gaan die versterken en vereenvoudigen. We hebben ons rekenschap gegeven van de discussies op dit punt. Eerst moesten we even de tijd nemen om op grond van ervaringen gefundeerde bijstellingen te kunnen plegen. Op dit ogenblik loopt een evaluerend onderzoek, waarbij wij kijken naar een viertal punten. In de eerste plaats is het onderzoek gericht op de financie ringsstructuur en de kredietbehoefte van het MKB. Daarnaast kijken we naar de effectiviteit van de verstrekte garan ties en kredieten. Voorts wordt de uit voering van de kredietbeschikking door de banken onder de loep genomen en tenslotte vindt een beoordeling plaats van de macro-economische betekenis van de regeling. De evaluatie is in over leg met de banken opgezet. Het veld werk is enkele weken geleden afgerond; nu zijn we bezig met de analyse van het geheel en rapportage, vervolgens gaat het rapport naar de Tweede Kamer. De kritiek van de banken luidde, dat het allemaal te ingewikkeld was. Dat is ook onze conclusie. Daar proberen we wat aan te doen. Maar bedenk wel, je geeft garanties, dus je moet wel zekerheden inbouwen dat de regeling overeen komstig haar doel wordt uitgevoerd. Een specifiek punt zijn de kleinere kre dieten. We hebben het dan over lenin gen van f 60 000 tot f 100 000. De Kamer heeft de betekenis daarvan, en de interesse daarvoor onderstreept. Het krijgt onze volle aandacht. Begin volgend jaar komen we met een nieuwe kredietregeling. We zijn daar over volop in gesprek met de banken. Het streven is om per 1 januari aan staande op een nieuwe leest verder te gaan. Maar ik zeg erbij: te grote tijds druk op de onderhandelingen is niet goed.' De overheid speelt in het stimuleren van het midden- en kleinbedrijf in deze dynamische tijd een eigen rol. Waar lig gen voor u als staatssecretaris met het MKB als aandachtsgebied de accen ten? 'Voor ons staat centraal, dat je als over heid moet zorgen voor een goed sociaal-economisch klimaat en in posi tieve zin moet reageren op initiatieven van het bedrijfsleven. Dat betekent dat het beleid gericht is op economische groei, prijsstabiliteit, streven naar zoveel mogelijk werkgelegenheid, zorgen voor een evenwichtige betalingsbalans. De inkomstenverdeling speelt daarbij ook een rol. Dat sociaal-economische kli maat is één zaak van de overheid. Tweede punt is, dat de collectieve lastendruk beheersbaar blijft. Kijk naar wat er nu in augustus is afgesproken: belastingverlaging! Jarenlang hebben de augustusdiscussies in het teken gestaan van lastenverzwaring. Voor het eerst na de oorlog zien we nu een lastenverlichting en ik denk dat het van groot belang is dat dat nu eindelijke eens gerealiseerd is. Loonkostenmati ging is het devies. Alleen op die manier kan je effectief wat aan het grijze en zwarte circuit doen. Wij schatten dat daar zo'n honderdduizend arbeidsplaat sen zitten. En dat is nogal wat. Die zul je natuurlijk nooit allemaal terugwinnen, maar het betekent wel dat het de moei te waard is zowel voor het MKB, als in de sociale structuur, daar aandacht aan te geven. Ik weet dat de organisaties in dat ver band gesuggereerd hebben de BTW- tarieven te bezien. Daar hebben we ken nis van genomen, maar men moet zich realiseren dat één BTW-procentpunt voor de schatkist een ontzettend groot bedrag vertegenwoordigt. Bij het lage tarief is een procent-punt al zo'n f 650 miljoen, bij het hoge tarief ongeveer f 1600 miljoen. Het probleem is, dat de loonkosten te hoog zijn geworden. Je zal dus naar die bron terug moeten om het grijze en zwarte circuit in te dammen. Het moet - met andere woorden - aantrekkelijk gemaakt worden om mensen in het nor male circuit te gaan aantrekken.' Het overheidsbeleid wordt verlegd van defensief naar offensief 'Vroeger was het vooral een kwestie van 'bijlappen' als het niet goed ging. Nü springen we er vooral in als er perspectieven zijn voor nieuwe ontwik kelingen. Feitelijk ligt het iets genuan ceerder dan defensief versus offensief. Je hebt natuurlijk ook te maken met continuïteit en dan moet je ook aanslui ten op de moderne ontwikkelingen. Je realiseren wat de markt doet, wat je col lega of je concurrent doet en tijdig de bakens verzetten. Daarom moet het hele MKB-traject goed geprofessionaliseerd zijn: goede voorlichting, goede adviesstructuur om de mensen daarvan tijdig te doordrin gen. Dat geldt niet alleen voor de over heid, ook voor de banken en ook voor andere instellingen. Dat ze mensen goed weten te bereiken, daar hecht ik grote waarde aan. Dat bedoel ik ook met het offensieve. Daar moeten alle partijen oog voor krijgen.' PdMM .streven om de Kredietregeling begin volgend jaar op nieuwe leest te schoeien: versterkt en vereenvoudigd

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 19