en door de monetaire
toezich thou der
wordt ter zake geconstateerd dat met
name kleinere ondernemingen, die voor
hun financieringen uitsluitend op ban
ken zijn aangewezen, nadelige effecten
ondervinden als banken hun middelen
via de omweg van de kapitaalmarkt
moeten verwerven.
Het is om al deze redenen dringend
noodzakelijk, dat de fiscale achterstand
positie van het banksparen wordt opge
heven. Wij zijn verheugd dat bij het ter
perse gaan van dit nummer bekend werd
dat een stap in de goede richting door
de regering is gedaan. Zij zal de nota
van de Tweede Kamer over de rente
vrijstelling uitvoeren: de vrijstelling
wordt verhoogd en ook op kinderen toe
pasbaar en de saldering van ontvangen
en betaalde rente wordt afgeschaft. Er
is echter o.i. ook een betere toegang van
banken tot fiscale faciliteiten voor voor-
zorgsprodukten geboden, zodat vormen
van 'pensioensparen' bij banken moge
lijk worden, zoals dat in diverse EG-
landen al gebruikelijk is. De gelijkheid
van concurrentievoorwaarden die hierbij
in het geding is, raakt ook de debetzijde
van de bankbalans, met name waar het
gaat om de mogelijkheid om hypothe
ken met een lange rentefixatietermijn te
kunnen bieden.
Bij de introductie van dr. Duisenberg,
President van de Nederlandsche Bank,
als gastspreker op de Algemene Verga
dering refereerde mr. Baron van Ver-
schuer aan een uitspraak van Rabo-
bankzijde, dat de monetaire autoriteiten
de bankiers hinderen in de uitoefening
van hun taak. De Bankpresident rea
geerde tevreden met de opmerking, dat
hij zijn werk als toezichthouder blijkbaar
goed doet. Zijn betoog over een belang
rijk onderdeel daarvan, namelijk het mo
netaire beleid, omvatte geen nieuwe
denkbeelden. Omdat continuïteit één
van de kenmerken van een effectief mo
netair beleid is, viel dat ook niet te ver
wachten. Op heldere wijze werd het be
lang uiteengezet van handhaving van
zowel de interne als de externe waarde
van de gulden, ofwel van prijs- en wis
selkoersstabiliteit.
Op de meest directe wijze raakt het mo
netaire beleid het bankieren op het punt
van de beheersing van de geldhoeveel-
heid, vooral met het oog op het voorko
men van geldontwaarding. Tegen deze
achtergrond is met het bankwezen af
gesproken dat men zich zal inspannen
om het tempo van de bancaire geld-
Vervolg Wob op pagina 6
De eerste maanden van elk jaar komt er nog al wat informatie op ieder van ons af.
Het is de tijd van de jaarverslagen, balansen, winst- en verliesrekeningen en progno
ses voor het lopende jaar. Soms moet worden uitgelegd waarom het toch is tegen
gevallen, dan weer is sprake van onverwachte meevallers. En de beurs dobbert mee
op de golven van deze informatie en prognoses.
Ook de banken nemen deel aan dit jaarlijks ritueel, tenslotte gevolgd door de Neder
landsche Bank.
Met argusogen wordt er naar eikaars resultaten gekeken, vergeleken, geanalyseerd
en geconcludeerd. Geprobeerd wordt te achterhalen of er dieper liggende oorzaken
zijn, die ook in de toekomst de cijfers zullen gaan beïnvloeden. En met name deze
laatste analyse bepaalt of er een gevoel van tevredenheid of zorg ontstaat.
A/s wij onze cijfers vergelijken met andere banken dan lijkt op het eerste gezicht een
gevoel van tevredenheid passend. Kijk maar naar onze prestaties op het kerngebied,
de kredietverlening. Een relatief sterk toegenomen ontwikkeling in de verschillende
sectoren.
Ook op andere terreinen van de financiële dienstverlening is er sprake van groeiende
aantallen.
Toch schreef ik: lijkt er een gevoel van tevredenheid. Een dergelijk gevoel is m.i. niet
terecht. Want kijk je inderdaad wat dieper, dan zie je lijnen, die zorgen geven. We
presenteren toch al een paar jaar een teruglopend bruto-resultaatl
In de onlangs gehouden managementconferenties hebben we geprobeerd geza
menlijk zicht te krijgen op een aantal van die lijnen, die zonder bijstelling de cijfers
in de toekomst gaan bepalen. Ik denk dat gemeten aan die maatstaf de conferenties
goed zijn geweest. Er zijn bouwstenen aangedragen voor het beleid in de komende
jaren, een noodzakelijk onderdeel van ieder proces van beleidsvorming.
Maar laten we ons goed realiseren, dat het hooguit een beginpunt is: de eigenlijke
beleidsvaststelling en daaraan te ontlenen actieplannen moeten nog gestalte
krijgen.
We zullen dan ook in de rest van dit jaar nog een aantal wezenlijke stappen dienen
te zetten. We zullen een effectieve manier moeten vinden om de beheerscolleges
hun bepalende rol in het geheel te laten spelen, via een aangepaste conferentie
'Bestuur en bele'rd' voorafgaande aan de reguliere kringvergadering.
En vervolgens zullen we de bouwstenen een zeer belangrijke plaats dienen te geven
in het concept-beleidsplan van de aangesloten banken voor de komende jaren. De
gedachtenontwikkeling en de uiteindelijke besluitvorming over dit beleidsdocument
zullen in belangrijke mate de ontwikkelingslijnen gaan bepalen. Ik zal niet te veel
vooruitlopen op de inhoud, maar wil in dit stadium toch een zeer wezenlijk onder
deel naar voren halen.
In het maatschappelijk bestel, waarin wij opereren, wordt iedere onderneming uit
eindelijk afgerekend op de beheersing van zijn kosten. Ogenschijnlijk fraaie cijfers
met een structureel zware kostencomponent in zich kunnen zeer misleidend zijn.
Kijkend naar onze kostenstructuur hebben we naar mijn gevoel nog een hele weg
te gaan. Neem bijvoorbeeld eens de risicokosten in onze kredietverlening. Nadere
analyse leert, dat sommige sectoren aanmerkelijk risicovoller zijn dan andere. Dit zal
niet alleen in de tariefstelling tot uitdrukking dienen te komen, maar wij zullen ook
met veel meer en veelal andere kennis van zaken het financieringsvak moeten gaan
uitoefenen. Naast traditionele zekerheden zullen andere elementen bij de financie
ring in de beschouwing dienen te worden betrokken, bijvoorbeeld meer kennis van
produkt en produktieproces, de plaats van de onderneming in de bedrijfstak, de
kwaliteit van de onderneming en dergelijke. Door een betere beheersing van de risi
cokosten zal de rentabiliteit in de verschillende sectoren behoorlijk kunnen groeien.
Een tweede onderdeel van onze kostenstructuur wordt bepaald door de kosten ver
bonden aan het betalingsverkeer. Meestal gaat dan de gedachte uit naar tarifering.
Maar laten we wel bedenken dat er hierin nog heel wat efficiency is te bereiken door
produktontwikkeling en procesvernieuwing.
Een recent geadviseerde maatregel met betrekking tot het onderling dienstbetoon
heeft in wezen deze achtergrond.
Ook op dit beleidsgebied zal van de organisatie veel creativiteit en inspanning ge
vraagd worden om tot een verhoging van de rentabiliteit te komen.
Een derde wezenlijk onderdeel van onze kostenstructuur wordt gevormd door de
kosten van ons distributiesysteem. We dienen ons af te vragen of dit concept nu
en in de komende jaren zonder enige wijziging houdbaar is. Het heeft onmiskenbaar
een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van onze organisatie. Is het niet zo,
dat wij juist door onze alom tegenwoordige lokale aanwezigheid onze positie op de
spaarmiddelenmarkt hebben kunnen realiserenMaar dat hoeft in de (nabije) toe
komst niet zonder meer zo te zijn.
Met name door technologische ontwikkelingen, die nieuwe en andere concurrentie
mogelijk maakt, staat ons distributieconcept reeds thans onder druk. Hieraan wer
ken is in de komende jaren een vitale opgave. Naar mijn inschatting staan we aan
de vooravond van een zekere mate van industrialisering van bancaire processen.
Niemand weet nog hoe dat precies zal uitpakken; er zullen nog veel onderzoeken
gedaan en proefprojecten opgezet moeten worden. Maar de voortekenen zijn on
miskenbaar. Ik heb met opzet de term 'industrialiseringgebruikt om daarmee iets
van de omvang en de ingrijpendheid van de komende ontwikkelingen aan te duiden.
Denk maar eens aan de ontwikkeling van de landbouw in de achter ons liggende
25 jaar, de automobielindustrie en de sector van de elektronica.
Ik heb de term ook gebruikt om ons zo vroeg mogelijk te oriënteren op de mogelijke
gevolgen. Een adequate beleidsvisie is een noodzakelijke voorwaarde om de toe
komstige ontwikkelingen een beheerst proces te laten zijn. Daarvoor moeten wel ie
der jaar een aantal stappen gezet worden.
Bouwstenen zijn er genoeg; het woord is aan de beleidsbepalers.
Burghouts