w Coöperatief bankieren praktisch vertalen dat veel bancaire diensten zoveel kosten met zich meebrengen dat het niet meer billijk is die door andere bancaire pro dukten te laten betalen. Trekken we de kring wat nauwer dan moeten we constateren, dat het finan ciële klimaat in 10 jaar buitengewoon veel bank-onvriendelijker is geworden. De overheid maakt het voor de burger die zijn geld bij de bank wil brengen, niet aantrekkelijk. Dat heeft tot gevolg dat wij de brandstof voor ons bankbe drijf moeilijker binnen krijgen. Dit heeft gevolgen voor de rentemarge die onder grotere druk komt te staan. Het bankbedrijf heeft daarnaast een golf van technologie te verwerken. Enerzijds leidt dit tot het gebruik van al lerlei systemen binnen de bank waarbij bijvoorbeeld klanten in plaats van aan de balie door geldautomaten worden geholpen. Anderzijds komen nieuwe partijen op de markt die met technologie de markt bestormen. De concurrentie neemt toe. Er is sprake van branchevervaging. Grenzen van werkgebieden en lands grenzen vallen onder dit technologisch geweld weg. Internationale regelgevin gen raken ons bankbedrijf. Marktstruc turen veranderen. Brussel krijgt invloed op onze solvabiliteitseis. Dit geheel vergt herbezinning, niet al leen voor ons als bestuurders en direc teuren van banken, maar ook voor onze medewerkers. Medewerkers, die mee moeten kunnen denken in richtingen die hen vroeger vreemd waren, die beter opgeleide klanten ontmoeten, en die be trouwbaarheid van plannen en financië le houdbaarheid van een nieuw soort bedrijvigheid moeten kunnen beoorde len. Medewerkers, die met sterkere de legatiepatronen in zeer belangrijke mate de slagkracht en het succes van onze organisatie zullen gaan bepalen. Dat vraagt nog meer ondergrond en kennis van onze medewerkers. Tegen de achtergrond van alle ontwik kelingen die op ons afkomen, alle veran deringen die zich in de maatschappij en dus ook in het bankbedrijf voltrekken, is het noodzakelijk je af te vragen wat dit voor ons betekent. Voor ons als coöpe ratieve bankorganisatie. We moeten we ten wat we willen en daarvoor hebben we zicht nodig op onze doelstelling. Het betekent dat we de coöperatieve dis cussie ontdoen van vaagheid en richten op de praktische toepassing. De statuten van onze banken en van de organisatie geven de doelstelling helder weer. De behartiging van de belangen van de leden geschiedt in de eerste plaats door onze leden/bedrijfscliënten zo goed mo gelijk te bedienen, waaronder de agrari sche sector die bij traditie de hoofdrol opeist. Dat betekent het waarborgen van een gezonde financiering tegen een zo gunstig mogelijk tarief. Het betekent ook dat we het lid, dat na een zorgvuldi ge procedure is aangenomen, zo lang als bedrijfseconomisch verantwoord is, steunen. Deze tijd, zoek de zonzij, geeft ons de mogelijkheid dat aan te tonen. sterkere delegatie vraagt nog meer kennis en achtergrond van mede werkers In samenhang daarmede, immers zij zijn de leveranciers van de grondstof, ken nen we leden die niet lenen maar spa ren. Hen garanderen we een redelijke marktconforme rente. Velen van onze spaarders ontlenen hun lidmaatschap aan het feit, dat zij zich medeverant woordelijk voelen voor de samenleving waarin de bank zijn werkgebied heeft. Het tarief dat wij onze leden bedrijfs- cliënten bieden vloeit voort uit onze doelstelling. Het tarief voor onze leden spaarders vloeit voort uit marktoverwe- gingen. Ik ben ervan overtuigd dat vele van onze bancaire concurrenten jaloers zijn op dit bedrijfsconcept, dat wij - als we daar

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 15