De kunst van de afstemming 'Het staat vast, dat zich in de ko mende jaren in het bankbedrijf diepgaande veranderingen zuiien voltrekken 'Zowel de contacten met de cliënt als de wijze van werken binnen de bank zullen als gevolg daarvan eveneens in grijpende wijzigingen ondergaan'. De zinnen zijn van Wijffels. Ze stonden eind 1982 al in ons blad. Ik vind ze in hun algemeenheid nog steeds waar en aktueel. Maar Wijffels gebruikte ze toen speciaal om een nieuw beleid in de re- tailsector van ons bankbedrijf in te lui den. De gevolgen zijn sindsdien niet uit gebleven: door het opleiden en aanstel len van bankadviseurs en het onderstre pen van onze adviesfunctie worden de cliënten op een meer aktieve wijze tege moet getreden. De inrichting van onze kantoren is er zelfs op aangepast. We noemden het een tweesporenbeleid, dat een optimale geïntegreerde relatie tussen cliënt en bank moest ontwikke len. Daarbinnen onderscheiden we het spoor van de persoonlijke dienstverle ning, die onbetwistbaar van hoog ge halte moet zijn, en daarnaast het spoor, dat via automatisering en electronica in toenemende mate een deel van de re taildiensten zou kunnen overnemen. Op die wijze zijn we vijf jaar geleden op ons doel afgegaan: een zo goed en breed mogelijke relatie opbouwen en behou den met de miljoenen particuliere afne mers van onze financiële diensten. Ik meen niet zonder succes. De opzet van het beleid zat goed in elkaar. An ders was het enthousiasme en de in spanning bij de uitvoering in het veld ook niet zo groot geweest. We zouden er nog mee voort kunnen ook, want er komen natuurlijk telkens weer nieuwe toepassingsmogelijkheden en kansen om 'wat je hebt' nog te verfijnen. Denk maar aan dat tweede spoor, dat naar geld- en/of betaalautomaten leidt. En naar nog wel wat meer! Maar we zijn nu vijf jaar verder. Is er reden tot herbezinningIn de trant van: kijken wat er met be houd van het vele goede nog beter kanZulke vragen houden ons in ie der geval al een tijdje bezig. Ook zonder dat je al concrete antwoorden kunt ge ven of in détails hoeft te treden, is het interessant eens na te gaan in welk op zicht onze invalshoek thans verschillen vertoont met vroeger. Dat woord 'retailbedrijf' is inmiddels vrijwel verdwenen. Je hoort het nauwe lijks meer. Ik ben er blij om, dat we nu gewoon spreken over de 'particulieren- markt'. Die staat dan tegenover de 'be- drijvenmarkt' en bestrijkt alle diensten, die een bank aan de particuliere cliënt te bieden heeft. Hij omvat in wezen ook alle potentiële particuliere cliënten. Naar schatting een kleine 14,5 miljoen afnemers, van wie de Rabobanken er de helft tot hun cliënten mogen reke nen. En al plaatst iemand nooit een de posito, koopt hij nooit een waardepa pier of een huis, iedereen weet tegen woordig best welke diensten er zo alle maal bij een bank verkrijgbaar zijn. Dat was heel vroeger wel anders, toen de gemiddelde particulier nooit of nauwe lijks met bankzaken in aanraking kwam. In onze tijd is die grote particuliere markt typisch een consumenten-markt geworden. Hij is dan ook altijd in bewe-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 4