'Als je het midden- en kleinbedrijf wilt bereiken, moet je niet op afstand blijven'. binnen ons departement verhoogde at tentie gekregen. Hoewel we over het WRR-rapport van professor Douben c.s. formeel nog moeten oordelen, kan ik wel stellen dat er heel interessante ge dachten in ontvouwd worden. Het is niet blijven steken in een bundel opstel len; er worden concrete lijnen in aange geven voor de ontwikkeling van de plu riforme groep van midden- en kleinbe drijven. Tal van kleine en grote organisa ties zitten op het adviesterrein voor dit bedrijfstype, zoals de Kamers van Koop handel, de RND, de toekomstige IC's, de RIMK's en de Rijksconsulenten van het Ministerie van Economische Zaken. Een veelheid van adviseurs staat klaar, maar diezelfde veelheid geeft ook aanleiding tot onoverzichtelijkheid. De Onderne mershuizen zouden daarin tegemoet moeten komen door een gebundelde presentatie. Gebundeld, zonder dat de identiteiten van de organisaties zullen verdwijnen. De verschillende disciplines zullen naar mijn smaak zeker herkenbaar moeten blijven.' Voor het midden- en kleinbedrijf is het van eminent belang gebruik te kunnen maken van externe adviseurs. De schaalgrootte laat immers geen uitge breide staf van specialisten toe. On langs is de subsidiëring van deze voor het midden- en kleinbedrijf belangrijke raadgevers nogal drastisch veranderd. Aanbodsubsidie werd vervangen door vraagsubsidie. Wat is de indruk van de ze nieuwe aanpak? 'Onze eerste indruk is dat het redelijk goed werkt. Maar dat is niet meer dan een indruk. Je moet naar mijn stellige overtuiging een nieuw systeem even de kans geven tot ontwikkeling te komen. Eind 1988 zullen we de zaak evalueren. Vorig jaar in oktober is de nieuwe Subsi dieregeling Management Ondersteu ning ingegaan. In onze visie is het een heel belangrijk instrument. Er staat een budget van f 21 miljoen voor. Of dat voor 1988 toereikend is waag ik te be twijfelen. De bedoeling van de SMO is voor ondernemers in het MKB de drem pel te verlagen voor het vragen van ad vies over de bedrijfsvoering. Een goed doordachte bedrijfsopzet, een goed bedrijfsplan, op basis van goede gesprekken met adviseurs en banken, dat is de voorwaarde voor een gezonde onderneming. Er is trouwens nog een opmerkelijk bij effect te constateren: Er is niet alleen een groeiende behoefte om geadviseerd te worden, maar ook om te gaan advise ren. In het afgelopen najaar hadden we een 600 ingeschreven adviseurs, dat is opgelopen tot ca. 1500.' In de sfeer van subsidiëren viel ons op dat we onlangs terzelfdertijd berichten aantroffen over de overtekening van de Technologiesubsidie van EZ en - an derzijds - het feit dat de EG subsidie- pot voor technologie nauwelijks aan gesproken wordt... 'Ja, het heeft even geduurd, maar Euro pa is bezig om MKB-vriendelijker te wor den. Daar zit nu een eigen commissaris voor het midden- en kleinbedrijf; de uit Spanje afkomstige Matutes. Hij heeft een financieel potje om het midden- en kleinbedrijf meer bij de technologische ontwikkelingen te betrekken. Het fonds is overigens niet zo groot: 25 miljoen gulden. In Nederland komen er 2 Euro pese loketten: in Diemen en Helmond. Ik heb er ook wel een kritische kantteke ning bij. Ik heb de indruk dat 'Brussel' op dit punt een beetje langs de nationa le overheid heen werkt. Dat is toch een punt van aandacht. Dat bijvoorbeeld de Kamers van Koophandel niet in dit cir cuit betrokken zijn, lijkt me niet juist. Als je het midden- en kleinbedrijf wilt bereiken, moet je niet op afstand blij ven. Niet voor niets heeft de Rabobank- organisatie een heel dicht netwerk van banken over het hele land. Daar is veel voor te zeggen.' Sinds 1985 werken de banken met de nieuwe kredietbeschikking voor het midden- en kleinbedrijf. Hoewel de bank positief staat tegenover het feit dat de exclusiviteit van de regeling is opgeheven, heeft zij toch kanttekenin gen bij de inhoud en de procedure. Als meest hinderlijk ervaart zij de over vloed aan voorwaarden en formalitei ten waaraan voldaan moet zijn. Een cri de coeur van de Rabobankorganisatie. Te meer omdat wij erg hechten aan de opstapfunctie van deze regeling voor nieuwe en kansrijke ondernemingen. 'Om meerdere redenen is het goed om eens goed naar die regeling te kijken. Punt een, ik vind dat we met de krediet regeling een belangrijk instrument in handen hebben, specifiek op het MKB gericht. Daarnaast heeft het ook budgettaire be tekenis, want de afgelopen jaren is de begroting opgelopen tot zo'n kleine f 100 miljoen. Vroeger was het een postje van f 10-20 miljoen. Het is dus echt een substantieel bedrag geworden. Als we kijken naar het beslag in zijn to taliteit, dan stond er in 1986 een bedrag van f 1,75 miljard uit aan garanties. Dat is gegroeid. Het uitstaande garan tiebedrag is in 1986 met zo'n f 70 mil joen toegenomen. Nog een paar cijfers: de verstrekte kredieten beliepen f 710 miljoen; de afgeloste kredieten bedroe gen f 495 miljoen. Je ziet een stijging ten opzichte van 1985 van 4%. Dat loopt aardig parallel met de stijging van de economische groei in het MKB.' 'Wat gaan we nu doen? Voorop staat dat de regeling blijft bestaan, maar we

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 18