Grote
belangstelling
voor prijsvraag
Agrometer
(I
Rabobankstand in Zuidlaren
Agrarische export
(gemiddeld bijna 9%) lager dan in 1985; bij akkerbouw- en tuinbouwprodukten bedroeg de
ze daling gemiddeld respectievelijk 6% en 3%. In volume gemeten is de agrarische uitvoer
ook vorig jaar weer (met ruim 3%) toegenomen; met name tuinbouw-, veehouderij- en visse-
rijprodukten werden meer geëxporteerd.
VRAAG 4
Van 2 tot en met 6 februari jl. is in Zuid
laren weer de landbouwwerktuigen-
beurs gehouden. De na de brand in re
cord tempo herbouwde en vernieuwde
Prins Bernhard Hoeve kon ruim 65 000
bezoekers verwelkomen.
Dat voor de boeren de marktomstandig
heden zich aan het wijzigen zijn, mede
onder invloed van het EG-beleid, kon
ook op de beurs worden waargenomen.
Kwaliteitsverbetering en kostprijsverla
ging waren het parool. Nieuwe tech
nieken en de toepassing van micro-
elektronica moeten dit mogelijk maken.
Uiteraard was de Rabobank op deze be
langrijke agrarische beurs vertegen
woordigd. De grote belangstelling in de
Rabostand was enerzijds het gevolg van
de 28 000 relatiekaarten die de plaatse
lijke banken aan hun agrarische relaties
hadden overhandigd en anderzijds zal
ook de prijsvraag in de stand daarin een
grote rol gespeeld hebben.
Het Nederlandse surplus op de agrarische handelsbalans
A /i was in het afgelopen jaar het hoogste in de wereld. Ons land
passeerde met een agrarisch uitvoeroverschot van bijna
j O 9 \1 f 17,5 miljard zelfs de Verenigde Staten, die in 1986 gecon-
J fronteerd werden met een sterk teruglopende uitvoer.
'r De fors gedaalde dollarkoers heeft ertoe geleid, dat de bui-
V tenlandse grondstoffen voor de agrarische sector (o.a. soja
bonen, sojaschroot en maïsgluten als veevoedergrondstof
fen) beduidend goedkoper zijn geworden. Doordat in Nederland het aandeel van deze
grondstoffen bij de produktie van veevoeder hoger is dan in andere landen, was deze ontwik
keling gunstig voor de kostprijs en daarmee voor de concurrentiepositie van het Nederlandse
produkt.
De waarde van de agrarische uitvoer van ons land is vorig jaar met ruim 5% teruggelopen
ten opzichte van 1985. Deze daling was, zoals ook de grafiek laat zien, geheel toe te schrij
ven aan een daling van het prijsniveau. Vooral de prijzen van veehouderijprodukten waren
UITVOER VAN AGR. PRODUKTEN
130-
120-
110
100-
WAARDE
VOLUME
PRIJS
INDEXCIJFERS (1981 100)
1981
I
'82
'83
'84
i
'85
'86
Met name het prijsniveau van de naar derde landen (buiten de Europese Gemeenschap) uit
gevoerde produkten is vorig jaar gedaald. Vooral de export van melk en zuivelprodukten en
van margarine, vetten en oliën bracht in 1986 minder op en liep daardoor in waarde in totaal
met bijna 20% terug.
De vragen hadden betrekking op de
catalogusprijs van een tractor met
een opraap-snij-doseerwagen (samen
f 168 766,-); de tijd nodig voor het
ploegen van 1 ha zavelgrond met een
driescharige wentelploeg (circa 2 uur)
en de relatie tussen de jaarlijkse totale
kosten en het vermogen van een tractor
(een verdubbeling van het aantal pk's
geeft ook een verdubbeling van de
kosten). In het algemeen leverden deze
vragen geen grote problemen op, maar
de actualiteitsvraag over de mestwetge
ving werd door driekwart van de inzen
ders foutief beantwoord: op grasland
mag volgens de gebruiksnorm 250 kg
fosfaat worden uitgereden.
Tot slot moest de slagzin: 'Onderneem
't met de Rabobank' afgemaakt wor
den. Geen gemakkelijke opgave. Van de
proza-activiteiten van onze agrarische
bevolking kan een aardige bloemlezing
worden samengesteld.
P. Schoon uit Zeijerveld won de eer
ste prijs (een spaarbankboekje met
f 500,-) met de slagzin: 'Onderneem 't
met de Rabobank, dan zit je goed. Daar
weten ze precies hoe 't moet'.
Op de EG-markten vertoonde de export van agrarische produkten in 1986 een geringe waar
dedaling van circa 2%, ondanks een volumestijging van ongeveer 5%. Daarbij traden wel
sterke verschillen per sector op. Zo realiseerde de Nederlandse tuinbouw hier een nog voort
durend groeiende afzet, vooral in de sierteeltsector (snijbloemen, potplanten). Met name
Frankrijk en Engeland bleken belangrijke groeimarkten. Meer uitgevoerd werden in 1986 ook
produkten als kaas, varkensvlees en consumptie- en pootaardappelen.
De Nederlandse agrarische export wordt steeds meer bemoeilijkt door de Europese land
bouwproblematiek (overschotten, prijsdruk). Zo valt waar te nemen dat, door de overschot
ten van produkten waarvoor een marktordening bestaat (granen, suikerbieten), ook in andere
EG-landen een verschuiving optreedt naar de teelt van de z.g. vrije produkten als aardappe
len en uien. Bij deze laatste gewassen bezit Nederland wat betreft produktie en afzet welis
waar vanouds een voorsprong, maar de concurrentie wordt nu groter.
Bij een aantal produkten (bijvoorbeeld kaas, aardappelen, vlees, sierteelt) lijkt vooral de EG-
markt nog groeimogelijkheden te bieden, onder meer dank zij de toetreding van Spanje en
Portugal. Deze markt zal de eerstkomende jaren dan ook veruit ons belangrijkste afzetgebied
blijven. De Nederlandse agrarische sector heeft hier steeds een bijzonder sterke concurren
tiepositie ingenomen. Op langere termijn evenwel blijft ook de (verdere) ontwikkeling van
(nieuwe) markten in derde landen van groot belang.
Het streven van onze land- en tuinbouw naar kwaliteitsverbetering en kostprijsverlaging door
specialisatie op hoogwaardigde produkten en door toepassing van kennis op het gebied van
informatica en biotechnologie zal een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het behoud
van goede perspectieven voor de verdere groei van onze agrarische export in de komende
jaren.
(Bedrijfstakonderzoek)