'Boerderij en Maatschappij'
Atlantic Exchange Program
800 000 Rabobank-
vakantiegangers
Vervolg van pagina 3
Dan had veel onrust kunnen worden
voorkomen en had de schade, in termen
van weggelekte spaarmiddelen, kunnen
worden beperkt.
Nu is in de aanvankelijke publiciteit het
goede nieuws over de ruimhartiger fis
cale behandeling van spaargeld onder
gesneeuwd door het voor 90 procent
van de spaarders niet bedreigende feit,
dat ons aller spaarrentegegevens zicht
baar worden voor de belastingdienst.
Voor de fiscus is dat een gemiste kans!
Een boer gaat zijn gang. Doet zijn werk,
onverstoorbaar bijna. Dat is eigenlijk al
sinds mensenheugenis zo geweest. De
bekende zegswijze 'en de boer, hij
ploegde voort' geeft dit volharden onder
alle omstandigheden treffend weer.
Hoewel het hen in hun dagelijkse werk
niet van de wijs zal brengen, heeft het
de boer noch boerin ooit onberoerd ge
laten wat 'men' van hen denkt. 'Men',
dat waren en zijn allereerst de mede
boeren en -boerinnen, de mensen uit de
gemeenschap waartoe zij behoren.
Maar in toenemende mate is 'men' ook
de hele maatschappij geworden.
De economische en maatschappelijke
ontwikkelingen hebben in de hand ge
werkt dat het boerengezin meer en
meer in het maatschappelijk gebeuren
is geïntegreerd. Boerderij en maat
schappij werken in onze tijd veel sterker
op elkaar in dan een halve eeuw gele
den nog het geval was. Vanuit de ster
ker geworden wisselwerking is het te
begrijpen dat er onder boeren en boerin
nen enige zorg groeide over hoe de
maatschappij nou aankeek tegen het
boerenbedrijf in het licht van de proble
men, maatregelen en vaak heftige dis
cussies in en over de landbouw. De
Stichting Public Relations Land- en Tuin
bouw en het weekblad 'Boerderij' vin
gen deze signalen op en stelden een on
derzoek in onder de Nederlandse be
volking.
Gebleken is dat het boerengezin
boer, boerin en kinderen - er bijzonder
goed opstaat bij de rest van Nederland.
Veel beter dan ooit tevoren. Want nog in
1957 leverde een soortgelijk onderzoek
tegengestelde resultaten. Sedertdien is
er dus nogal wat ten positieve veran
derd. Maatschappij en boerderij zijn op
een goede manier naar elkaar toege
groeid. De boerenstand is maatschap
pelijk gezien volledig geaccepteerd en
het economisch belang van de beroeps
groep wordt zeer hoog ingeschat. Het
onderzoek heeft verder alle grond weg
genomen voor het vermoeden dat de
boer en boerin zelf door het publiek als
grote 'zondebok' voor de problemen in
de agrarische sector zouden worden
aangemerkt.
Een geruststelling. Zeker voor al die dui
zenden hardwerkende boeren en boerin
nen in ons land die het in deze tijd van
veranderingen lang niet altijd gemakke
lijk hebben. Maar tevens vormen de on
derzoeksresultaten een bevestiging van
de belangrijke positie die de boerenbe
volking voor een land als het onze in
neemt. Een positie die vanuit het coöpe
ratieve bankwezen, vanaf het ontstaan
nu bijna honderd jaar geleden, altijd is
benadrukt en voor de uitbouw waarvan
de plaatselijke Rabobanken zich altijd
onverminderd hebben ingezet. De volle
dige erkenning van het belang van de
agrarische sector en de waardering voor
het boerengezin onder het brede Neder
landse publiek geeft aan dat onze boe
renstand in ons land anno 1987 naar
waarde wordt geschat. Voor de Rabo
bank, als coöperatieve bank uit de boe
renstand voortgekomen en in haar ont
wikkeling daar sterk mee verweven, iets
om bijzonder tevreden over te zijn. Voor
al die boeren en boerinnen reden om als
vanouds met opgeheven hoofd voort te
ploegen.
In het kader van het Atlantic Exchange
Program heeft een Europese delegatie
een op de landbouw gericht bezoek ge
bracht aan Washington. Onze voorzitter
van de hoofddirectie drs. H. H. F. Wijf
fels maakte deel uit van de Nederlandse
afvaardiging. Doel van het bezoek was
uit de eerste hand te vernemen hoe er
op het ogenblik door de verschillende
partijen gedacht wordt over de toe
komst van het landbouwbeleid van de
Verenigde Staten. Van groot belang is
het te weten in welke richtingen de
krachten werken om de effecten ervan
in te schatten voor de Europese boeren.
Uitgebreid en openhartig werd van ge
dachten gewisseld met congresleden,
regeringambtenaren en de pers. Een van
de hoogtepunten vormde de ontmoe
ting met de minister ven landbouw
Richard E. (Dick) Lyng
Landbouwminister Lyng was van me
ning dat de Amerikaanse landbouw
door het dal heen is: de marktprijzen
herstellen zich, de grondprijzen stabili
seren en de export gaat enigszins voor
uit. Toch heeft de crisis diepe sporen na
gelaten: van de 750 000 full-time boe
ren hebben er 100 000 het veld moeten
ruimen. Onder de 1,5 miljoen part-time
boeren zullen er nog vele uitvallers zijn.
Uiteraard kon in de ontmoetingen het
protectionisme en de subsidiëring van
de landbouw niet achterwege blijven.
De minister verklaarde zich voorstander
van een geleidelijke opheffing van sub
sidies tot het jaar 2000. Een voorstel
daartoe zal aan de GATT worden voor
gelegd.
De Europese Commissie heeft echter in
middels laten weten zich niet aan ter
mijnen voor een afbouw te willen bin
den. Bovendien voelt de Commissie niet
veel voor een totale afschaffing van de
bescherming van de landbouw bij de
huidige verhoudingen binnen Europa.
In 1987 is weer eens duidelijk gebleken
dat de reizenverkoop door de aange
Op de foto v.l.n.r. de heren M. J. Varekamp, J. van der Veen, landbouwminister Lyng,
drs. H. H. F. Wijffels, drs. J. H. G. J. Hermsen en drs. M. L. de Heer.