Overcapaciteit Gezonde vloot dernemer een factor van grote beteke nis. Maar daarnaast heeft de zeker heidsstelling in de visserijfinanciering heel eigen kenmerken. Een kotter kost al gauw enkele miljoenen guldens. Kapi taal dat - eenmaal geïnvesteerd - al leen zijn waarde heeft, als er voldoende opbrengsten mee voortgebracht kun nen worden. En met name daar spant het. Er moet voldoende quotum voor handen zijn. Om daarvan verzekerd te zijn, ook bij onverhoopte quotumverla gingen, zal soms quotum (bij)gekocht moeten worden. Prijzen van f 50,- per kilo tong zijn geen uitzondering. Dus zo'n quotum heeft onmiskenbare waar de. Maar gezien het vergankelijke karak ter is de vraag in hoeverre hierin een ze kerheid voor financiering kan worden gevonden. Uit het gesprek komt duide lijk naar voren dat hoe dichter bij de vis ser, hoe sneller die vraag bevestigend zal worden beantwoord. De visserijfinanciering staat onder druk. In verhouding tot het contingent vis, dat Nederland in EG-verband wordt toege kend, is onze vloot te groot. De kwaliteit van de schepen, schippers en beman ning is bovendien enorm hoog. 'Wij Hol landers hebben een vloot waarmee we met gemak de hele Noordzee alleen zouden kunnen afvissen,' zegt Jan Tanis niet zonder enige trots, 'het zijn bijna stuk voor stuk kleinschalige familiebe drijven, van vader op zoon. De grote be trokkenheid bij het bedrijf - we leven ervoor - is zonder meer ons sterkste punt.' Bovendien krijgt de bemanning, die als regel onder maatschapscontract vaart, naar de omvang van de besom ming betaald. Tot en met presteren, is ieders belang op een kotter. De onder linge wedijver tussen de schepen is zeer sterk. Men stuwt elkaar op tot steeds betere resultaten. Een ieders streven is om tegenover collega's en het thuis front zo goed mogelijk uit de bus te ko men. 'Een gezonde rivaliteit', noemt Van Wezel het. Steeds meer pk's en grotere tonnages zijn het gevolg. Aan de andere kant is het dus een rivaliteit, die de vis sers nu parten speelt. Als de quota niet ruimer worden, maar de kotters wel gro ter en krachtiger. Schipper Hans Tanis: 'Tegenwoordig moeten de vissers tegen zichzelf beschermd worden. Ik vind die regeling van maximaal 2000 pk motor vermogen een goede zaak. Anders gaan we aan onze eigen dynamiek ten onder. In onze kring stellen we van oudsher uit overtuiging overheidsbemoeienis niet al Directeur J. van Wezel: grote betrokkenheid bij het Goerese visserijgebeuren. te zeer op prijs, maar ook op dit punt geldt dat de nood de wet breekt.' Directeur Van Wezel: 'Wie vissers- bestaan zegt, zegt vrij ondernemer schap. Dat is altijd zo geweest. In deze tijd gaat het verwijt naar de banken dat ze te gemakkelijk meewerken aan de fi nancieringen. Er zijn inderdaad schip pers in het land die te zwaar geïn vesteerd hebben, maar dat zijn toch uit zonderingen. Wij zien in de eerste plaats de schipper als een ondernemer die we respecteren in zijn eigen verantwoorde lijkheid. Als de persoon goed is, zijn plan goed is, de rentabiliteit goed is, dan wil je en moet je als visserijbank geen 'nee' verkopen.' Daarbij wijst Jan Tanis op het plaatselijk belang van de visserij. Het grootste deel van bevolking vindt in of dank zij de visserij een bestaan. Dan laat een plaatselijke coöperatieve bank het niet zomaar afweten. Vanwege het veertig jarig bestaan is di recteur Van Wezel eens in de oude notu len van de bestuursvergaderingen gedo ken. Zeer tot zijn genoegen heeft hij kunnen constateren dat zijn bank nog nooit één cent verlies op de visserijfi nancieringen hoefde af te boeken. 'In de notulen van augustus 1947 staat de fi nanciering van het eerste schip be schreven. De voornaamste zekerheid werd gevonden in een borgstelling. Dat zegt iets over de situatie toen. Als plaat selijke coöperatieve bank deed je dat in die tijd. Op die manier zijn we in staat geweest de plaatselijke bedrijvigheid aan te zwengelen. Gemeenschap en bank ontwikkelden zich hand in hand.' De resultaten van de plaatselijke voor uitgang zijn alom zichtbaar op Goeree. De nieuwe haven, vlakbij de dam over het Haringvliet, is een lust voor het oog. Een pluim op de hoed van de gemeente Goedereede, die dit mee heeft weten te realiseren. Het is de thuishaven van een imposante kottervloot. 'Een gezonde vloot,' stelt Hans Tanis vast, 'met elkaar hebben we een redelijk quotum. Wel veel te krap naar ons zin natuurlijk, maar het is te doen.' Wat daarbij in het gesprek bijzonder benadrukt wordt door de drie Stellendammers, is het feit dat er geen enkel afzetprobleem met be trekking tot de gevangen vis is. Alles wordt grif aan de man gebracht en de prijzen zijn goed. 'En als er vraag is, wil je daaraan tegemoet kunnen komen. Dat zit je in 't bloed', zegt Hans Tanis. Door een stuk zelfregulering proberen de vissers oplossingen te vinden in de quotaproblematiek. Via de z.g. Produ centen Organisaties (PO's) kunnen te korten en overschotten op quota onder ling worden uitgewisseld. Hierdoor kun nen individuele, plaatselijke, nationale of zelfs internationale onevenwichtighe den in de vangsten rechtgetrokken wor den. De PO-West, waar Stellendam on der ressorteert, is al veel schippers van dienst geweest bij het ruilen van quo tum. 'In principe is het individueel aan een schipper toegekend quotum be schermd,' licht Hans Tanis toe, 'maar als blijkt dat het landelijk quotum waarover Nederland beschikt, is volgevist, dan moet de vangst op die vissoort worden gestaakt. Dat heeft mij in het verleden al parten gespeeld. Ik had schol over, terwijl ik tong teveel had. Op dat mo ment gaat het in de papieren lopen.' De quotering heeft nogal wat schrijf werk met zich gebracht. Ook voor de vissers. Na het binnenlopen in de haven, ziet men de schippers tegenwoordig druk in de weer met paperassen in plaats van vis. De Algemene Inspectie Dienst (AID), belast met het toezicht op de vangsten die via de afslag worden aangevoerd, controleert de opgaven van de schippers. Niet zelden leidt dit tot be boeting. 'Voor rondvis als kabeljauw en wijting heb ik een minimaal quotum,' verklaart Hans Tanis, 'maar met de plat vis haal je die wel binnen. Terugzetten is zinloos, dus je zit er wel mee als je in de haven komt.' In het eerste kwartaal van dit jaar heeft de Goeree 7 drie weken aan de wal ge legen als gevolg van de 'stilligregeling'.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 21