Woningmarkt in demografisch perspectief w* M De vraag naar goederen en diensten wordt door een groot aantal externefactoren beïnvloed. Een daarvan, en zeker niet de minst belangrijke, is de demografische ontwikkeling. De invloed hiervan kent een tweetal aspecten. Enerzijds wordt door groei van de bevol king de vraag naar goederen en diensten kwantitatief beïnvloed. Anderzijds wordt de vraag kwalitatief beïnvloed door de bevolkings opbouw, omdat de ene leeftijdsgroep andere behoeften heeft dan de andere. Ook het bankwezen zal bij het aanbieden van zijn diensten rekening moeten houden met ontwikkelingen op demografisch gebied, wil het niet voor verrassingen komen te staan. In dit artikel zal worden getracht aan te geven wat de belangrijkste demografische ontwik kelingen in de komende jaren zullen zijn en welke invloed dit zal kun nen hebben op de woningmarkt, die mede bepalend is voor de hypo theekmarkt. Daarbij zal worden uitgegaan van de 'Bevolkingsprognose voor Ne derland 1985-2035' zoals die door het CBS is gemaakt. Demografische ontwikkelingen en de woning- en hypotheekmarkt f paald, bij halfjaarbetaling de halfjaar annuïteit enz. Deze methode houdt in dat na elke annuïteitenbetaling rekening wordt gehouden met het aflossings bestanddeel in de annuïteit. Elke volgen de annuïteit bestaat hierdoor uit een kleiner deel rente en een groter wor dend deel aflossing. Bij deze methode is - afgezien van rentewijzigingen - de effectieve rente gedurende de totale looptijd gelijk. In het rekenvoorbeeld is deze methode met A aangegeven. Een beperkt aantal hypotheekaanbie ders hanteert een methode van an nuïteitenberekening waarbij de jaar annuïteit wordt berekend en vervolgens gedeeld door het aantal termijnbetalin gen per jaar. Deze methode (B) houdt in, dat gedurende het jaar geen rekening wordt gehouden met de aflossings bestanddelen in de annuïteitenbetalin gen. De consument betaalt hierdoor ge durende het gehele jaar rente over het saldo van de lening aan het begin van het jaar. Bij deze methode is de effectie ve rente gedurende de totale looptijd niet gelijk, maar neemt toe naarmate de looptijd verstrijkt en het aflossings bestanddeel in de annuïteit toeneemt. Uit vorenstaand voorbeeld wordt duide lijk tot welke verschillen in effectieve rente de toegepaste methode van an nuïteitenberekening aanleiding kan ge ven. Het vermelden van effectieve rente moet ook deze verschillen voor de con sument blootleggen. Actieve opstelling noodzakelijk De Rabobank heeft de afgelopen jaren een forse bijdrage geleverd aan produkt- vernieuwing op de markt voor woning hypotheken. De Rente Stabiel Hypotheek, de Rabo bank Hypotheek met Levensverzeke ring, de Aflossingsvrije lening en de in voering van 10 en 15 jaar vaste rente zijn hiervan de meest sprekende voor beelden. Al deze produkten hebben zich inmiddels een vaste plaats verworven in ons produktenassortiment, dat de totale marktbehoefte kan dekken. In de komende periode zullen onze in spanningen zich hoofdzakelijk moeten richten op het op hoog niveau houden van onze advieskracht, mede door de inzet van geautomatiseerde hulpmidde len en gekoppeld aan een actieve markt bewerking. Het spreekt vanzelf dat wij hierbij in ons produkt- en prijsbeleid alert moeten blijven inspelen op ontwik kelingen die zich (gaan) voordoen. Op die wijze zal de Rabobankorganisatie in staat zijn haar landelijk marktaandeel van 28% gedurende de eerste zeven jaren van het lopende decennium ten minste te handhaven. n de prognose van het CBS wor den drie varianten onderscheiden: een lage, een midden en een hoge variant. De verschillen tussen de ze varianten hebben uitsluitend betrekking op de kwantitatieve veronderstellingen met betrekking tot geboorte, huwelijkssluiting en buitenlandse migratie. In dit artikel wordt uitgegaan van de middenvariant, die volgens het CBS de meest waar schijnlijke ontwikkeling weergeeft. Volgens de middenprognose zal de be volking van Nederland de komende ja ren verder groeien. In 1990 zal het aan tal inwoners 2,2% hoger zijn dan in 1985, in 1995 4,0% en in het jaar 2000 zal de bevolking in totaal met 5,2% zijn gegroeid ten opzichte van 1985. Daarbij is sprake van een geleidelijke afnemen de groei die na 2000 waarschijnlijk zal omslaan in een bevolkingsdaling. Om dit te laten zien is ook het jaar 2010 in tabel 1 opgenomen. Over het gehele tijdvak 1985-2000 bezien, zal de bevol king naar verwachting toenemen met 758 000 personen. Naast de absolute omvang van de be volking is ook de samenstelling van be lang. De komende jaren zal zich een pro ces van ontgroening en vergrijzing voor doen. Het aandeel van de jongeren in het totaal zal voortdurend afnemen (waarbij de groep 20-24 jaar relatief het sterkst zal dalen), terwijl het aandeel van de ouderen in tegendeel zal toene men. De zwaartepunten in de bevol kingsopbouw ondergaan aldus een ver schuiving in de loop van de tijd. De optredende vergrijzing van de bevol king impliceert een forse groei van het aantal ouderen, maar bedacht dient te worden dat de toekomstige categorie ouderen qua samenstelling een funda menteel andere zal zijn dan de huidige. Degenen die in het jaar 2000 tot de ou deren gerekend zullen worden, zullen veelal een hogere opleiding hebben ge noten en overwegend over een hoger in komen beschikken. Demografische ontwikkelingen hebben op een tweetal manieren invloed op de Drs. J. M. Schreurs W Bedrijfstakonderzoek

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 14