W(D)h W(0)fe), Scholingsverlof met werkgelegenheidseffecten Rentesubsidie verbeterde concurrentiekrach t sloten Rabobanken aanslaat bij haar cliënten. Het eind september af te slui ten boekjaar laat momenteel een stij ging van zowel omzet als provisie zien van 14%! In aantal personen uitgedrukt, hebben ongeveer 800 000 mensen via de Rabobank hun vakantie geboekt. Hier mee versterkt de Rabobankorganisatie haar positie bij een 3 4% stijging van de Nederlandse reisindustrie. Een van de pijlers voor dat resultaat is ongetwijfeld de sterke bancaire binding die de plaatselijke Rabobanken met hun cliënten hebben opgebouwd. Dat deze stijging ook verplichtingen met zich meebrengt, is duidelijk. Wij geloven dat voor een verdergaande groei de ko mende jaren vooral veel aandacht dient te worden besteed aan de factoren die het boekingsgesprek positief kunnen beïnvloeden. Dit is nodig omdat de cliënt steeds kritischer wordt ten op zichte van verleende diensten, maar bo vendien een goede kwaliteit van deze diensten verlangt. Onze organisatie zal daarom in de opleiding van haar mede werkers veel energie dienen te steken. Wij menen dat het gebruik aan de balie van vooral objectieve informatie over bestemmingen, en in de nabije toe komst ondersteuning door videoban den/beeldplaat, erg belangrijk is. Ook de lokale en regionale landeninformatie avonden vergroten het imago van de Rabobankreisbemiddeling. Hoewel de ontwikkeling van omzet en provisie verheugend kan worden ge noemd, zal blijvend aandacht moeten worden besteed aan kostenbeheersing en zo mogelijk samen met reisorganisa ties streven naar procesvereenvoudi ging. Automatisering zal hierbij van gro te dienst kunnen zijn. Ook individualisering zal haar invloed in de reiswereld doen gelden; losse vlieg- stoelen gecombineerd met separaat ge boekte accommodatie zijn hiervan een duidelijk voorbeeld. Voor de komende winter en voor de zo mer 1988 verwacht onze organisatie een stijging te kunnen realiseren van de verkoop van vooral de verzorgde vlieg en busreizen. Dat de autovakantiereizen ook een stijging te zien zullen geven, is eigenlijk evident, gezien de prijsstelling die de reisorganisaties hier kunnen rea liseren. Voorbereidingen worden getroffen om in het noorden van het land een voor Nederland uniek experiment met scho lingsverlof te starten. Kerngedachte hiervan is werknemers gedurende een periode van maximaal vijftig dagen met behoud van het gehele of gedeeltelijke arbeidsinkomen verlof te geven voor scholing binnen de normale arbeidstijd. Tegelijkertijd worden er vervangende ar beidskrachten aangetrokken uit het re servoir van werklozen, waardoor tevens een bijdrage wordt geleverd aan de ver mindering van de werkloosheid. De ver vangers krijgen de gelegenheid werk ervaring op te doen waardoor hun kan sen op de arbeidsmarkt worden ver groot. Het initiatief om werknemers scholings verlof toe te kennen en tijdelijk in hun plaats werklozen in te zetten is in 1985 ontstaan bij enkele organisaties in het Bank- en Verzekeringswezen, de provin cie Friesland en de contactcentra On derwijs en Arbeid in het noorden van het land. Een van de initiatiefnemers is de Rabobank. Te zamen met Aegon, de Algemene Bank Nederland, de Post bank, de regionale ziekenfondsen van Groningen en Friesland zal zij aan het experimentele project deelnemen. Het initiatief werd overgenomen door de 'Bestuurderscommissie Noorden des Lands', een samenwerkingsverband van de drie noordelijke provincies, en aange kaart bij de landelijke overheid. Die heeft zich bereid verklaard bij te dra gen in de kosten van het experiment, welke geraamd worden op 35 000 gul den per deelnemer. De verdeling van deze kosten tussen werkgevers, overheid en deelnemende werknemers vormt nog een punt van overleg. De deelnemers zouden enige roostervrije dagen kunnen inzetten voor het scholingsverlof. Het experiment zal in het najaar van start gaan met zo'n honderd deelne mers. Het is de bedoeling dat zo in een periode van vier jaar maximaal vierhon derd werknemers van scholingsverlof kunnen profiteren. Dat er een markt is voor zo'n experi ment is inmiddels gebleken uit een door een extern adviesbureau uitgevoerd haalbaarheidsonderzoek. Ook binnen de Rabobankorganisatie kan een toene mende behoefte aan scholing (bij-, om en herscholing) worden geconstateerd. Technologische vernieuwingen volgen elkaar snel op en raken vele functies. Scholing van het zittende personeel wordt daarmee steeds belangrijker. De tijd dat men na een langdurige school periode met de aldaar opgedane kennis gedurende het gehele verdere arbeids bestaan kan volstaan, lijkt voorbij. De idee van het 'educatief verlof' zoals dat in de jaren zeventig leefde, krijgt on der het begrip 'scholingsverlof' een nieuwe kans. Anders echter dan in de jaren zeventig waarin educatief verlof nogal een sterk sociaal-culturele in vulling kende zal het scholingsver lof sociaal-economische doelstellingen moeten dienen. Naar de mate waarin men op deze wijze invulling weet te geven aan het scho j lingsverlof zal de kans van slagen toene j men. En misschien wordt met dit expe riment thans wel de kiem gelegd voor wat komende generaties straks zullen kennen als het 'sabbatical year'. De Rabobankorganisatie zal in het pro ject participeren door middel van enige plaatselijke banken in het noorden van het land. Met hun deelname bewijzen zij eens te meer dat de Rabobank niet bang is voor sociale innovatie, zoals al eerder werd waargemaakt door middel van de jeugdwerkplannen. Wij volgen het verloop van het experiment rnet scholingsverlof met grote interesse. De rentesubsidie van het Ontwikke- lings- en Saneringsfonds voor de Land bouw, zoals die van 1972 tot 1985 van toepassing was. heeft een forse bijdra ge geleverd aan de ontwikkeling en de j modernisering van de agrarische sector j in ons land, aldus een recente LEI publikatie. Deze uitvoeringsregeling van j een door de EG vastgestelde richtlijn in zake het landbouwstructuurbeleid in de lidstaten kwam in ons land snel van de grond. De stroom van aanvragen om voor een rentesubsidie in aanmerking te komen, waarvoor een ontwikkelings plan voor het bedrijf moest worden in gediend, kwam weldra op gang. De mogelijkheden om te moderniseren deden zich vooral voor in de melkvee houderij en de glastuinbouw. In de melkveehouderij was de bouw van lig boxenstallen en de plaatsing van melk- koeltanks net in gang gezet, terwijl de opkomst van de snijmaisteelt een verde re intensivering mogelijk maakte. De glastuinbouw kon overgaan op vernieu wing van glasopstanden met toepas sing van moderne verwarmingsmetho den. Vooral in de periode tot 1980 wa ren de omstandigheden om te investe ren gunstig: goede perspectieven, een redelijk rentepeil en in 1978 de invoe ring van de WIR. Vanaf 1980 toen zich een aanmerkelijke kostenstijging van energie, veevoer en rente voordeed en j de rentesubsidieregeling verslechterde, j liep het aantal aanvragen voor rentesub sidie terug. Toen de overschottenproble- matiek in de zuivel steeds groter werd en in 1984 de superheffing op melk werd ingevoerd, waren de mogelijkhe den om met steun te moderniseren vrij wel ten einde. Over de periode 1972-1985 werden in totaal van meer dan 22 000 bedrijven ontwikkelingsplannen goedgekeurd, die in aanmerking kwamen voor rentesubsi- Vervolg op pagina 3'1

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 7