duidelijk voor ogen komen te staan wel
ke taak hij of zij daarin heeft, terwijl men
anderzijds geestelijk voorbereid raakt op
de gevolgen van een mogelijke overval-
situatie.
Een leidende gedachte achter het pak
ket is dat meer voorzieningen en proce
dures dan nu reeds zijn voorgeschreven,
nog nauwelijks soelaas zullen kunnen
bieden. Veel beter lijkt het goed om te
gaan met de huidige voorschriften en
deze zoveel mogelijk toe te passen op
concrete situaties. Bankmanagement
en medewerkers blijken nog al eens te
weinig op de hoogte met de voorschrif
ten en niet altijd het juiste begrip te heb
ben voor de eigenlijke bedoeling daar
van. Iemand die niet beveiligingsbewust
is, zal in een voorkomende situatie niet
echt adequaat kunnen reageren. De er
varing wijst uit dat personeelsleden, die
op enigerlei wijze betrokken zijn geraakt
bij een overval, het nut en de noodzaak
van voorschriften en maatregelen veel
beter inzien. Wezenlijk is het daarom te
bevorderen dat de beveiligingsvoor
schriften en -maatregelen in brede kring
onder management en medewerkers
gaan 'leven', opdat deze, ook zonder dat
zij zelf daadwerkelijk een verschrikkelij
ke overvalsituatie van geweld en bedrei
ging behoeven te doorleven, een beveili-
gingsbewuste houding aannemen. Te
gelijkertijd moeten daarbij toereikende
hulpmiddelen geboden worden om een
goede, op plaats en omstandigheden
toegesneden invulling van het beveili
gingsbeleid mogelijk te maken.
Een beveiligingsplan dat met het info-
pakket op een 'doorleefde' wijze gestal
te heeft gekregen, mag rekenen op een
nauwgezette naleving. De verwachting
is dat de toegenomen beveiligingsbe
wustheid tot resultaat zal hebben dat
een aantal overvallen gewoon niet meer
zal kunnen lukken en dat - indien dit
wel het geval mocht zijn - de buit altijd
relatief klein is, wat een verminderde
belangstelling tot gevolg heeft.
Maar bovenal wordt het persoonlijk risi
co van getroffenen zo gering mogelijk
gehouden. Men heeft zich geestelijk be
ter gewapend om in het onverhoopte
geval het geweld en de bedreiging op zo
gepast mogelijke wijze het hoofd te
kunnen bieden.
Leer en praktijk
Met de stringenter wordende maatrege
len die voortvloeien uit de quotumrege
ling en de mestwetgeving heeft 1987
beroering gebracht in agrarisch Neder
land. Uit de sector zijn verontruste ge
luiden opgeklonken over mogelijke ver
starring als gevolg van de heersende on
zekerheid met betrekking tot de mogelij
ke overdrachten van bedrijven. Als een
eerste reactie op de maatregelen is de
handel in grond eind 1986 vrijwel stilge
vallen. Nadere uitleg, onder meer van de
kant van het ministerie van Landbouw,
leert inmiddels dat er van de nieuwe re
gels niet zo'n verstarrende werking be
hoeft uit te gaan als werd aangenomen.
Zo blijkt het 'terugdraai-effect' van de 6
septemberregeling met betrekking tot
het aankopen van grond met quotum
niet in het nadeel van de quotum-
verwerver te worden uitgelegd, mits
duidelijk is dat deze te goeder trouw
heeft gehandeld. De komende tijd zal
blijken in hoeverre de praktijk minder
hard is dan de leer. In ieder geval bekij
ken de boeren de lege plaatsen in hun
stallen met lede ogen. 'En dan gaat het
kriebelen,' zoals een van hen het on
langs uitdrukte. Onderbezettingsverlie-
zen met een dreigend structureel karak
ter doen op den duur het meest renda
bele bedrijf de das om. Veel boeren zal
het heel wat waard zijn om hun bedrijf
uit de gevarenzone te houden, niet in de
laatste plaats met het oog op een ver
antwoorde opvolging in de (nabije) toe
komst. Grond met quotum zal niet min
der gewild zijn dan bijvoorbeeld in het
voorgaande jaar. Wel mag een meer
evenwichtige prijs verwacht worden.
Het afgelopen jaar heeft geleerd, dat
een hectische prijsontwikkeling alleen
de verkoper winst oplevert. Bovendien
laat de nieuwe norm van 125 kg fosfaat
per ha bijvoorbeeld nog ruimte op be
drijven in het noorden en westen van
ons land, waar men geen zware veebe
zetting kent. Daarbij leidt de nog stij
gende melkproduktie per koe tot een
lichtere veebezetting. Andere bedrijven
krijgen bij het effectueren van de 6%
quotumkorting per april a.s. ruimte op
het voor de mestgeving per 31 decem
ber vorig jaar vastgestelde referentie
aantal dieren per bedrijf. De problema
tiek overziend, en de Nederlandse boer
kennende, is er reden te veronderstellen
dat de structuur in de veehouderij niet
zo bevroren is, als op het eerste gezicht
zou lijken. Het ijs kan scheuren gaan
vertonen.
De Nederlandse Tuinbouwvakbeurs, die van 3 tot en met 7 februari in Bleiswijk
werd gehouden, trok dit jaar 60 000 bezoekers, waaronder vele buitenlanders.
De onderstaande foto toont twee prominente bezoekers in de Rabobankstand,
Dr. W. F. Duisenberg, die kort tevoren de vakbeurs opende en Ir. Braks, die de eerste
Tuinbouwondernemersprijs uitreikte. Zie ook pagina 23.