Reikwijdte: de beheersing van
de geldcreatie
den dat zijn goede scholing, HBS-b en
HAS, en z'n nuchtere kijk op zaken er
zeker wat mee te maken hebben gehad.
Sinds drie jaar is hij nu voorzitter van
het bestuur. 'Holten is een relatief 'ge
makkelijke' bank,' aldus Stegeman, 'de
omstandigheden zijn goed hier. We be
dienen een werkgebied met een straal
van ca. 5 km en zo'n 9000 zielen vanuit
het ene kantoor dat we hebben. We
hebben altijd al ons best gedaan om
meer te zijn dan een 'papieren' coöpera
tie en in de praktijk van alle dag aan on
ze relaties te tonen wat we waard zijn.
Een coöperatie is geen doel in zichzelf,
je staat voor je leden. Er moet sprake
zijn van zichtbare voordelen die tot
uiting komen in de kwaliteit en de prijs
van de dienstverlening en in de loyaliteit
ten opzichte van het lid.'
In samenhang hiermee laat Stegeman
zich lovend uit over de toespraak van
Baron van Verschuer. 'Ik was blij te be
luisteren dat het naar mijn mening wat
overdreven idealistisch gepraat over de
coöperatie van de laatste jaren terzijde
wordt geschoven en we weer met beide
voeten op de grond komen. Op een
nuchtere manier zei Van Verschuer van
morgen wat ons als coöperaties te doen
staat. De discussie ontdoen van z'n
vaagheid: praktische toepassing. Die
rechtstreekse manier van de dingen
zeggen, spreekt mij als 'tukker' aan.
Maar alles is nog niet gezegd, er zit
meer aan vast. Als ik van m'n directeur
goed begrepen heb wat er op de mana
gementconferenties is behandeld, moet
er nog meer duidelijk gemaakt worden.
A/s wij bestuurders dit najaar dezelfde
kost voorgeschoteld krijgen, weten we
Al voor z'n achtentwintigste was Ste
geman bestuurslid van het Opleidings
centrum voor Dierveredeling in Almelo.
Twee jaar geleden werd hij bestuurs
voorzitter van de Stichting Bedrijfsvoor
lichting Varkenshouderij Overijssel. Van
uit die hoedanigheid is hij momenteel
ook nog vice-voorzitter van de SIVA.
Sinds een halfjaar is hij hoofd
bestuurslid van de OLM en voor de bank
is Stegeman bovendien ook nog voorzit
ter van de Regionale Beoordelingscom
missie van het Garantiefonds. Een volle
agenda, die veel tijd kost. Hij doet het
allemaal vanuit de gedachte dat het we
zenlijk is dat mensen uit de praktijk ver
tegenwoordigd zijn in allerlei bestuur
sorganen, die zich met die praktijk be
moeien. Alleen dan is een goede wissel
werking gewaarborgd en kan er vooruit
gang worden geboekt. De Rabobank-
organisatie is een goed voorbeeld, om
dat zij via de diversiteit in de besturen
een uitstekende voeling heeft met wat
zich in de bancaire praktijk afspeelt.
Volgens Stegeman was dat in de rede
van Wijffels ook goed te herkennen.
'Daarin geeft hij als het ware in het
openbaar namens de hele organisatie
nog eens weer een signaal af dat de za
ken bij al die plaatselijke Rabobanken te
lijden hebben van fiscale regelingen en
de wensen van de overheid op dat ge
bied. In een stijl die mij zeer aanspreekt
- nuchter en zakelijk - spreekt Wijf
fels dan vanuit de praktijk van al die
Rabobanken naar de overheid toe.'
'Duisenberg, als President van de Ne-
derlandsche Bank, staat er weer boven.
Die worstelt vanuit zijn optiek op een
ander niveau met de problemen. Maakt
duidelijk waarom hij maatregelen moet
nemen die niet iedereen aanstaan, hoe
hij aankijkt tegen het nut van zo'n kre
dietrestrictie. Het zijn geen zaken waar
ik dagelijks mee bezig ben. Maar je weet
dat er een instrumentarium wordt ge
hanteerd. Daarin hebben we vanmiddag
wat inzage ingekregen. Ook daar neem
je wel iets van mee.'
Stegeman neemt het allemaal mee, te
rug naar Salland. De op deze dag opge
dane informatie zal hem in zijn bestuur
lijk werk wel van pas komen. Voor de
goede gang van zaken in de praktijk van
de varkenshouderij, maar zeker ook bij
zijn Hol ten se Rabobank. Wat is blijheid
bij een nuchter mens?
AJK
Vervolg van pagina 11
dus in dat bij de jaarlijkse beleidsbepa
ling een eventueel optredende prijsstij
ging of prijsdaling in beginsel buiten be
schouwing wordt gelaten. Van deze re
gel kan hoogstens bij uitzondering wor
den afgeweken. BTW-verhoging is daar
van een voorbeeld. De bestrijding van
de algemene prijsstijging, die daaruit
voortvloeit, is niet zinvol. Overmatige
loonstijgingen zijn niet zo'n uitzonde
ring. Daarbij gaat het immers niet om
eenmalige gebeurtenissen, maar al
gauw om een zichzelf versterkend infla
toir proces. Het monetair accommode
ren van looninflatie kan slechts het op
geven van de doelstelling van behoud
van priisstabiliteit betekenen.
Resteert de derde factor, waarmee reke
ning moet worden gehouden: de veran
deringen in de omloopsnelheid. Het
gaat daarbij niet om de invloed van de
conjunctuur of de rente op de omloop
snelheid, maar om meer institutioneel
geaarde veranderingen die zich in het al
gemeen vrij geleidelijk zullen voordoen,
bijvoorbeeld als gevolg van veranderen
de betalingsgewoonten en -technieken
en - recentelijk - innovaties op de fi
nanciële markten. De invloed van inno
vaties doet zich in Nederland - wat dit
aspect betreft, gelukkig - nog nauwe
lijks gelden. Wel worden wij echter al
sinds het begin van de jaren zeventig
geconfronteerd met een voortgaande
daling van de omloopsnelheid van het
geld. Deze kan voor recente jaren empi
risch niet volledig worden verklaard. Het
lijkt redelijk voorshands bij de beleidsbe
paling rekening te houden met enige
verdere trendmatige daling van de om
loopsnelheid, dat wil dus zeggen met
enige verdere stijging van de liquiditeits
quote. Dit kan worden gedaan door het
geldgroeipercentage op een wat ruim
bemeten jasje (een veronderstelde
trendmatige groei van 3%) af te stem
men.
Hoe moet dit trendmatige geldhoeveel-
heidsbeleid vorm worden gegeven? Als
we ervan uitgaan dat neutrale financie
ring van het overheidstekort regel is, is
het eigenlijke object van het beleid be
heersing van de geldcreatie door het
bankwezen. Ik ga het nu dus hebben
over de rol van wat - eigenlijk ten on
rechte - nog steeds het krediet-
restrictie-instrument heet.
De term kredietrestrictieregeling stamt
uit de tijd eind jaren vijftig, begin ja
ren zestig - dat de korte kredietverle
ning nog in absolute zin werd begrensd.
(Het lange bedrijf van de banken was
nog onbetekenend: het behoefde aan
vankelijk nog geen voorziening.) Met in-