Innovatieve krachten kennen elkaar onvoldoende Transferbureau intermediair tussen wetenschap en onderneming De ontwikkeling en voorat ook de toepassing van technologische vernieuwingen is voor het Nederlandse bedrijfsleven niet alleen een uitdaging maar ook harde noodzaak. Dat is het niet mis te verstane signaal, dat de commissie-Dekker heeft afgegeven. Belangrijk daarvoor zijn korte lijnen tussen de wetenschap en de industrie. Dat geldt vooral voor het midden- en kleinbedrijf. Daar is de eigen capaciteit in de regel ontoereikend om diepgaand en incidenteel onderzoek in eigen beheer uit te voeren. De commissie-Dekker bepleitte de oprichting van innovatie Adviescentra, waarmee de afstand wetenschap-bedrijfsleven moet worden verkleind. De circa 35 Transferbureaus die ons land rijk is, zijn al enkele jaren werkzaam op dat traject. Momenteel wordt bestudeerd of en in welke vorm de Transferbureaus zullen samenwerken binnen de Innovatie Adviescentra. Bij het Transferbureau van de Technische Universiteit Eindhoven namen wij poolshoogte. Het Eindhovense Transferbureau biedt een grote variëteit aan diensten Contractresearch: bread-and-butterline et Eindhovense Transferbu reau is direct bij de ingang van het hoofdgebouw van de Technische Universiteit on dergebracht. Die plaats is welhaast symbolisch voor de opstelling in de samenleving: op het grensvlak tussen de technische wetenschap en de maat schappij die het toepast. De oorsprong van de Transferbureaus ligt in de Innovatienota 1979 van het toenmalige Ministerie van Weten schapsbeleid. In die jaren begon men al te voorvoelen dat het bedrijfsleven zeer gebaat zou zijn bij een bredere input van technologische kennis, die bij de univer siteiten en wetenschappelijke instituten voorhanden was. De Technische Univer siteiten in Eindhoven en Twente waren de eerste instellingen, waar een Trans ferbureau werd ingesteld om een drem pelverlagende en bemiddelende rol te spelen. De officiële opening van het bu reau in Eindhoven vond plaats op 14 ja nuari 1981. Het bestuur werd gevormd door de toen reeds enkele jaren bestaande Bestuurscommissie Contac ten Bedrijfsleven, waarvan thans prof. dr. N. H. Douben voorzitter is. 'Als technische universiteit was onze drempel niet zo hoog', zegt ing. Johan Schoofs, die de dagelijkse leiding van het bureau heeft. Hij spreekt uit erva ring. Vanaf de oprichting bemiddelt hij in kennis, wijst hij de weg en assisteert hij bij de implementatie van nieuwe technologie. 'Via de studenten die op vele plaatsen stage lopen, hadden we toch al veel contacten met het bedrijfsleven. Boven dien, we spreken de taal van de tech niek, hebben snel aansluiting.' Het initiatief leverde meteen al een enorme respons op. Jaarlijks verdubbel de het aantal aanvragen. 'We zitten nu op zo'n 800 aanvragen op jaarbasis, die we met onze inmiddels zespersoonsbe- zetting verwerken.' In de eerste plaats is er de bemiddeling, de makelaardij in technologie. Soms mondt dat uit in contractresearch. Daar naast verleent het bureau een veelheid aan facilitaire diensten, zoals het be schikbaar stellen van onderzoekopstel- lingen, rekenapparatuur, literatuur en data-bestanden van de universiteit. Ook wordt assistentie - en onderdak - ver leend aan startende technische onder nemingen. Zonder volledig te zijn noe men we tenslotte nog het adviseren en assisteren bij subsidieaanvragen, finan cieringen en samenwerkingsovereen komsten met ontwikkelingsmaatschap pijen. Dagelijks dienen zich ondernemers bij het Transferpunt aan. 'Wij streven er naar op heel korte termijn een aanzet tot een oplossing te vinden. Binnen een week hebben wij een intake-gesprek', stelt Schoofs. 'Als voor het probleem een bestaande oplossing voorhanden is

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 26