dus veel geld op uit de samenleving, maar pompt het er vervolgens voor het groot ste deel weer in, zonder er zelf iets mee te doen in de sfeer van directe over heidsbestedingen. Deze omvangrijke operatie vinden we voor een belangrijk deel weer terug in het grote verschil tussen het netto loon en de totale loonkosten van werkne mers, de zogenaamde wig. Zo kost de modale man of vrouw zijn of haar werk gever tweemaal zoveel als hij of zij zelf in handen krijgt. Is er voor de modale werknemer sprake van een bepaalde verbetering van het netto inkomen, dan kost dat de werkgever zelfs drie keer zoveel. Van de hoge marginale lastendruk op het loon gaat weer een ernstige versto rende werking uit op de arbeidsmarkt. De produktiefactor arbeid is in veel ge vallen (met name bij lager gekwalifi ceerde arbeid) namelijk te duur gewor den, zodat aanwending in het produk- tieproces niet meer lonend is. Als het terugdringen van subsidies mede wordt gebruikt voor het beperken van de wig, kan dat per saldo de werking van de ar beidsmarkt ten goede komen. Het geheel overziende kan het terug dringen van subsidies de werking van markten op verschillende manieren zo danig verbeteren, dat de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid daarmee alleszins gebaat zijn. Vooral met het oog daarop verdient deze be leidslijn ook onze steun. Gekoppeld aan het verschijnen van 'Cij fers Trends' twee jaar geleden, intro duceerde onze organisatie het Rabo bank Garantiefonds met een vermogen van f 40 miljoen. Het was het startsein voor het op gang komen van een stroom achtergestelde Rabobank Sti muleringsleningen aan startende, ex panderende of innoverende onderne mers. Nu twee jaar later en wederom gelijktijdig met de presentatie van 'Cij fers Trends', kunnen we met grote voldoening melden dat het Garantie fonds inmiddels toe is aan haar 'tweede ronde'. De eerste f 40 miljoen aan ga rantiestelling is een feit. Maar liefst 1200 bedrijven deden er hun voordeel mee. Zo wisten in de eerste helft van dit jaar 350 bedrijven hun vermogensstructuur met f 14,6 miljoen aan achtergestelde Stimuleringsleningen zodanig te ver sterken, dat voor hen in totaal f 92,4 miljoen aan financieringen binnen be reik kwam. Het zijn de vruchten van de effectieve werking van het Garantie-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 6