Structurele aanpak zaamd. De Vereniging der Nederlandse Groenten- en Fruitverwerkende In dustrie kent daarom verschillende sec ties in haar ledenbestand. Het is dan ook moeilijk een algemeen representa tief beeld te schetsen van de be drijfstak. Kengetallen 1985 Voorraden (in balanstotaal) 40% Handelsdebiteuren (in balanstotaal) 15% Eigen Vermogen (in balanstotaal) 30% Bruto winstmarge (in van de omzet) 30% Aan de actiefzijde van de balans nemen de voorraden (afhankelijk van het oogst jaar) met gemiddeld circa 40% het grootste deel voor hun rekening, ge volgd door de debiteuren met gemid deld circa 15%. De financiering van de bedrijven steunt voor bijna een derde op eigen vermo gen. Onder invloed van de onder druk staande resultaten is het aandeel van het eigen vermogen de laatste jaren op diverse bedrijven aanzienlijk geslonken. In verband met het hoge aandeel van de vlottende activa is ook de rol van het kortlopende vreemde vermogen bij de financiering van de verwerkende bedrij ven aanzienlijk. De brutowinstmarge in deze bedrijfstak bedraagt gemiddeld zo'n 30%. Dit is voor een industriële onderneming vrij laag en de hieruit voortvloeiende netto winstmarge bedraagt dan ook slechts enkele procenten. Deze krappe marges kunnen verklaard worden uit de uiterst i scherpe concurrentieverhoudingen, zo wel in binnen- als buitenland. Overigens zal de rentabiliteit van de ondernemin gen vanaf 1 oktober 1986 ook negatief beïnvloed worden door het wegvallen van de fiscale voorraadaftrek. Voor het doen van de nodige vervangingsinveste ringen en ook voor eventuele uitbreidin gen blijft realisatie van betere resultaten op langere termijn een voorwaarde. In de groente- en fruitverwerkende in dustrie is op dit moment sprake van overcapaciteit. Gevoegd bij een nauwe lijks toenemende afzet betekent dit, dat de marges onder druk staan. Om hierin verandering te brengen, kan men onder andere aan de inkoopzijde, waar de be drijven zich met behulp van contract teelt van voldoende grondstoffen verze keren, trachten te komen tot een betere risico-verdeling, met name in geval van overvloedige oogsten. Hierdoor kunnen de hoge voorraadkosten beter beheers baar worden gemaakt. In eigen land zal de verwerkende industrie aan de ver koopzijde via betere promotie voor het geconserveerde produkt en een meer krachtdadig optreden van de bedrijfstak richting detailhandel (waar het groot winkelbedrijf een sterke inkooppositie inneemt) een grotere afzet en een bete re marge moeten trachten te realiseren. Door bundeling van krachten bij de ver koop van de produkten moet getracht worden prijszettingen door de afne mers, waar steeds toenemende concen tratie plaatsvindt, tegen te gaan en zo doende zelf meer invloed op de te reali seren marges te verkrijgen. Daarnaast dient ook stelling genomen te worden tegen het vooroordeel van de Neder landse consument, dat alleen vers ge zond is. Voordelen van de produkten (gemak, voorradigheid) moeten daarbij sterk naar voren worden gebracht. Ook op andere variabelen die medebepalend zijn voor consumentenvoorkeuren moet voortdurend ingespeeld worden. De Nederlandse conserven-industrie is in het algemeen kleinschalig van opzet. Om met name aan de Franse industrie, onze grootste concurrent met groot schalige bedrijven, weerstand te kun nen bieden zullen een aantal voorwaar den vervuld moeten worden. Enkele hiervan zijn: Schaalvergroting en/of samenwerking van de verwerkende industrie: bij voorbeeld door het creëren van gro tere verwerkingseenheden kunnen schaalvoordelen worden behaald die in kostprijs en in kwaliteit ten nutte kunnen worden gemaakt. Exportbevordering en andere ge meenschappelijke exportactiviteiten; het is van groot belang dat er met be hulp van gemeenschappelijke fond sen in het buitenland afzetbevorde rende campagnes worden gevoerd. Verdere produktinnovatie; voortdu rend zullen nieuwe produkten in aller lei variaties ontwikkeld moeten worden. Betere beheersing van overproduktie en voorraadfinanciering. Stroomlijning van onderzoekactivitei ten en coördinatie van onderzoek op de diverse deelgebieden. Ten opzichte van de Franse verwerken de industrie functioneert de bedrijfstak in Nederland nog te zeer versnipperd. De toekomstige concurrentiekracht en, in het verlengde daarvan, de levensvat baarheid van de Nederlandse groente en fruitverwerkende industrie is daarom sterk afhankelijk van de mate waarin voornoemde punten de komende tijd gerealiseerd zullen kunnen worden. Een van meer gemeenschapszin getuigende opstelling van de bedrijven ten aanzien van sectorale belangenbehartiging lijkt daarbij geen kwaad te kunnen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 10