brengstprijzen bepaald niet navenant
gestegen zijn. Ja, de opbrengsten zelf
zijn wel groter geworden, maar toch.'
Schram voelt wat Segaar bedoelt. 'Tot
voor een paar jaar geleden ging de vlag
nog wel uit bij mensen die grond toege
deeld kregen. Maar dat zie je weinig
meer. Het is vooral ook financieel een
hele onderneming geworden om in de
polder van start te gaan. Maar als Rabo
bank weten we hier vanaf het eerste uur
de weg door financieringsland en we
staan de mensen met raad en daad ter
zijde. Onze know-how, onze specialisti
sche kennis op het gebied van financie
ringen in de polder, boezemt vertrou
wen in en mede daardoor zitten 9 van
10 agrariërs bij de Rabobank 'Flevo
land'.'
Concurrentie
Zo gemakkelijk zal het toch allemaal
niet gegaan zijn? De concurrentie, die
zich met name de laatste jaren nogal
roert, zal de weg naar de polder toch
ook wel snel hebben gevonden? Segaar:
'De eerste en hardste concurrent van de
Raiffeisenbank was al vrij snel de Boe
renleenbank. Die was in het voorjaar
van 1960 opgericht. Met elkaar zijn we
toen tot onze fusie in 1973 niet hele
maal zo goed bezig geweest. Het is
trouwens frappant hoe die tradities van
het 'oude land' hier over het algemeen
gewoon overgeplant zijn, terwijl toch
iedereen zei: we maken een nieuwe
start. Maar wat de Rabo betreft is het
met de fusie allemaal rechtgetrokken. In
de agrarische sector hadden we na tien
jaar Flevopolder toen samen 98% van
de agrariërs als relatie. Collega-banken
richtten zich in eerste instantie op ande
re doelgroepen. Maar in de particuliere
sector, die vanaf 1962 gestadig is gaan
groeien, ging het ons ook meteen goed.
Evenals de sector annex aan het agrari
sche bedrijf: landbouwmechanisatiebe-
drijven, handelshuizen, landbouwcoö
peraties, loonwerkbedrijven, etcetera.'
Uitdijend werkgebied
Dronten was de vestigingsplaats van de
Raiffeisen- en de Boerenleenbank en la
ter de Rabobank 'Flevoland'. Bijkantoren
waren gevestigd in twee andere kernen
van de nieuwe polder: Swifterbant en
Biddinghuizen. In 1967 werd het gebied
rond Lelystad, dat nog slechts in naam
bestond, ontsloten. Segaar: 'Daar was
van meet af aan de concurrentie sterk
vertegenwoordigd. Zes banken zaten
naast elkaar in een rijtje woningen. 'Wall
Street' noemden we dat toen. Wij had
den een bijkantoor, de Boerenleenbank
een zelfstandige vestiging.'
Het werkgebied had toen al zeer grote
vormen aangenomen. Al voordat er
sprake was van 'Lelystad' moest men
heel het gebied van de polder 'Oostelijk
Flevoland' bewerken. Her en der ver
spreid zaten de agrarische relaties. De
afstanden waren groot. 'De Noordoost
polder was destijds bewerkt met de
fiets,' vertelt Segaar nu, 'dus de gedach
te was dat wij met een brommer wel uit
de voeten konden. Dat is dus een au
tootje geworden: een Renault Dauphine.
Op een gegeven moment wist iedereen
bij het zien van dat karretje: daar komt
de Rabobank. Dat was een mooi ding.'
Schram, veel jonger en meer betrokken
bij de ontsluiting van de polder 'Zuidelijk
Flevoland', vertelt dat het er daar net zo
aan toe is gegaan. 'We waren zeer mo
biel: rijdende bankiers. En de mensen
waren duidelijk ingenomen met deze
service-gerichte instelling.'
De eerste verpachting in 'Zuidelijk Fle
voland' vond plaats in 1978. Ook deze
polder werd bij het werkgebied van de
'Rabobank Flevoland' getrokken. Er
werd in 1980 in Zeewolde een bijkan
toor gevestigd. In een barak, waar an
ders. Op dat moment had het werkge
bied z'n grootste omvang.
Stapje terug, twee stappen
vooruit
Rond 1979 besloot Segaar terug te tre
den. Tegelijkertijd deed de 'Rabobank
Flevoland' ook een stapje terug. In Le
lystad had de bank inmiddels drie bij
kantoren. De verstedelijking was daar al
zover voortgeschreden, dat daar een
zelfstandige stedelijke Rabobank 'Lely
stad' opgericht kon worden. In 'Zuidelijk
Flevoland' was de stad 'Almere' met
zo'n 250 000 inwoners gepland. Ook
daar was sinds 1976 plaats voor een
zelfstandige Rabobank 'Almere'. Maar
het werkgebied van de Rabobank 'Fle
voland' loopt tot aan de grenzen van de
ze twee stedelijke kernen en bestrijkt
dus nagenoeg het hele agrarische pol
dergebied. Gedrieën dragen deze Rabo-
banken nu ieder voor hun deel de ban
caire zorg voor heel de polder Flevoland.
Ooit begonnen met nul, heeft de Rabo
bank 'Flevoland' inmiddels een ba
lanstotaal van f 400 miljoen. Gedurende
die vijfentwintig jaar is ook de groei erin
gebleven. Met name de laatste zes a ze
ven jaar is de kredietvraag enorm toege
nomen. Hand in hand hebben de Rabo
bank 'Flevoland' en de Flevopolder zich
ontwikkeld tot wat ze nu zijn: een agra
risch bijzonder sterke tweeëenheid. Ooit
opgericht met veertig leden telt de coö
peratieve Rabobank 'Flevoland' er nu
2000. Daaronder zo'n 730 akkerbouw
bedrijven, 50 gemengde bedrijven, zo'n
140 grote veehouderijbedrijven en zo'n
100 fruitteeltbedrijven, die zich thuis
voelen bij hun Rabobank. Maar ook tal
van bedrijven uit de sector annex aan de
agrarische bedrijfstak en uit de sector
van de industrie en het Midden- en
Kleinbedrijf zijn lid van deze bank, die
van alle markten thuis is.
En de betrokkenheid is door de jaren
heen groot gebleven. Schram: 'Betrok
kenheid staat bij ons heel hoog in het
vaandel. We organiseren buiten de alge
mene vergadering om veel voor onze le
den, bijvoorbeeld in de vorm van con
tactdagen en speciale bijeenkomsten
voor vrouwen uit de agrarische sector.
Ook hebben we al zeventien jaar een
Jongerenraad, die met name 's winters
regelmatig thema-avonden organiseert.
Algemeen directeur van de Rabobank
'Flevoland' is sinds vorig jaar de heer F.
J. H. Meeuwsen. Aan hem vroegen we
eens in het kort een blik in de toekomst
te werpen. Zijn antwoord was veelzeg
gend genoeg. 'De vraag waar we voort
durend mee bezig zijn, is: hoe blijven we
als coöperatie aanspreken? Onze voor
naamste taak daarbij is en blijft het ach
ter onze leden-bedrijven staan en hen
volgen in de 'ups and downs' van de
economische ontwikkeling. We hebben
het samen gebracht tot waar we nu
staan en samen gaan we verder. Zoals
onze voorzitter wel eens heeft gezegd:
we zijn de grootste bank en willen ook
graag de beste blijven.'
Jonge, maar sterke loot
De Rabobank 'Flevoland' is met haar
iets meer dan vijfentwintig jaar een rela
tief jonge loot onder al die vele 'oude'
Rabobanken. Maar aan haar worteling
in de Flevolandse polder is het niet te
merken. Die is in die korte tijdsspanne
bijzonder hecht geworden.
Het is een belangrijk aspect van de veel
belovende basis waarop de Rabobank
en de Flevopolder de toekomst ingaan.
Nu de polder deel is geworden van onze
twaalfde provincie en de troefkaart van
de agribusiness vol uitgespeeld gaat
worden, staan de drie Flevolandse
Rabobanken 'Flevoland', 'Almere' en
'Lelystad' in de startblokken om hun
verdere bijdrage in de ontwikkeling te
leveren. Segaar en Schram zullen zich er
beiden op hun eigen wijze ook nu weer
nauw bij betrokken voelen.
AJK