Coöperatief bankieren op
geaccidenteerd terrein
Algemene Vergadering 1987
20
Rede van drs. H. H. F. Wijffels
'De stagnatie in de aanwas van bankbesparingen belemmert de
financiering van de ook voor dit jaar verwachte aanhoudend
grote kredietvraag, waarvoor de Rabobank zich ziet gesteld. Als
door het fiscale klimaat de stroom bankbesparingen verder
opdroogt, veroorzaakt dat hogere financieringslasten voor het
midden- en kleinbedrijf. Die ontwikkeling raakt de primaire
doelstelling van het coöperatief bankieren - het bijeenbrengen
van lokale spaarmiddelen ter financiering van lokale bedrijvigheid,
tegen voor bedrijfsleder zo gunstig mogelijke voorwaarden - in
het hart.'
Een cri-de-coeur van de Rabobankorganisatie, verwoord door drs.
H. H. F. Wijffels in zijn - eerste - toespraak tot de Algemene
Vergadering.
rtikel 2 van de statuten van
onze plaatselijke banken zegt
dat het doel van de Rabo
bank is, het behartigen van
de belangen van haar leden.
Daarbij wordt in het bijzonder
gedoeld op de financiering
van de bedrijfs- of beroeps
uitoefening van de leden. Met andere
woorden, het eerste onderdeel van onze
bedrijfsactiviteiten dat van belang is
voor een beoordeling van de gang van
zaken in 1986, is de zakelijke kredietver
lening.
Op dit punt kunnen we over het afgelo
pen jaar zonder reserve tevreden zijn.
Vanuit een verder groeiende ledenkring
werd een aanmerkelijk toegenomen be
roep op onze organisatie gedaan.
Groeiende kredietbehoefte
In 1986 werd voor een bedrag van bijna
f 10 miljard aan nieuwe leningen aan be
drijven verstrekt. Een record, want een
bedrag van die omvang hebben wij in
onze organisatie nog niet eerder bereikt.
Het betekende een stijging van 24% ten
opzichte van 1985. De financierings-
vraag van de agrarische sector lag in
1986 zelfs 33% boven die van 1985.
Vanuit bepaalde agrarische sectoren
was de financieringsbehoefte dan ook
duidelijk hoger dan aanvankelijk door
ons werd verwacht. Ook de financie-
ringsvraag uit het niet-agrarische be
drijfsleven bewoog zich op een hoog ni
veau. Het accent ligt daarbij, gezien de
aard van de te financieren activa, meer
op de kredietverlening in rekening
courant. Bedrijven in de sectoren han
del, nijverheid en dienstverlening kon
den vooral profiteren van de veel betere
gang van zaken op binnenlandse mark
ten. Dat leidde tot groei van bedrijvig
heid en een toenemende investerings
activiteit met bijbehorende financie
ringsbehoefte. Bij de groei van onze kre
dietverlening aan het midden- en klein
bedrijf speelt tevens een rol, dat ons
marktaandeel in die sector van jaar tot
jaar blijft stijgen. Inmiddels heeft één op
de drie ondernemers in het midden- en
kleinbedrijf een plaatselijke Rabobank
als huisbankier.
een op de drie ondernemers uit het
midden- en kleinbedrijf heeft de Rabo
bank als huisbankier
Tegenover een recordniveau aan ver
strekte financieringen stonden ook om
vangrijke aflossingen, met name uit de
agrarische sector. Dat laatste vindt zijn
verklaring in het feit dat een groot deel
van de nieuwe financieringen werd ge
bruikt voor onderlinge transacties bin
nen de landbouw. Daarin weerspiegelt
zich de hergroepering van de produktie-
capaciteit, die met name in de melkvee
houderij plaatsvindt. Ook schuldver
nieuwingen, deels als gevolg van om
zettingen naar leningen met een ander
(langer) rentetype, vormden een oor
zaak van het hoge aflossingenniveau.
Per saldo nam niettemin de bij bedrijven
uitstaande kredietportefeuille fors toe.
De totale omvang daarvan beliep eind
1986 f 54 miljard. Daarvan heeft f 25
miljard betrekking op de agrarische sec
tor en f 29 miljard betreft financieringen
aan bedrijven in de handel, nijverheid en
dienstverlening.
Zowel de omvang van de kredietporte
feuille als de groei die erin zit, mag wor
den gezien als een uiting van het brede
vertrouwen dat onze bank in het Neder
landse bedrijfsleven geniet. Zojuist
wees ik er al op dat wij inmiddels voor
één op de drie ondernemingen uit het
midden- en kleinbedrijf huisbankier zijn.
Ook van de agrarische leden blijken wij
onverminderd het vertrouwen te genie
ten. Recent onderzoek toont aan dat
ons marktaandeel in de agrarische sec
tor de laatste jaren zelfs nog iets is toe
genomen. En dat ondanks de toegeno
men belangstelling van andere banken
voor de financiering van agrarische be
drijven. We mogen deze ontwikkelingen
zien als een bevestiging van het feit dat
we er kennelijk in slagen onze coöpera
tieve doelstellingen waar te maken. Te
gelijk houdt dit een uitdaging voor de
toekomst in. We zullen onze rol als op
de belangen van de leden-bedrijven toe
gespitste organisatie moeten blijven
spelen, juist ook in een tijd die zich ken
merkt door vele en soms ingrijpende
veranderingen.
De landbouw wordt geconfronteerd
met sterk gewijzigde marktomstandig
heden. Het landbouwbeleid beweegt
zich in de richting van minder bescher
ming en een streven naar meer markt-
conformiteit.
Nieuwe technologische mogelijkheden
dienen zich aan. In andere sectoren van
de economie doen zich soortgelijke ont
wikkelingen voor. Ook daar wijzigen
zich marktomstandigheden en veran
dert de technologie waarmee wordt ge
werkt. Voor ons eigen bankbedrijf is het
trouwens al niet anders. Bij al die veran
deringen is er één constante en die is
dat we onze actie consequent moeten
blijven richten op het dienen van de be
langen die aan ons zijn toevertrouwd.
Om dat goed te kunnen doen zullen we
veranderende financieringsbehoeften,
voor zover dat in ons vermogen ligt, op
de voet moeten blijven volgen. Geheel
in die geest zijn de laatste paar jaren
verschillende nieuwe financierings
instrumenten ontwikkeld, die inspelen
op de behoefte aan risicodragend ver
mogen bij startende en zich vernieu
wende ondernemingen.