Hogere omzet verbeterd rendement ERBO-enquête 1986 Onlangs heeft de jaarlijkse presentatie van de Enquête Regionale Bedrijfsontwikkeling (ERBO) plaatsgevonden, in deze enquête van de gezamenlijke Kamers van Koophandel wordt nagegaan, hoe het Nederlandse bedrijfsleven het in het afgelopen jaar heeft gedaan en hoe er door de ondernemers over de toekomst wordt gedacht. Uit deze enquête blijkt dat 1986 voor het Nederlandse bedrijfsleven geen slecht jaar is geweest. Er was sprake van groeiende omzetten, verbeterde rendementen en meer werkgelegenheid. In dit artikel zal nader worden ingegaan op de resultaten van de ERBO-enquête. Reële omzet gestegen 8 WÊÊÊ et bedrijfsleven kan worden onderverdeeld in de agrari sche sector, de industrie, de bouwnijverheid, de groot handel, de detailhandel en de dienstverlening. Elk van deze sectoren kende in 1986 zijn eigen specifieke ontwikkelin gen. Over het geheel genomen was sprake van een positieve tendens. Met uitzondering van de industrie wisten alle sectoren een omzetstijging te realiseren. Vooral de detailhandel en de dienstverlening springen er, met een omzetstijging van ruim 3%, in positieve zin uit. De industrie daarentegen had te Tabel 1. Ontwikkelingen per sector kampen met een flinke omzetdaling van ruim 6%. Met name de prijsontwikke ling in de aardolie- en de chemische in dustrie (ten gevolge van lagere olieprij zen en gedaalde dollar) heeft aan deze ontwikkeling ten grondslag gelegen. Het bedrijfsleven in zijn totaliteit liet ten opzichte van 1985 een nominale omzet waardedaling zien van 1,2%. Gecorri geerd voor de gemiddelde prijsdaling van 3,3% nam de reële omzet in 1986 met 2,1% toe. De export uitgedrukt in nominale bedragen liet een achteruit gang zien van ruim 7%. Daar het prijspeil van de uitvoer echter met ruim 8% daalde, was er toch nog sprake van een reële exporttoename. Daarbij lieten de agrarische sector, de industrie en de dienstverlening een stijging zien, terwijl de groothandel en de bouwnijverheid te kampen hadden met een daling van het uitvoervolume. De (nominale) investeringen lieten in al Ie sectoren, met uitzondering van de de tailhandel, een flinke teruggang zien. Ook hier heeft de prijscomponent grote invloed gehad. Bovendien gingen bedrij ven steeds meer over tot leasing van in vesteringsgoederen, wat niet in de in- vesteringscijfers tot uitdrukking komt. De werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven is volgens de enquête met mutatie in 1986 in nominale nominale investeringen werkgelegen omzet export heid agrarische sector 1,7 2,9 - 10 2,7 industrie - 6,4 - 9,5 - 3 2,0 bouwnijverheid 1,4 - 19,2 - 17 4,5 groothandel 0,6 - 5,4 - 4 4,0 detailhandel 3,4 - 8 1,8 dienstverlening 3,1 0,0 - 6 4,3 bedrijfsleven totaal - 1,2 7,3 - 4 3,1 Bron: ERBO-enquête 1986, Kamers van Koophandel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 8