i .,fX- 33 Individuele keuze Verenigd Naast de houtteelt op agrarische gezinsbedrijven wordt in Zweden zeer grootschalig bosbouw bedre ven. Dit bos is in handen van grote, particuliere of staatsinstellingen, waarbij de meest moderne groot schalige kaptechnieken worden toegepast. Herinplant zorgt voor de continuïteit. In Zweden is, in vergelijking met ons land, het part-time agrarische bedrijf een veel voorkomend bedrijfstype. Ook is het heel gebruikelijk wanneer de vrouw een baan uitoefent buiten het agra risch bedrijf. Ondanks de uitgestrektheid van het land vormt de meer intensieve bodem- en veeproduktie de basis van de landbouw: 80% van het agrarisch inkomen in de Zweedse landbouw wordt gevormd in de veehouderij. De melkvee-, varkens- en pluimveehouderij staan op een technisch peil dat vergelijkbaar is met dat van ons land. Er zijn soortgelijke problemen: markt- en milieu perikelen. Voor melk geldt een tweeprijzensysteem: een hoog gehouden binnenlandse marktprijs die geldt voor een bepaald quotum en een lagere exportprijs voor het meerdere. De individuele veehouder heeft de keus: of dit tweeprijzenstelsel per bedrijf of een meng- prijs vanuit zijn coöperatie. Deze laatste was in 1985/1986 circa 10% lager dan de binnenlandse refe- rentieprijs. Prof. drs. J. de Veer van het Landbouw- Economisch Instituut in Den Haag bepleitte enkele ja ren geleden zo'n tweeprijzensysteem voor de Neder landse en Europese situatie. In de akkerbouw worden in Zweden onder meer braakpremies gegeven. De boer ontvangt een vergoe ding per bedrijf van 30% van de garantieprijs. Circa 7% van het Zweedse graanareaal is op deze wijze bui ten de produktie gesteld. In de gesprekken met de Zweedse boerenorganisaties bleek overigens dat men van braaklegging geen definitieve oplossing verwacht. De overheid stimuleert omschakelingsprogramma's gericht op de produktie van plantaardige eiwitten, energiegewassen, zetmeel en nieuwe houtsoorten om de overtollige gronden nieuwe functies te geven. Ook deze nieuwe produkten kosten de belastingbetaler en consument veel geld. De Zweedse publieke opinie staat in het algemeen positief ten opzichte van deze nieuwe produkties. Ook al bedragen de kosten voor het beleid ervoor veelal meer dan bij de traditionele landbouwproduktie. Milieubescherming, werkgelegen heid en plattelandsbeleid, zoals het scheppen van re creatiemogelijkheden, scoren eveneens hoog. Binnen de landbouworganisaties brengen deze verschillende doeleinden van de landbouw de nodige spanning met zich mee. Dit heeft tot nu toe geen negatieve gevolgen gehad voor de landbouworganisaties. Ondanks de soms uiteenlopende belangen zijn grote en kleine be drijven, full-time- en part-time- landbouw verenigd ge bleven in gezamenlijke sterke landbouworganisaties en coöperaties, leder van deze groepen beseft dat iso lering de eigen positie verzwakt. De Zweedse land- bouwformule heeft zonder twijfel te maken met de welvaart die de industrie oplevert. Minder dan bij ons behoeft de landbouw een exportformule waar te ma ken. Dit 'meer dan wittebrood' en de overweldigende landelijke ruimte zijn belangrijke factoren waardoor het Zweedse landbouwmodel niet zo maar 'vertaald' kan worden naar de Nederlandse landbouwsituatie.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 33