Gang van zaken
Rabobankorganisatie in 1986
Kredietverlening
Het jaar 1986 werd voor de Rabobankorganisatie gekenmerkt door een
voortgaande sterke groei van de kredietverlening. De totale uitstaande
kredietverlening aan de private sector nam met 7 (5)% toe. De baten groeiden
met 3%, terwijl de lasten met 6% toenamen. Hierdoor daalde de bruto winst
met 2% naar f 1 390 (1 421) miljoen. Na een 6% lagere VAR-dotatie resteerde
een netto winst die met 2,5% toenam tot f 685 (668) miljoen. Het
geconsolideerde balanstotaal groeide met 6% naar f 139,7 miljard.
De gebruikte gegevens zijn ten dele ge
baseerd op ramingen en dragen daar
om nog een voorlopig karakter.
De cijfers van de lokale Rabobanken
zijn geconsolideerd met die van Rabo
bank Nederland en haar meerderheids
deelnemingen en de Rabohypotheek-
bank NV.
Tussen haakjes zijn de vergelijkbare cij
fers over 1985 vermeld.
Balansontwikkeling en resultaat
Het geconsolideerde balanstotaal van
de Rabobankorganisatie steeg met 6,0
(3,4)% tot f 139,7 (131,7) miljard. De in
1983 begonnen verkrapping van de ren
temarge heeft zich ook in het verslag
jaar voortgezet. Daartegenover stond nu
een positieve ontwikkeling in de volumi
na van het rentebedrijf. De uiteindelijke
rentewinst steeg tot f 3 630 (3 505)
miljoen, na een lichte daling in 1985.
De provisie-inkomsten toonden op
nieuw een krachtige stijging tot
f 559 (509) miljoen. Evenals in 1985
droeg het effectenbedrijf daaraan het
meest bij. Ook de overige niet-
balansgebonden provisie-inkomsten,
zoals die uit assurantiebemiddeling, ga
ven echter een verheugende groei te
zien.
Gunstige resultaten in de valutahandel
en gerealiseerde koersresultaten in de
effectenportefeuille brachten de overige
baten op f 154 (200) miljoen. De daarin
begrepen resultaten van de niet gecon
solideerde deelnemingen stemmen tot
tevredenheid.
De keerzijde van de krachtige volume
ontwikkeling in zowel het kernbedrijf als
in de niet-balansgebonden activiteiten
is een weliswaar afnemende doch op
nieuw aanzienlijke kostenstijging met in
totaal 6 (8)% tot f 2 953 (2 793) mil
joen. De personeelskosten blijven onder
opwaartse druk van de onverminderd
doorgaande groei van het aantal perso
neelsleden. Het stijgende activiteiten
niveau kan, ondanks de toenemende
automatiseringsgraad, nog niet geheel
worden opgevangen door verbetering
van de arbeidsproduktiviteit. Aanzienlij
ke opleidingsinspanningen en verdere
arbeidsduurverkorting zijn andere facto
ren van belang.
In de stijging van de afschrijvingskosten
komt de vergroting van de automatise
ringsgraad tot uitdrukking.
De bruto winst kwam uit op f 1 390
(1 421) miljoen, een daling met 2 (5)%.
De dotatie aan de VAR kon verder wor
den teruggebracht tot f 477 (510) mil
joen, relatief hetzelfde niveau als voor
1980. Belastingen vergden over 1986
f 226 (241) miljoen, zodat een netto
winst resteert van f 685 (668) miljoen.
Dat is 3 (8)% meer dan in 1985.
Samenvattend is te stellen dat in het
verslagjaar de kredietverlening en de
traditionele middelen zich ruimschoots
op het aanvankelijk door ons verwachte
groeiniveau bewogen. Zeker wanneer
de zeer lage inflatiegraad in aanmerking
wordt genomen, is dat groeiniveau al
leszins redelijk. Ook in het kader van
onze coöperatieve dienstverlenings
doelstelling stemt dat tot tevredenheid.
Bovendien zorgt de volumegroei voor
compensatie van de margeverkrapping
in onze resultaten.
Wat betreft het kernbedrijf van onze or
ganisatie verwachten wij voor 1987
soortgelijke ontwikkelingen als in 1986.
Een bedreiging voor de volume
ontwikkeling blijft daarbij gelegen in de
onverminderd felle concurrentie en ze
ker ook in de gevolgen van het fiscaal
beleid voor de ontwikkeling van de
spaarmiddelen. Het netto resultaat zal
onder druk staan van de verlaging van
de vermogensaftrek per 1 oktober
1986, welke eerst in 1987 volledig zal
doorwerken.
Het financieren van de bedrijven van on
ze leden is de kernactiviteit van onze
coöperatieve organisatie. Het is verheu
gend dat 1986 in dit opzicht voor de
Rabobankorganisatie een succesvol jaar
is geweest. Een toenemend aantal on
dernemers deed een groeiend beroep op
onze leningen en kredieten.
In totaal verstrekte de Rabobankorgani
satie met f 18 814 (15 461) miljoen
voor 22 (9)% meer nieuwe leningen
dan in 1985.
Aan aflossingen werd f 14 222 (12 410)
miljoen ontvangen. Inclusief rekening-
courantkrediet en consumptief krediet
kwam de totale uitstaande kredietverle
ning van de Rabobankorganisatie aan
de private sector ultimo 1986 op f 91,1
(85,2) miljard. De procentuele groei was
met 7 (5)% duidelijk sterker dan die in
het voorafgaande jaar.
Agrarische bedrijven vroegen in het ver
slagjaar nieuwe leningen tot een bedrag
van f 5 777 (4 344) miljoen. Als ge
volg van deze stijging met niet minder
dan 33 (22)% werd het niveau van de
recordjaren 1979 en 1980 geëvenaard.
Een belangrijk gedeelte van de opgeno
men bedragen werd evenwel aange-