üTrfg"*
Kredietrestrictie
Minder druk op aanwas
reeds f 100 miljoen en in 1990 f 400
miljoen moeten opleveren. Inmiddels is
over deze materie overleg gaande tus
sen vertegenwoordigers van het bank
wezen en van het Ministerie.
Alleen al de aankondiging van de rente
maatregel heeft reeds effect gesor
teerd. Al ettelijke miljoenen aan spaar
gelden zijn richting buitenlandse banken
gegaan, om zo buiten de greep van de
fiscus te blijven. Waarschijnlijk zal ook
meer spaargeld in contanten worden
aangehouden. Daarmee vermindert een
essentiële middelenbron voor de ban
ken in betekenis, waardoor de rentemar
ge en dus ook de brutowinsten van de
banken verder onder druk kunnen ko
men. Andere mogelijke gevolgen zijn
een verdere verschuiving in de richting
van de institutionele beleggers alsmede
een toeneming van beleggingen in ef
fecten. Voor dividenduitkeringen is na
melijk sprake van een vrijstelling die niet
wordt gehinderd door een saneringsre
geling. Bovendien worden koerswinsten
niet belast.
Begin dit jaar bleek dat een kamermeer
derheid de kleine spaarders en bezitters
van een eigen woning meer wil laten
profiteren van de rentevrijstelling. Hier
toe is een voorstel gedaan tot verhoging
van de vrijstelling van belastinghef
fing tot f 1000,- (voor echtparen
f 2000,-), vrijstelling van de rente op
spaarbankboekjes van kinderen tot
f 500,- per kind, alsmede afschaffing
van de saneringsregeling. Tevens is
voorgesteld dat de banken de fiscus
ook moeten informeren over de genoten
rente-inkomsten op obligaties. De mi
nister heeft op deze voorstellen niet af
wijzend gereageerd.
De kapitaalvlucht in verband met fiscale
maatregelen maakt het voor de banken
extra moeilijk om te voldoen aan de in
formele afspraak met de Nederlandsche
Bank, dat het netto geldscheppend be
drijf van de banken (de kredietverlening
aan de private sector en de lange uitzet
tingen bij de overheid verminderd met
de lange passiva) over 1986 en 1987 te
zamen met niet meer dan 11 a 12%
mag groeien. Het CPB heeft becijferd
dat er voor dit jaar een ruimte resteert
van slechts 1 a 2%. Om zich aan de af
spraken te houden zullen de banken
zich rechtstreeks op de kapitaalmarkt
moeten begeven om hun lange midde
len op peil te houden. Veelal zal dan
sprake zijn van een zogenaamde om
wegfinanciering, d.w.z. dat de besparin
gen via de institutionele beleggers bij de
banken terechtkomen. De verkrij-
gingsprijs van deze middelen is hoger
dan die van de traditionele spaargelden,
zodat ook hiervan een nadelige invloed
op de rentemarge zal uitgaan.
Een van de wezenlijke functies van het
bankwezen, de transformatie van be
sparingen naar investeringen van bedrij
ven, komt onder druk te staan door een
onvoldoende aanwas van spaargelden.
Dit proces zal worden versterkt door de
voorgenomen maatregelen van het Mi
nisterie van Financiën. Dit veroorzaakt
op zijn beurt echter spanningen met be
trekking tot de afspraken die de banken
met de Nederlandsche Bank hebben ge
maakt. De banken zullen dan op de ka
pitaalmarkt meer lange middelen moe
ten aantrekken. De verkrapping van de
kapitaalmarkt, als gevolg van een gerin
ger aanbod (spaargelden) én een grote
re vraag, zal een opwaartse invloed op
de rente hebben.
Indien de realisatie van de beleidsvoor
nemens om de informatieplicht te ver
ruimen samen zou gaan met de verho
ging van de rentevrijstelling, kunnen de
consequenties voor het bankwezen
minder dramatisch zijn. Daarnaast moet
gestreefd worden naar opheffing van de
fiscaal ongelijke behandeling van spaar-
vormen voor oudedagsvoorzieningen.
Een toenemende individualisering,
zelfstandigheid en flexibilisering, de pro
blematiek van de pensioenbreuk, alsme
de het feit dat 23% van het aantal
werknemers niet over een aanvullende
pensioenvoorziening beschikt, pleiten
voor een groei van individuele oude
dagsvoorzieningen, die ook door de
banken uitstekend kunnen worden ver
zorgd. Deze zouden dan dezelfde fiscale
behandeling moeten hebben als de hui
dige contractuele voorzieningen. Een
bijkomend voordeel hiervan is dat de
desbetreffende kosten niet op de onder
nemingen worden afgewenteld. Boven
dien treedt een betere spreiding van de
kapitaalstromen over de diverse finan
ciële instellingen op, hetgeen in een
meer efficiënte werking van de financië
le markten kan resulteren. Nederland
kan niet achter blijven bij andere West
Europese landen, waar diverse vormen
van fiscaal gefacilieerd 'pensioenspa
ren' reeds zijn gerealiseerd dan wel in
voorbereiding zijn.