Kredietregeling MKB gaat tegen
het licht
Beter (geestelijk) gewapend
Vervolg van pagina 3
j de wig die er bestaat tussen het bruto
en het netto loon te verkleinen ('De
werknemer kost teveel en verdient te
weinig'). Deze geluiden zijn niet beperkt
tot Nederland. Waarom wordt belas
tingverlaging zo noodzakelijk gevonden?
In de jaren zeventig lag de nadruk voor
namelijk of soms zelfs uitsluitend op de
vraagstimulerende effecten van be
lastingverlaging. Men was bevreesd dat
vraaguitval de economische groei zou
afremmen of afbreken. Ondanks of zelfs
dank zij zulk een politiek die vooral aan
greep bij de vraagkant van de economie,
kwamen we terecht in een recessie.
De argumenten voor een belastingverla
ging sluiten heden ten dage dan ook
meer aan op de aanbodkant van de eco
nomie. Daarbij gaat het met name om
j het scheppen van zo gunstig mogelijke
voorwaarden voor het produktieproces.
Van belastingverlaging mag ten eerste
j een positief effect worden verwacht op
de arbeidsmarkt. Belastingverlaging be
vordert immers de koopkracht van de
werknemers, matigt daardoor de loon
eisen en oefent daarmee een positieve
invloed uit op de arbeidsvraag. Voorts
zal verlaging van met name de margina
le belastingtarieven de inspanningsbe
reidheid en produktiviteit van de wer
kenden ten goede komen. Bovendien zal
bij een substantiële belastingverlaging
sommige arbeid, die nu nog 'informeel'
wordt uitgeoefend, weer in het officiële
circuit terecht kunnen komen.
Een ander belangrijk argument is, dat
Nederland als klein land niet uit de pas
kan lopen bij een internationale trend. In
de Verenigde Staten is belastingverla
ging al doorgevoerd en wordt belasting
vereenvoudiging voorbereid, terwijl ook
de autoriteiten in West-Duitsland,
Frankrijk en Groot-Brittannië plannen
hebben om een belastingverlaging,
veelal gekoppeld aan vereenvoudiging,
door te voeren. In dit kader is van be
lang dat ons land, vergeleken met ver
gelijkbare Westerse industrielanden, al
buitengewoon hoge marginale tarieven
kent. De voorstellen van de commissie-
Oort om de loon- en inkomstenbelasting
te vereenvoudigen zijn in grote lijnen
door het kabinet overgenomen. De
secretaris-generaal van het Ministerie
van Economische Zaken heeft een
'tweetrapsraket' bepleit: eerst vereen
voudigen en daarna verlagen. In een
vereenvoudigd belastingstelsel is zo'n
verlaging ook doorzichtiger dan in het
huidige complexe stelsel.
Er is echter een prangende randvoor
waarde. De overheidsfinanciën moeten
eerst gesaneerd zijn. Aangezien het fi
nancieringstekort van de overheid nog
steeds te hoog is, bestaat er in de nabije
toekomst nog niet veel ruimte voor be
lastingverlaging. Dat betekent niet dat
dit onderwerp daarmee van de politieke
agenda is. Belastingverlaging blijft ge
boden om onze economische structuur
te versterken, internationaal niet uit de
pas te lopen en de vereenvoudigings-
voorstellen van de commissie-Oort te
begeleiden. Volgens de meest recente
gegevens ontstaat er aan het eind van
deze kabinetsperiode ruimte voor zo'n
beleid.
Duidelijke en geoliede financieringsmo
gelijkheden onder garantie van de over
heid voor ondernemers uit het midden-
en kleinbedrijf met goed doortimmerde
plannen, maar onvoldoende financiële
armslag, staan hoog op het verlanglijst
je van de Rabobank. Het bestaan ervan
is belangrijk voor de noodzakelijke ver
nieuwing en de concurrentiekracht van
dit wezenlijke onderdeel van de Neder
landse economie.
Helaas, en dat constateerden we al eer
der in deze kolommen, is er sinds het in
werking treden van de herziene Krediet
regeling MKB op 1 juli 1985 op dit ge
bied nog wel het een en ander te wen
sen. Onze ervaringen als belangrijkste
financier van het midden- en kleinbedrijf
bevestigden en bevestigen dit, vooral de
overmaat aan procedurele voorschriften
werkt onnodig belemmerend, vertra
gend en kostenverhogend voor de on
dernemer, zowel als voor zijn bank.
De Rabobank staat in haar kritiek niet
alleen. Van andere betrokkenen bij het
midden en kleinbedrijf klinken soortgelij
ke signalen door. Het mag kenmerkend
heten voor de goede overlegcultuur tus
sen overheid en bedrijfstak dat deze kri
tische geluiden niet aan dovemansoren
gericht zijn. Zij hebben er mee aan bij
kunnen dragen, dat men op het Ministe
rie van Economische Zaken tot de slot
som is gekomen dat er aanleiding
bestaat om nog eens goed naar de Kre
dietregeling te kijken. Dat staatssecreta
ris Evenhuis daarbij zeer grondig te werk
wil gaan, valt met name zeer toe te jui
chen, omdat niemand gediend is met
een oppervlakkige benadering van deze
belangrijke problematiek. Het vaststel
len van de werkelijke behoefte aan
Staatsgaranties bij ondernemers in het
midden- en kleinbedrijf, gekoppeld aan
het verkrijgen van een goed inzicht in de
effectiviteit van de huidige Regeling,
vormt ons inziens een uitstekende basis
om gefundeerd op de kritische geluiden
in te spelen. In ieder geval lijken de ko
mende onderzoekingen de belofte in
zich te dragen van een Regeling die ons
als Rabobank nog beter in staat stelt
een grote stroom ondernemers met
goede ondernemersplannen, maar on
voldoende financiële armslag, te be
dienen.
Het is overbodig op deze plaats uitge
breid in te gaan op de afschuw die ons
vervult vanwege de toenemende crimi
naliteit waarmee het Nederlandse bank
wezen wordt geconfronteerd. Bank en
overval zijn begrippen die spijtig genoeg
al eeuwenlang met elkaar in verband te
brengen zijn. Maar het geweld en de
daarmee gepaard gaande bedreiging
van personeel en cliënten bereiken de
laatste tijd een wel zeer droef diepte
punt. Het is onacceptabel deze trend op
te vatten als een uitvloeisel van het ban
kieren.
Als antwoord op de vraag hoe de ernst
van dit kwaad te keren, heeft de Rabo
bank op grond van de opgedane ervarin
gen met het toenemende aantal over
vallen een beveiligings-info-pakket ont
wikkeld, dat tevens door collega
bankinstellingen wordt gebruikt. Het is
een pakket dat door middel van een vi
deoband met bijbehorende syllabi be
oogt management en medewerkers
meer te doordringen van, en tevens be
ter te laten anticiperen op de mogelijk
heid van een overval op het eigen kan
toor. Op basis van de verstrekte infor
matie, de voorschriften en onderlinge
discussie komt men tot een op de eigen
situatie toegespitste invulling van het
beveiligingsplan. Zodoende zal een ieder