Mensenwerk: ook in Brussel
Mild om anderen, indringend
tegenover zichzelf
Je gaat intensief meeleven met
'jouw' organisatie
over 10 jaar hier nodig heeft. Ik werd bij
wijze van spreken de zaai uitgefloten.
Zulke viezigheid hoefden ze daar toen
niet.
Die periode noem ik mijn eerste carrière.
Ik heb het landbouwbeleid leren kennen
en het toepassen van landbouwkrediet
instrumenten.'
Heringa spreekt voor de vuist weg. Het
beeld schetsend dat hem nu in grote lij
nen op een afstand van jaren voor de
geest komt. Hij laat, ook in het vervolg,
wel even merken dat hij er een eer in
stelt uit de school te stammen van S. L.
Louwes, de befaamde directeur-
generaal uit de bezettingstijd en van
Sicco Mansholt. Maar zijn eigen func
ties noemt hij niet. Ook niet als zijn
tweede loopbaan, de Brusselse tijd, aan
de orde komt. Daar was hij van 1958 tot
1973 werkzaam, als directeur-generaal
van Landbouw, speciaal belast met de
organisatie en het beheer van de land
bouwmarkten. Wij missen zo'n opsom
ming van functies niet, want wij luiste
ren liever even verder, naar wat er spon
taan uit de gerijpte ervaring van een
man als Heringa naar boven komt.
'Nederland kreeg West-Europa als afzet
gebied. Met name dank zij ons agrari
sche kredietwezen, de aanpak van de
mechanisatie en de veredeling liep Ne
derland in Europa voorop met de moder
nisering van de landbouw. Ook met de
import van soja en granen. Europa wilde
selfsupporting worden: nooit meer de
voedselschaarste van de oorlogstijd.'
'Daar in Brussel hebben we voor het Eu
ropa van de Zes een landbouwbeleid
opgebouwd. Met name door politieke
druk is daarbij gezondigd tegen de eco
nomische wetmatigheid van produktie
en afzet. De voorstellers uit Brussel had
den lagere prijzen in gedachten dan bij
de besluiten van de ministerraad uit de
bus kwamen. De voorstellers hadden
ook minder zekerheden voor inkomen of
afzet van de boeren in gedachten. De
toenmalige Europese Commissie heeft
vaak voor de cruciale vraag gestaan:
een slecht besluit of geen besluit?'
'De politieke eenwording van Europa
schreeuwde eenvoudig om besluiten. Er
werd grote druk uitgeoefend om tot
eenwording te komen en met name tot
vrijere handel van industrieprodukten.
De overgangsperiode daarheen moest
verkort worden. Wij hebben bij de Euro
pese Commissie indertijd niet voorzien
in welke mate het rendement van grond
en dier zou stijgen. Dat is ver uitgegaan
boven het voorstellingsvermogen van
de toenmalige experts.'
'Het verleden kun je niet terugdraaien.
Wel krijgt de hedendaagse, grote land
bouwproblematiek in mijn ogen een ei
gen kleur omdat er die lijnen naar vroe
ger zijn. Je hoort nu suggesties over af
vloeien van boeren, over areaalbeper
king enzovoort. Dat raakt een vraag
stuk, waar we in mijn tijd in Brussel ook
al mee zaten. Kun je een beschermd
marktstelsel opbouwen met een inter
nationaal beleid en internationale instru
menten, als het sociale beleid een puur
nationale aangelegenheid blijft? Als je
nu instrumenten moet vinden/gebrui
ken, die het inkomen van de boer nega
tief beïnvloeden, heb je op die vraag ei
genlijk geen bruikbaar antwoord. Nog
moeilijker is het geworden, doordat de
EG voortdurend is uitgebreid met landen
die niet mee konden komen: Ierland,
Griekenland, Spanje, Portugal.'
'Er zijn maar weinig mensen, die als ze
het goed hebben, bereid zijn iets af te
staan. Zo gaat het ook met regeringen
die er voor moeten zorgen dat ze aan de
macht blijven. Zolang het met de ont
wikkeling van Europa crescendo ging,
waren ze bereid iets af te staan, maar
om van het mindere wat af te staan, dêt
is veel moeilijker.'
Zo'n levenservaring is misschien niet
schokkend, maar krijgt voor de toehoor
der een speciale klem doordat je het uit
de eerste hand hoort. We raken een on
derwerp waar Heringa niet los van is,
het houdt hem bezig. Hij is er zelf bij be
trokken geweest. Later tijdens ons be
zoek, als we over heel andere dingen
praten, horen we dat zijn lijfspreuk is die
van een Russische politicus: 'Ik wil niet
ik zijn, ik wil wij zijn'. 'Die past goed
voor een coöperatie,' zegt Heringa.
Maar wij proeven er ook iets van in de
wijze, waarop Heringa in beschouwen
de trant voor zichzelf de balans van
Brussel opmaakt. Mild, maar ook met
een indringende vraag aan zichzelf.
'Steek geen beschuldigende vinger uit
naar de huidige Commissie in Brussel,
alsof die verantwoordelijk geacht moet
worden voor de overschotten en de ge
brekkige politieke wil. De mensen daar
moeten werken in de omstandigheden,
zoals die er nu feitelijk liggen. Zo moet
die Commissie nu praten over proble
men, die wij in het verleden wellicht
hebben geschapen.'
'De grote vraag die mij bezighoudt is:
heb ik de lessen van mijn directeur-ge
neraal S. L. Louwes niet goed opge
volgd? Die zei: je mag alles doen, maar
als je tegen de economische wetten in
gaat, ben je gevaarlijk bezig en breng je
de toekomst in gevaar.'
'Die gedachte komt steeds meer bij mij
op. Hebben wij de wortels niet gelegd
voor de instandhouding van een land
bouwstructuur, die ondanks goede be
doelingen, niet houdbaar blijkt te zijn na
versnelde ontwikkelingen? Achteraf be
zien, hebben we een produktie in stand
gehouden, waarvan de lasten ondrage
lijk geworden zijn. Landbouwprijzen,
daar kun je niet mee terug. Ik zeg dit,
niet droever, maar wel iets wijzer ge
worden.
In 1973, toen het Europa van de Zes
met Engeland, Denemarken en Ierland
werd uitgebreid, heeft Heringa vrijwillig
Brussel verlaten en zich weer in Neder
land gevestigd. Dat luidde zijn 'derde
carrière' in.
'Ik was toen nog maar 57 jaar en had
me dan ook van te voren goed georiën
teerd of er voor mij in Nederland werk
zou zijn. Welnu, ik heb een volbezette
werkweek gekregen, zowel in (land
bouw-jorganisatieverband als bij de
Rabobank, met alles wat dit meebrengt,
afgezien nog van enkele commissaria
ten in industrieën en een paar commis
sies van de Hervormde Kerk.'
'Voor mij, pas benoemd in de Raad van
Beheer, was het eerst alsof er een over
weldigende golf van nieuwe zaken op
me afkwam, hoewel ik met de coöpera
tiewereld toch al zeer vertrouwd was.
Steeds was er de vraag: moet het blij
ven zoals het was? In 1975/76 hoorde
je vanuit de organisatie geluiden als:
niet te veel nieuwe dingen, het gaat
goed zo, bemoei je er niet mee.'
'Ik vind, dat de leiding van Rabobank
Nederland erin is geslaagd zich zodanig
op te stellen dat alle banken bereid ble
ken mee te gaan in het denken (en
doen). En toch hebben we van ons zelf
geen kopie gemaakt van de handelsban
ken. We hebben ons op eigen wijze we-