Weerstand Uit de markt halen wat erin zit die bovendien veelal bepaalde afname verplichtingen met zich brachten. Coöperatieve grondslag en veilplicht nomeen veiling voor de Nederlandse tuinbouw in het kort aan te kunnen geven. Eerst was er weerstand. Velen - zowel tuinders als handelaren - lieten alles liever bij het oude. Men zag niets in prij zen die 'in het openbaar tot stand kwa men, hield het liever in eigen hand. Han delaren met gevestigde inkooplijnen za gen deze niet graag in gevaar gebracht. Maar de veilingprijzen werden al snel j als richtprijzen voor de overige handel gehanteerd. Meer en meer tuinders za gen in dat met veilen een rechtvaardi ger prijsvorming plaatsvond en dat het systeem navolging verdiende. De oude afzetstructuur waarbij telers J zelf naar de markt trokken of de opko pers de telers bezochten, begon langza- merhand terrein te verliezen op het vei- linggebeuren. Belangrijke factor hierbij was dat in de oude afzetstructuur stag naties onstonden als gevolg van een aantrekkende conjunctuur. West- Europa industrialiseerde en verstedelijk te, waarbij grote nieuwe afzetgebieden ontstonden. Handelaren van een nieu- j we lichting, die niet de beschikking hadden over oude beproefde inkoopka nalen, vonden in het veilingsysteem een uitstekende methode om op doel- matige wijze aan hun handelswaar te komen. In Nederland, waar de industrialisatie rond de eeuwwisseling nog geen groot scheepse vormen had aangenomen, was mede als gevolg van de bevol kingsdruk op het platteland in de land en tuinbouw een intensiveringsproces gaande, wat een sterke uitbreiding van het aanbod tot gevolg had. In die situa tie van toenemend aanbod en een groeiende vraag werd de behoefte aan een open markt sterker. In het veiling systeem vond de tuinder de dagelijkse zekerheid zijn veelal bederfelijke waar aan de man te kunnen brengen, terwijl de handelaar door de concentratie van het aanbod zijn aanvoer veilig kon stellen. Met het veilingsysteem haalden dus enerzijds de telers de handel naar hun produktiegebied: de markt kwam naar de tuinder. In een situatie van open con currentie betekent dit dat men uit de markt haalt wat erin zit. Anderzijds was het voor de handelaren iets om royaal aan mee te werken. Voor hen beteken de het meer vrijheid. Men was niet lan ger aangewezen op een beperkt aantal inkooplijnen met individuele tuinders, Het veilen van tuinbouwprodukten als het via de afslagmethode verkopen van het verzamelde aanbod, is dus in haar oorsprong een Nederlandse vinding. Geïnspireerd op het Nederlandse voor beeld is het veilingsysteem later ook in andere West-Europese landen geïntro duceerd. In die landen is het systeem echter duidelijk minder ontwikkeld. Het succes in de Nederlandse situatie moet voor een zeer belangrijk deel gezocht worden in de gunstige geografische lig ging van onze tuinbouwgebieden. In feite gaat het om de vraag waar econo misch gezien de hergroepering van het aanbod het meest zinvol plaats kan vin den. Indien een produktiegebied vol doende draagkracht biedt, terwijl het ten opzichte van haar afzetgebieden centraal is gelegen en er bovendien via de veilingen hergroepering plaatsvindt in het produktiegebied zelf, is er een cluster van succesbepalende factoren. Deze unieke clustering kon zich in de Nederlandse situatie ontwikkelen, waardoor de Nederlandse tuinbouwge bieden tot een brandpunt van de Euro pese handel zijn uitgegroeid. In andere landen waar getracht is het veilen tot bloei te brengen, ontbreken In 1903 nam de Broekerveiling een elektrisch 'afmijn'toestel in gebruik, dat de stem van de veilingafslager verving. deze factoren in meer of mindere mate. De hergroepering van het aanbod komt dan niet in het produktiegebied zelf tot stand, maar in of dichtbij het afzetge bied. De Parijse 'Hallen' zijn daarvan een sprekend voorbeeld. Duidelijk is dat in die landen waar het veilen als afzetsysteem op minder grote schaal is doorgedrongen, de tuinder over het algemeen genoegen moet ne men met een minder maximale prijsvor ming voor zijn produkten. In de Neder landse situatie gaat een veel groter deel van elke gulden handelsomzet naar de tuinder. Een kapitaalkrachtige sector met een sterke investerings en innova tiekracht is het gevolg. Kenmerkend is zeker ook dat het vei- linggebeuren in Nederland vanaf het be gin voor een belangrijk deel op coöpera tieve leest is geschoeid. Ongeveer ten tijde van de opkomst van veilingen wa ren de z.g. coöperatieve verzendvereni- gingen van betekenis. Daar zag men al dat tuinders zich verenigden om op ba sis van gezamenlijkheid hun afzet te re gelen. Toen de markt ook naar de tuin ders gehaald bleek te kunnen worden - en dus het zenden naar markten niet langer nodig was en zelfs inefficiënt werd - lag de coöperatieve vereniging in de meeste gevallen ook ten grondslag aan gezamenlijk op te richten veilingen. De coöperatieve vereniging met leden aansprakelijkheid en het naar evenre digheid meebetalen in de exploitatie kosten van de veiling, hebben altijd een zekere garantie ingehouden voor de be trokkenheid van iedere individuele tuin der bij zijn eigen veiling. Wat extra aan de groei en bloei van het veilingwezen heeft bijgedragen is de veilplicht. Leden van veilingen zijn statutair verplicht om alle door hen geteelde leverbare produk ten door de veiling te doen verkopen. De veiling kan immers haar taak alleen opti maal vervullen indien het gehele aanbod op de veiling wordt geconcentreerd. Uitzonderingen bevestigen ook wat dit betreft de regel. Voor het aanbod in be paalde produkten is de mogelijkheid ge schapen om buiten de klok om te han delen. Regel is echter ook in deze geval len dat afhandeling via de veiling plaatsvindt. In de gezamenlijke actie van de produ centen die de basis vormt van het vei lingwezen ligt tegelijkertijd haar kracht. Wanneer het besef niet zou leven dat

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 18