Onderzoekinvestering in
produktie en functie
Ten behoeve van land- en tuinbouw en het
platteland houdt de overheid een vrij om
vangrijk onderzoekapparaat op de been.
3 000 onderzoekmedewerkers op een
25-tal instituten en 10 proefstations vormen
niet alleen een weerspiegeling van de voor
aanstaande positie van de Nederlandse
land- en tuinbouw in de wereld. Land- en
tuinbouw hebben zoveel aspecten dat vrij
wel alle wetenschappen raakvlakken heb
ben met de agrarische activiteiten.
Tegelijk met de vele stukken die met Prins
jesdag over de burgers en het parlement
worden uitgestort, is het Ontwikkelingsplan
voor het Landbouwkundig Onderzoek
1987-1990 gepubliceerd. De Tweede Kamer
zal er een oordeel over uitspreken.
Integratie van functies
Produktie
Ir. J. H. Egberink
In het Ontwikkelingsplan legt de overheid uit welke rol
het landbouwkundig onderzoek in de komende jaren
vervult. De overheid ziet het onderzoek als een belang
rijk onderdeel van het beleid voor land- en tuinbouw.
Dit beleid wordt meer marktgericht, waarbij hoog
waardige technologie nodig is om antwoorden te vin
den bij de huidige marktverzadiging.
Als tweede invalshoek kiest de overheid voor de func
tie van de agrarische sector in het landelijk gebied. Het
onderzoek nu moet volgens de overheid vooral de inte
gratie van de marktfunctie en de ruimtelijke functie
bevorderen. Het liefst ziet de overheid die integratie
van functies op het niveau van de agrarische bedrijven
gerealiseerd. Bijvoorbeeld door agrarische bedrijfs
systemen te ontwikkelen die zowel landschappelijk,
milieu-hygiënisch, als uit economisch en markttech
nisch oogpunt de toets kunnen doorstaan. Het is een
zeer grote uitdaging die het onderzoek zich stelt. Mis
schien wel te hoog gegrepen. Allerlei wensen uit de
maatschappij die aan de landbouw worden gesteld,
vertalen zich meestal in hogere kosten. Afstappen van
bestrijdingsmiddelen, minder bemesting van het land
en verwerking van mest, het instandhouden van hout
wallen enzovoort, gaan normaal gesproken ten koste
van het bedrijfsresultaat. Om dit te compenseren zal
er dan nog meer inkomen uit de markt moeten komen.
Meer onderzoek op het gebied van milieu en natuur zal
dan ook gepaard moeten gaan met meer onderzoek
wat betreft de produktiefunctie van de landbouw. Het
economische draagvlak zal daardoor versterkt kunnen
worden. Zonder dat zullen ook de andere functies in
de landbouw moeilijk tot hun recht komen. Voorbeel
den in het buitenland maken dit duidelijk, bijvoorbeeld
Zuid-ltalië, waar het landschap verpaupert door het
ontbreken van een economisch draagvlak in de
landbouw.
De vraag wordt wel gesteld of het landbouwkundig
onderzoek wel voldoende aandacht blijft besteden aan
het produktiegerichte onderzoek. De overheid wil een
extra injectie van 50 min. gulden geven aan het onder
zoek met gelden die voorheen bestemd waren voor
het Ontwikkeling- en Saneringsfonds voor de Land
bouw. Vanuit dit fonds zijn in het verleden bijdragen
verleend voor de modernisering in de landbouw (bouw
van kassen en stallen). Een injectie in het onderzoek
nu zou wellicht een goede besteding kunnen zijn.
De belangrijkste verandering binnen het landbouw
kundig onderzoek in de komende jaren betreft de na
druk die op de kwaliteit van het onderzoek komt te lig
gen. Onderzoeksinstituten met een wat verouderde