VDR gelukgewenst!
Tuinbou wondernemersprijs
Op 3 februari jl. werd voor het eerst
de directeuren van onze plaatselijke banken, en dus van de hele VDH, aan de belan
gen van de Rabobankorganisatie.
schapsland is geen eiland, gelukkig niet.
Dat zal een regelzuchtige Nederlandse
overheid zich ook wel bewust willen
zijn.
Daarom: laten we er geen drama van
maken. Terwijl veel Nederlandsers het
buitenland opzochten, woei in hun ei
gen huis door een opengelaten raampje
even een stukje buitenlandse tocht bin
nen. Niet is uitgesloten, dat in de ko
mende tijd meer van onze huizen zullen
worden getest op kierende sluitingen.
De beste beveiliging daartegen? On
dernemen.
de Nederlandse Tuinbouwondernemers-
prijs onder grote belangstelling uitge
reikt. Jaarlijks zullen met deze prijs -
en met een of meer legpenningen - lof
waardige activiteiten op het gebied van
de ontwikkeling van de tuinbouw wor
den onderscheiden.
Thans kunnen kandidaten voorgedra
gen worden voor de Tuinbouwonderne-
mersprijs 1988, die op 2 februari vol
gend jaar tijdens de openingsmanifesta
tie van de Nederlandse Tuinbouw Vak
beurs te Bleiswijk wordt uitgereikt.
De Tuinbouwondernemersprijs is een
initiatief van het Ministerie van Land
bouw en Visserij, de Stichting Neder
landse Tuinbouw Vakbeurs, de Hagel-
unie en de Rabobank, bedoeld om een
stimulans te bieden aan de verdere ont
wikkeling van de bedrijfstak. De daartoe
opgerichte Stichting kent de prijs en
een of enkele legpenningen toe aan het
bedrijf, de instelling of de persoon, die
zich op bijzondere wijze heeft onder
scheiden ten behoeve van de economi
sche vooruitgang van de Nederlandse
tuinbouw. Bij de beoordeling van kandi
daten wordt in het bijzonder gelet op
teelt, techniek, innovatie, economisch
rendement, onderzoek, afzet en mana
gement.
Wij vestigen op deze prijs, op het mee
dingen naar de prijs, de aandacht, om
dat zo'n prijs de vindingrijkheid in de
Tuinbouw wil stimuleren. De winnaar en
de ontvangers van de legpenningen,
krijgen eer en voldoening voor hun
werk, maar belangrijker nog is dat de
gehele tuinbouw door hun pionierswerk
heel nieuwe mogelijkheden kan krijgen.
Daarom heeft de Rabobank zich achter
deze ondernemersprijs gesteld.
Daarom ook willen wij door dit stuk de
zeer vele tuinders, die bij onze banken
kind aan huis zijn, opwekken om mee te
dingen naar deze prijs, indien zij zelf of
één van hun collega's 'iets opmerkelijks'
op tuinbouwgebied presteren c.q.
presteert.
Bij de Rabobanken is een vouwblad ver
krijgbaar met nadere informatie. De pe
riode van aanmelding loopt tot 1 okto
ber 1987.
De kracht en dus ook de waarde van een organisatie blijkt uit de mate waarin deze
er in slaagt haar doelstellingen in de praktijk te brengen.
Vanuit deze constatering werp ik een geïnteresseerde blik op art. 3 der Statuten
van de Vereniging van Directeuren van Rabobanken. Voor zo'n interesse heb ik een
heel goede aanleiding, want de VDR viert deze zomer haar 40-jarig bestaan. Boven
dien is de tweeledigheid van de in dat artikel 3 opgenomen doelomschrijving mijns
inziens merkwaardig typerend voor deze zo nauw met ons verbonden vereniging.
De eerste doelstelling is de belangenbehartiging van de directeuren. Dat gebeurt
met name in de Commissie Arbeidsvoorwaarden Direkteuren (CAD), waar ik het
voorzitterschap van mag bekleden.
Die belangenbehartiging is echter niet maar een eenzijdig, star doel op zich zelf,
maar staat - ook in de Commissie - tevens in relatie tot de tweede doelstelling
van de VDR. Zij vindt haar begrenzing in het gelijkwaardige belang van dat tweede
doel. Artikel 3 spreekt zich nl. behalve voor de belangenbehartiging van de leden/
directeuren, tevens duidelijk uit voor het dienstbaar maken van de leden, dus van
Dit brengt met zich mede, dat de positie van de VDR niet in alle opzichten eenvou
dig is. Haar ruimte om zich eenzijdig voor één doel in te zetten is door de tweeledig
heid van de doelstelling niet onbegrensd.
Er is nog een kanttekening - vanuit de totale Rabobankorganisatie - te maken.
Onze organisatie kent (en mijns inziens terecht) geen vereniging van bestuurders.
Wel kennen we in onze rijke organisatiecultuur, de kringen en een Centrale Kring,
waarin de belangrijkste organen/functionarissen van de Rabobanken, namelijk de
Raad van Toezicht, het Bestuur en de directie gelijkelijk vertegenwoordigd zijn.
A/s in die organen de directeur spreekt, doet hij dit niet a titre personel maar treedt
hij op namens en voor de hele bank c.q. voor en namens alle banken!
Conclusie: een vereniging van directeuren moet zich van haar beperkingen bewust
zijn en kan niet altijd vol gas geven in één bepaalde richting.
Dat desondanks de VDR in de veertig jaar van haar bestaan een niet meer weg te
denken plaats in onze organisatie heeft veroverd, zegt iets over de wijze waarop
de VDR in deze jaren haar parcours heeft gereden.
Dat met name is een gelukwens waard!
Als de VDR zich ook in de toekomst bewust blijft van de bedreigingen van een te
eenzijdig accentueren van een van haar doelstellingen en zich tevens bewust blijft
dat haar eigen tweeledige doelstelling haar voor die eenzijdigheid kan behoeden,
zien wij met haar de komende jaren vol vertrouwen tegemoet. Graag voeg ik hier
nog aan toe, dat juist de 'dubbele' doelstelling de VDR maakt tot een vereniging
die geheel bij onze Rabo-wijze van omgaan met elkaar past.
Verschuer