Landbouwpolitiek in een high-tech-omgeving Japan wordt bewonderd om zijn industriële produktie. De landbouw in dat land is voor de meesten van ons volslagen onbekend. Het land is een grote importeur van agrari sche grondstoffen. Na Europa is Japan de grootste agrarische klant van de Verenigde Staten. De eigen landbouw is in Japan onderont wikkeld. Kleinschaligheid overheerst. De meeste 'boeren' hebben een baan in de fa briek en werken in het weekeinde op het stukje familiebezit. Wat dit betreft dringt zich een vergelijking op met de land bouwstructuur in sommige delen van West- Duitsland, waar het 'neben- of 'zu-erwerb betrieb' de toon aangeeft. Alleen het noor delijke eiland Hokkaido heeft een land bouwstructuur met bedrijven van 20 a 30 ha met graan, aardappelen en suikerbieten. Daar is ook de veehouderij geconcentreerd. Japans Groenboek Ir. J. H. Egberink Het ziet ernaar uit dat Japan zijn landbouwbeleid wil gaan bijstellen. Het belangrijkste adviesorgaan van de Japanse regering, de Agricultural Policy Council (APC) heeft eind 1986 een beleidsvisie uitgebracht die reikt tot in de 21ste eeuw. De Nederlandse landbouwatta- ché in Tokio, ir. A. J. Timmerman, heeft het rapport uit geplozen. Het is beschikbaar bij het Ministerie van Landbouw. Opvallend is dat de lange-termijndoeleinden die in dit 'high tech-land' voor de landbouw worden gesteld niet zoveel anders zijn dan in West-Europa. Het lijkt wel of die zo uit het Groenboek van Andriessen zijn gekopieerd. De Japanse landbouw moet zorgen voor een stabiele voedselvoorziening, bijdragen aan het be houd van een vitaal platteland en het milieu en het landschap ontzien. De voorziening van voedselgrondstoffen kan niet wor den veiliggesteld door de binnenlandse produktie al leen. Voor rijst is Japan ongeveer zelfvoorzienend, voor graan en vlees in het geheel niet. Door middel van toeslagen wordt het inkomen van de boeren on dersteund. Het importbeleid van Japan is nogal protectionistisch. Zo wordt de export vanuit ons land belemmerd door zeer zware eisen op het gebied van planten- en dier ziekten. Voor vlees geldt een importverbod als de die ren zijn ingeënt tegen mond- en klauwzeer, hetgeen in Nederland regel is. Pootaardappelen worden geweerd in verband met mogelijke besmetting met aaltjes. Voor snijbloemen worden strenge keuringen uitgeoefend door Japanse inspecteurs op de Nederlandse veilin gen. Zuivelimport is vrijwel verboden. Tegen deze gang van zaken bestaat internationaal kritiek. Maar ook in tern binnen Japan is er een toenemende kritiek tegen het systeem en de kosten van het Japanse landbouw beleid. De wenselijke ontwikkeling voor de landbouw wordt geplaatst tegen de achtergrond van de algeme ne sociaal-economische ontwikkeling in Japan. Sta biele economische groei, voortgaande technologische ontwikkeling en verdere internationalisering van de in dustrie zijn daarbij de hoofdlijnen. Overbevolking van de steden en vergrijzing worden als ernstige proble men geschetst. De landbouw zal de ontvolking van het platteland kunnen tegengaan en het werkterrein kunnen worden van de moderne technologie, naast de industrie. Op die wijze wordt de verdere overbevolking van de steden afgeremd. Liberaliseren en versterken Het rapport van de Japanse Raad voor het Landbouw beleid stelt voor de landbouw meer marktgericht te maken en de landbouwstructuurpolitiek te versterken. Het minder beschermende karakter van het prijsbeleid

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 32