2000
800
850
3650
3500
750
600
4850
4700
1150
850
6700
6600
1050
600
8250
Gunstige balans
Verschillen in saldo per ha tussen de betere en mindere bedrijven bij een gelijk quotum
Quotum 12 000 kg per ha
Quotum 18 000 kg per ha
25% van de
25% van de
25% van de
25% van de
bedrijven met
bedrijven met
bedrijven met
bedrijven met
een hoog
een laag
een hoog
een laag
resultaat
resultaat
resultaat
resultaat
Melkgeld 9250
Omzet en aanwas 1400
Opbrengsten
10650
8750
1100
9850
14000
2100
16100
13000
1750
14750
Voer
Veekosten
Graslandkosten
Directe kosten
Saldo per ha 7000
aan de huidige eisen, bijvoorbeeld wat
betreft het groter worden van de dieren.
De ontwikkelingen in de melkwinning
zijn in een stroomversnelling gekomen.
Nieuwe technieken en elektronica vin
den toepassing bij de krachtvoer-
verstrekking en de melkwinning.
In 1986 blijkt op één van de tien bedrij
ven geïnvesteerd te zijn in modernise
ring van gebouwen en installaties. In
vesteringsplannen voor 1987 in deze
richting heeft circa 4% van de melkvee
houders.
Bodem- en graslandverbetering.
Om de ruwvoerproduktie op het eigen
bedrijf te verbeteren heeft ongeveer de
helft van de melkveehouders plannen
om aan grondverbetering te doen (diep-
ploegen, egaliseren en verbeteren afwa
tering). Bijna 80% zegt in 1987 gras
land te willen herinzaaien. Indien bij
voorbeeld de ruwvoerproduktie met
1000 KVEM per ha toeneemt, kan - af
hankelijk van de bedrijfssituatie - een
daling van de voerkosten worden be
reikt van maar liefst f 400,- per ha.
5000
Verbetering ruwvoederwinning.
Naast verbetering van de ruwvoerpro
duktie heeft ook verbetering van de
ruwvoerwinning veel belangstelling.
Door een korte veidperiode, waarbij
men minder afhankelijk is van het weer,
kan de kwaliteit van het ruwvoer toene
men. Investeringen in machines die een
verkorting van de veidperiode mogelijk
maken staan sterk in de belangstelling.
Ook de loonwerker wordt vaker bij de
ruwvoederwinning ingeschakeld. Dit
houdt verband met de kortstondige ar-
beidspiek die in de periode van winning
op het bedrijf optreedt, en waarvoor de
melkveehouder niet op economisch ver
antwoorde wijze in een uitgebreid ma
chinepark kan investeren.
Aankoop grond met quotum.
Door enerzijds de produktiebeperking
en anderzijds een stijgende produktie
per koe, zijn steeds minder melkkoeien
nodig om het quotum vol te melken.
Hierdoor komen er lege plaatsen in de
stal, wat betekent dat er onderbezet-
9400 6500
tingsverliezen ontstaan. In sommige ge
vallen is dan te overwegen om grond
met quotum aan te kopen.
Ongeveer 12% van de melkveehouders
wil wel grond met quotum kopen. Ech
ter bij een kale grondprijs van f 35 000,-
per ha wil slechts 4% van hen meer be
talen dan f 2,- per kg melk. Dit duidt op
een kritische houding bij de ondernemer
die duidelijk het accent heeft liggen op
rentabiliteitsverbetering.
Circa 5% van de melkveehouders geeft
aan dat problemen ten gevolge van
melkquotering en mestwetgeving op
termijn aanleiding kunnen zijn tot gehe
le of gedeeltelijke bedrijfsbeëindiging.
De leeftijd van de ondernemer, de be
drijfsomvang, de omvang van het quo
tum en het al dan niet aanwezig zijn van
een opvolger, zijn aspecten die hierbij
een rol spelen.
Het kan interessant zijn om met de
melkveehouderij te stoppen door ge
bruik te maken van de huidige prijzen en
mogelijkheden (opkoopregeling of vrije
verkoop). Maar in verreweg de meeste
gevallen blijken de gevolgen van de Be
schikking Superheffing door de melk
veehouders beantwoord te worden met
verbetering van de efficiency.
Door rationalisatie kan enerzijds de op
brengst worden verhoogd en anderzijds
de kostprijs worden verlaagd. Daar
naast worden investeringen gedaan die
de efficiency verhogen en daardoor een
positieve invloed hebben op het resul
taat. Het overgrote deel van de melk
veehouders denkt op deze wijze de con
tinuïteit van het bedrijf veilig te stellen.
Hoewel sommige ondernemers de ver
wachting uitspreken op termijn hun be
drijfsactiviteiten te beëindigen, zien de
melkveehouders over het algemeen vol
doende perspectief. Ook nu het niet lan
ger gaat om meer, maar om beter, laat
de Nederlandse melkveehouder zich
niet voor het blok zetten. Hij zoekt met
grote inventiviteit en blijkbaar met suc
ces naar manieren om van kwantiteit
over te schakelen op kwaliteit. Ook in
het produktieproces.