agboek van rn kassier lijk niets van die agrarische missie op het terrein van de industriële grondstoffen moeten hebben. Zoals de olie-industrie. De afhankelijkheid van politieke besluit vorming bij de landbouwprijsvorming wordt eveneens wel als beletsel genoemd om de weg van de agrificatie van de chemie op te gaan. Toch is het opmerkelijk dat het agro-industriële Italiaanse concern Feruzzi grote belangen heeft verworven in het grote chemieconcern Montedison om blijkbaar die mogelijkheden wel te ontwikkelen. In ieder geval kan samenwerking een betere afstemming van de verwerking van agrarische grondstoffen en de afzet naar de chemische sector tot gevolg hebben. Misschien iets om in Nederland ook eens te overwegen. Wij hebben ten slotte een aantal omvangrijke agrarische verwerkende bedrijven, denk aan Avebé, Suiker Unie en CSM en de zuivel, en een aantal hoogwaardige chemische bedrijven, met veel research-activiteit. De zon scheen en een wandeling door de stad leek ons het juiste middel om wat te bekomen van het nog al hartige gesprek dat we die middag hadden gevoerd met enkele eminente vertegenwoordigers van de cen trale bank. Die stad heeft ten slotte niet alleen betekenis omdat ze het hoofdkwartier van Friedrich Wilhelms erfgoed herbergt. Als je de moed hebt om de duistere pijpenla door te gaan, die men weids traverse noemt en daarna nog in staat bent om het drukke overdekte sta tionspleintje heelhuids over te steken, is de beloning de moeite echt waard. Na het moderne winkelcentrum kom je in een fraaie oude stad met gezellige straatjes en die zo karakteristieke terrasjes langs de werven van de Oudegracht. Mijn metgezel, voorzitter van het bestuur, voelde er na enige tijd voor om de evaluatie van het bovengenoem de gesprek niet langer voort te zetten te midden van het flanerende publiek, maar een rustig tafeltje te zoeken. Vanuit eerdere expedities kende ik aan de Vismarkt een gezellig etablissement, waar men zowel binnen als buiten een koel glas serveert. We waren daarvoor ech ter al wat te ver doorgelopen en moesten met een haakse bocht via het Domplein terugkeren. De Dom kerk stond zoals we daaraan gewoon zijn geraakt voor een deel in de steigers en de stoere fakkeldraagster er naast is daardoor wat in de verdrukking geraakt. Maar de eeuwenoude toren is alweer een tijdje uit het gips van de restaurateurs en stak fraai af tegen de blauwe voorjaarshemel. Wat me echter verbaasde was de pa- tatkraamachtige toestand voor de toreningang en de masten met vlaggen die iets familiaars hadden. Dat blauw en die logo. Jawel hoor, het was een soort Rabovlag met de tekst 'Rabobank Utrecht, 75 jaar van en voor de stad'. De kraam bleek helaas gesloten, maar tot mijn vreug de naderde op het juiste moment een door zijn veer krachtige tred alom bekende functionaris van het regiokantoor dat deze stad onder zijn hoede heeft. Hij nodigde ons per procuratie met een brede zwaai uit om de Domtoren te betreden, waar naar zijn zeggen weldra een ontvangst zou beginnen. Het bleek waar te zijn. De plaatselijke Rabobank had min of meer de hele Domtoren afgehuurd om haar ju bileum luister bij te zetten. De geachte cliëntèle kon er gratis de toren beklimmen, een tentoonstelling bewon deren, koffie drinken, een prijsvraag oplossen en zelfs een wandeling maken. Een aardig idee voor een grote stad, leek mij. Maar tot mijn grote schrik werd op zo'n dertig meter boven de begane grond in een ruim zeshonderd jaar oude kapel, mijn voorzitter ineens laaiend enthousiast en riep dat dit ook een uitstekend idee zou zijn voor ons eigen ju bileum straks. Dat moest toch kunnen, meende hij. Onze eigen toren was weliswaar niet zo oud en ook niet zo hoog, maar wie was er nou ooit helemaal bovenop geweest. Bijna niemand toch zeker. En je zou er een fotowedstrijd bij kunnen organiseren en misschien op het plein een bourgondische maaltijd met zo'n spit. En of ik nu zei, dat ik in het grote actieboek nog veel meer leuke plannetjes had en dat de koster er niks voor zou voelen en dat het kerkbestuur altijd naar de koster luisterde en bovendien de torenomgang door het uitblijven van de restauratiesubsidie zo gammel was, dat het betreden ongetwijfeld een hachelijke zaak zou blijken en dat het uitzicht ook al niet was om over naar huis te schrijven, hij bleef erbij dat hij het op de volgende bestuursvergadering aan de orde zou stellen. Ik dronk nog een glas met een Utrechtse collega, luisterde met belangstelling naar een van zijn aller vriendelijkste medewerksters en knabbelde op een voortreffelijk sateetje. En intussen bedacht ik dat afgezien van de door mij reeds geopperde praktische bezwaren, zo'n torenplan bij ons op een groot probleem zou stuiten. Immers zo'n stadsbank heeft kennelijk een heel ander soort cliënten dan wij op het platteland. Bij ons lachen ze je uit als je bij wijze van jubileumgeschenk voor je trou we leden aankomt met een gratis klimtochtje op de kerktoren. Dat is toch geen cadeautje, dat is meer een soort straf. Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 30