37
Opdrachtresearch
A gro-technologie
'Voor niets gaat de zon op'
Aandacht voor produktiegericht onderzoek. Op deze drukbank worden bepaalde produkteigenschappen van een tomatensoort
vastgesteld.
signatuur worden gesloten, investeringsmiddelen wor
den vrijgemaakt om nieuwe instituten op te richten en
de apparatuur op peil te brengen. Omdat de middelen
hiervoor in hoofdzaak binnen het onderzoek zelf ge
vonden dienen te worden, valt niet aan een perso
neelsinkrimping te ontkomen. Circa 325 plaatsen zul
len de komende jaren verdwijnen.
Met een beter toegerust apparaat, met in bepaalde ge
vallen duurder betaalde onderzoekers, hoopt het land
bouwkundig onderzoek meer opdrachten te verwer
ven. Het agrarisch bedrijfsleven levert al een grote bij
drage aan de onderzoekfinanciering. De helft van de
kosten van proefstations, met totaal zo'n 900 onder
zoekers, worden door het georganiseerd bedrijfsleven
(onder meer produktschappen, Landbouwschap) bij
eengebracht. Uit de agrarische dienstverlening en de
agrarische industrie zouden meer opdrachten kunnen
komen. Daarbij wordt niet zozeer gedacht aan inciden
tele kortlopende opdrachten, maar aan meerjarige pro
gramma's.
Het landbouwkundig onderzoek bestrijkt een viertal
gebieden:
primaire produktie: akker- en tuinbouw, veehouderij,
grasland, houtproduktie en visserij
agro-industriële produktie: bewaring, bewerking,
verwerking, distributie, kwaliteitsbewaking, benutting
van afval
natuur en landschap: flora, fauna, landschap en
openluchtrecreatie
landelijke gebieden en milieu: lucht, water, bodem,
bestemming en beheer van het landelijke gebied.
Op een aantal gebieden komen nieuwe instituten of
onderzoekcentra tot stand. Er zal een Centrum voor
Plantenveredeling komen, waar een drietal instituten
via de weg van samenwerking naar toe zullen groeien.
Genetische manipulatie zal hierbinnen een plaats krij
gen. Voor onderzoek op het gebied van verwerking en
opslag van plantaardige produkten zal een Agro-
technologisch Instituut (ATI) worden opgericht. Niet
zozeer de verwerkingsprocessen zelf, als wel de ver
eisten waaraan agrarische produkten dienen te vol
doen met het oog op industriële verwerking, worden
hier onderzocht. Ten aanzien van de procestechnolo
gie zal TNO voortrekker blijven.
Voor rassenonderzoek en zaadtechnologie komt er
één nieuw centrum in plaats van de huidige twee.
Landinrichting, recreatie, natuur en landschap krijgen
meer aandacht in het onderzoek. Er wordt een nieuw
centraal onderzoek-lnstituut opgericht voor de Lande-