Eendrachtig
I Drukkerij De Eendracht te Schie
dam is 90 jaar geworden. Op 15 fe
bruari. En dat is een gelukwens
waard. Zeker ook omdat zij een heel bij
zonder boek heeft uitgebracht, getiteld
'Werknemers produktiecoöperatie'. Een
boek dit jubileum waardig, als we weten
dat deze drukkerij in de vorige eeuw als
werknemers-produktiecoöperatie werd
opgericht en tot op heden als zodanig
én als drukkerij een uitstekende naam
geniet.
Dat boek is een goede greep alleen al
omdat de werknemers-produktiecoöpe-
ratie thans meer dan vroeger in de be
langstelling staat. Wat dat betreft heeft
met name de 'ABC', dat is de in Utrecht
gevestigde 'Associatie van Bedrijven op
Coöperatieve grondslag', veel werk ver
richt. Maar vooral is dat boek een goede
greep, omdat tot dusver eigenlijk ner
gens een grondige analyse van die
werknemerscoöperatie was te vinden.
Die leemte is nu, dank zij de Eendracht,
opgevuld door prof. dr. Ter Woorst, au
teur van het boek, die een zeer gede
gen, wetenschappelijke studie biedt.
Hier hebben we de eerste grondige ver
kenning van de werknemers-produktie-
coöperatie. Een pioniersarbeid, die Ter
Woorst tot eer strekt en waarmee hij al
le coöperatoren aan zich verplicht. Zijn
studie heeft, misschien onbedoeld, iets
weg van een standaardwerk. Wie zich
met werknemerscoöperaties bezig
houdt, zal het citeren of kritiseren, maar
in ieder geval raadplegen.
Ook nu is het telkens verrassend
Ter Woorst te lezen. Zoals we van
I hem gewend zijn, laat hij geschie
denis, theorie en praktijk in onderling
verband zien. Alles vanuit een bewust
gekozen, met argumenten gestaafde,
gezichtshoek: de economische. Dat
werkt in dit geval bijzonder verhelde
rend. Het verschijnsel werknemers-
produktiecoöperatie is immers maar al
te vaak zodanig met een waas van aller
lei vage politieke of idealistische denk
beelden omgeven, dat de kern vaak uit
het oog wordt verloren. Die kern is net
als bij iedere andere coöperatie econo
misch van aard. De overeenkomst en
daardoor het onderscheid met andere
ondernemingsvormen, ligt daarom ook
vooral in het economische vlak.
Volgens de tot nu toe gangbare coöpe
ratieleer is er in een coöperatie altijd
sprake van een slechts gedeeltelijke sa
menwerking tussen overigens zelfstan
dig in het economisch verkeer optre
dende gezins- of bedrijfshoudingen. Zo
kopen consumenten bepaalde produk-
ten bij hun coöperatie, en laten veehou
ders hun melk verwerken en verkopen
via hun coöperatie. Maar bij werkne
mers, die hun gehele arbeidskracht en
-tijd samenbundelen in een coöperatie,
is er geen partiële, maar juist een nage
noeg gehele, integrale (economische)
samenwerking. Hun persoonlijke (eco
nomische) activiteit valt immers geheel
samen met die welke zij in de coöpera
tie verrichten. Daarom wisten de geleer
de coöperatieschrijvers eigenlijk niet
goed raad met die werknemers-
produktiecoöperaties. Ter Woorst zelf
hield het er in een vroeger boek (De
Coöperatieve Onderneming, 1982,
SMO-Boek 23), net als vele andere
schrijvers nog op, dat de werknemers-
produktiecoöperatie geen coöperatieve
onderneming is, 'maar veeleer gerekend
moet worden tot andere vormen van
economische activiteit'. Dit standpunt
is thans door Ter Woorst verlaten, want,
'de mate van de samenwerking kan
toch moeilijk als een wezenskenmerk
van de coöperatie worden gezien'. Te
recht, naar onze mening. De voor theo
rie en praktijk belangrijke consequentie
hiervan is, dat voortaan de werknemers-
produktiecoöperatie ais een échte coö
peratie moet worden beschouwd. Een
echte, maar wel een met een paar apar
te trekjes. Ter Woorst laat die zien. Zijn
boek wordt er des te waardevoller door,
omdat die aparte trekjes voor de praktijk
van het coöpereren van werknemers be
langrijk zijn.
Ergens merkt Ter Woorst op, dat de
werknemerscoöperatie, althans door de
leden, steeds meer als een economi
sche vorm van samenwerking wordt be
schouwdDat is o.i. niet zomaar een
losse opmerking. Want juist bij dit soort
coöperaties kun je vaak allerlei oorza
ken, aanleidingen en motieven voor het
ontstaan ervan ontwaren, die hoezeer
ook economisch getint, toch een aparte
kleur aannemen doordat er bepaalde
politieke of ook idealistische gedachten
achter zitten.
Het boek laat dat boeiend uit de historie
zien. Die werknemers-produktiecoöpe-
raties kunnen immers op een respecta
bele geschiedenis bogen. Ze sluiten min
of meer aan bij de oorspronkelijke
ideeën van Flobert Owen (1771 1858) en
helemaal bij de gedachten die in Frank
rijk na de Franse Revolutie ontstonden
om tot een onderlinge samenwerking
tussen kapitaal en arbeid te komen.
Frankrijk is de bakermat van de werk-
nemers-produktiecoöperaties gewor
den. Hun aantal daar wordt thans ge
schat op een 1000 eenheden, met
32 000 werknemers van wie er 15 000
tevens lid zijn.
Het is zeker niet de minste verdienste
van het boek, dat het er voor waar
schuwt de consequenties en maat
schappelijke effecten van de werk-
nemers-produktiecoöperat/es niet tot de
doelstellingen van de leden te gaan ver
heffen. Die doelstellingen zijn op de
eerste plaats economisch van aard: nl.