Wirwar Werkmap Bedrijfsovername Vervolg Wob van pagina 3 Ie cliënten. Daarbij komt dat ook de risi co's steeds meer van elkaar verschillen. De hoogte van het saldo en de risico graad zijn in het nieuwe model de be langrijkste criteria op basis waarvan een differentiatie in de rente plaatsvindt. Daarbij is van belang te constateren dat de risicograad niet alleen, en zelfs niet in de eerste plaats, door het al of niet aanwezig zijn van zekerheden wordt be paald. De rentabiliteit, of anders gezegd het bedrag dat beschikbaar komt om rente en aflossing te betalen, is in feite veel belangrijker. Juist op dit punt is de kwaliteit van de ondernemer van zeer grote invloed. In het nieuwe differentia tiemodel wordt hier dan ook in belang rijke mate rekening mee gehouden. Bij de differentiatie in de provisietarie ven wordt naast het saldo ook rekening gehouden met de reële kosten die de bank maakt. Bij de afsluitprovisie betreft dat de kosten van de bank voor het ver strekken van de financiering; bij de kre dietprovisie is de mate waarin krediet- beheer moet plaatsvinden mede bepa lend voor de differentiatie. Met andere coöperaties heeft de Rabo bank gemeen dat het systeem van tarie- vendifferentiatie is gebaseerd op objec tieve criteria die in principe voor elk lid in gelijke mate gelden. Een dergelijk 'ge ordend' systeem komt tegemoet aan de toenemende verschillen in onze leden en cliëntenkring en past bij het eigen tijds coöperatief bankieren dat de Rabo bank anno 1987 kenmerkt. In politiek Den Haag is al een aantal maanden een woordenstrijd aan de gang tussen de ministeries van Finan ciën en van Economische Zaken over de tegenvaller in de WIR-uitgaven. Afhan kelijk van degene die daarover mede deling doet, wordt gesproken over een geringe overschrijding of een forse te genvaller. Volgens de laatste gegevens zou het gaan om een bedrag van f 2,3 miljard gulden. In de jaren tachtig werd jaarlijks zo'n f 5 miljard gulden aan WIR-premie toege kend. In jaren met veel investeringen was dat wat hoger, in slechte jaren wat minder. Om verschillende redenen werd in de loop van 1986 de betaling van WIR-premie in de vorm van een negatie ve aanslag op de belastingverplichtin gen afgeschaft. De besparingen die daarmee gemoeid zijn, werden geraamd op f 1,5 tot f 2 miljard, zodat de WIR- uitgaven structureel teruggebracht zou den worden tot f 3 a f 3,5 miljard. Nu sprake is van een overschrijding van meer dan f 2 miljard komen deze dus toch weer boven het oude niveau van f 5 miljard te liggen. De overschrijding, of zo men wil de te genvaller, is het gevolg van een aantal factoren. Allereerst is sprake van een fors hoger investeringsniveau dan een aantal jaren geleden. In 1986 lagen de investeringen bijna 20% hoger dan in 1983; de WIR-premies zullen dienover eenkomstig zijn toegenomen. In dit ver band kan wel worden gesproken van een fiscale overschrijding. Maar econo misch gezien is een hoger investerings niveau juist een meevaller. Een tweede factor die een rol speelt bij de hogere WIR-premies is, dat de af schaffing van de negatieve aanslag min der heeft opgeleverd dan verwacht. Al lereerst is dit een gevolg van de verbete ring van de rendementen van bedrijven. Ook dit is eigenlijk een meevaller. Daar naast speelt de toepassing van de lease-constructie een rol bij de negatie ve aanslag. Lagere overheden en andere niet-WIR gerechtigde instellingen slaag den er op deze manier in toch te profite ren van de WIR. Daar is evenwel inmid dels een stokje voor gestoken. Echter ook verlieslatende bedrijven konden op deze manier toch profiteren van de WIR. Een van de belangrijkste doelstellingen van het afschaffen van de negatieve aanslag in de WIR was het tegengaan van oneigenlijk gebruik door internatio naal opererende ondernemingen. Daar blijkt inmiddels inderdaad een dam te gen opgeworpen te zijn. Dit levert ech ter geen besparing op van f 1,5 tot f 2 miljard maar slechts f 0,5 miljard. Het is te hopen dat de verantwoordelij ke bewindslieden inzien, dat het hun taak is te zorgen voor een goed investe ringsklimaat. Daarbij past niet het ieder jaar ter discussie stellen van de WIR- regeling. De vraag of, en zo ja, hoe de voortzet ting van het bedrijf van de ene generatie op de andere plaats gaat vinden, is wel haast onlosmakelijk verbonden met het agrarische gezinsbedrijf. Het is een zaak waar meestal veel, soms zelfs alles om draait. De inspanningen van vandaag staan vaak voor een niet gering deel in het teken van een toekomstige overna me door de kinderen. Wie volgt op? Wanneer? Wat komt daar bij kijken? Vragen die ieder jaar op zo'n 1500 bedrijven in de agrarische sector daadwerkelijk beantwoord moeten zijn, eenvoudig omdat het moment van over name daar is. En telkens blijkt dat het opvolgingsgebeuren grote consequen ties heeft voor de partijen die erbij be trokken zijn. De Rabobank informeert al sinds jaar en dag over de haken en de ogen die aan de bedrijfsovername zitten. Daarbij be geleidt zij de betrokkenen veelal met meer dan louter de financiële kant van dit ingrijpende, maar tegelijkertijd bete kenisvolle gebeuren. De opvolgingsproblematiek wordt bij voorbeeld uitgebreid aan de orde gesteld op speciale voorlichtingsbijeen komsten die met grote regelmaat in het hele land door de plaatselijke Raboban ken worden georganiseerd. Talrijk zijn reeds degenen die op zo'n bijeenkomst de speciaal voor dit doel door de Rabo bank gemaakte videofilm 'Bedrijfsopvol ging' aanschouwden. Gekoppeld aan de uitleg door aanwezige deskundigen, gingen de belangstellenden met een completer beeld van de opvolgingspro blematiek huiswaarts. Sinds kort hebben de plaatselijke Rabo- banken een extra mogelijkheid om cliën ten, die met de opvolgingsproblematiek van doen hebben, tegemoet te komen in hun behoefte aan informatie. Het Ne derlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) heeft met geldelijke steun van de Rabobank een 'Werkmap Bedrijfs overname' ontwikkeld, die een gedegen leidraad door de materie vormt. Wan neer bijvoorbeeld binnen het agrarisch jongerenwerk de opvolgingsproblema tiek wordt besproken, zal deze 160 pa gina's tellende map zeker tot waarde ko men. Maar ook voor anderen, denk aan ouders van opvolgers, zal de map onge-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 6