daar kunnen wij met onze voorsprong en kracht meer bereiken dan anderen! Met name op de agrarische coöperatie komt het nu aan. Zij zijn van ouds voor de boeren het instrument, verlengstuk van hun eigen bedrijf, om het boeren- produkt te verwerken en te vermarkten. De twee functies zijn niet te scheiden, maar Klarenbeek aarzelt nauwelijks om in die twee-eenheid de afzetfuncties als de primaire aan te duiden. Het inkomen voor de boer zal meer in de markt moe ten worden verdiend! En dat brengt mee, dat de coöperaties thans nadruk kelijker dan in het verleden een markt gericht beleid moeten voeren. De boe ren moeten als leden van de coöperatie hun aandacht dan ook niet begrenzen tot hun eigen transacties met de coöpe ratie (leveren en betalen), maar moeten zich veel meer gaan interesseren voor de wijze waarop de coöperatie zich als verlengstuk van de boerenondernemer gedraagt in haar beleid naar de afzet markten. Met name ook het beleid op langere termijn moge niet vergeten wor den, evenmin als de mate waarin nieu we ingangen op buitenlandse markten door samenwerking met anderen wor den aangeboord. Wij onderschrijven de door Klarenbeek gewezen richting, waarop de Neder landse land- en tuinbouw zich in deze 'overgangstijd' moet oriënteren. Het is daarbij duidelijk, dat met name de land bouwcoöperaties meer dan ooit voor hun leden-boeren een uitgesproken ei gen taak hebben. Een verdere coördina tie van coöperatieve inspanningen is noodzaak, opdat alle mogelijkheden worden uitgebuit. Zowel van nieuwe markten als van nieuwe technologieën. Wij als Rabobanken staan in dit opzicht klaar onze eigen diensten, know how en mogelijkheden, met name ook op het vlak van internationale financiële zaken, 'coördinerend' in te brengen. Ook ons gaat het er om dat de kracht en de voor sprong van de Nederlandse boeren en tuinders behouden blijft en zich ook in zware tijden weet waar te maken. Bruto-netto-wig De laatste tijd zijn er steeds meer plei dooien te horen voor een verlaging van de loon- en inkomstenbelasting, om zo Het onderwerp dat ik in deze kolom behandel, is in lijnrechte tegenstelling met mijn ervaringen van het afgelopen weekend. Prachtig winterweer met veel zon en weinig wind leidde tot het beoefenen van de vaderlandse sport bij uitstek: het schaatsen. En wat is een vrediger gezicht dan grote groepen mensen over de ijspisten op meren en grachten te zien zwieren? Toch confronteer ik u met het onderwerp beveiliging. Vrijwel iedereen wordt er via de media veelvuldig mee geconfronteerd, dat het in Nederland steeds onveiliger wordt. Soms ontstaat dit uit politieke achtergronden, zoals bij de branden bij de Makro-vestigingen en benzinestations. Vaak heeft het puur misdadige achtergronden, zoals het geval is bij het toenemend aantal gewa pende bankovervallen. Ook in de politiek heeft het onderwerp grote aandacht en ondanks de bezuinigings woede is er toch een algemeen politiek klimaat ontstaan, dat het mogelijk maakt om met meer kracht maatregelen te nemen ter voorkoming en bestrijding van de criminaliteit. Ik heb mij de laatste maanden ook nogal in dit probleem verdiept, omdat beveiliging voor een bankorganisatie uiteraard ook van zeer groot belang is. Dit niet alleen ter voorkoming van schade, maar ook, en zeker niet in de laatste plaats, voor de be scherming van onze cliënten en medewerkers. Bedroevend is het te moeten vaststellen, dat het aantal overvallen nog steeds een stijgende lijn vertoont en dat de gehanteerde overvalmethodes steeds aggresiever worden. Bovendien betoont men geen enkel respect voor de medemens, die het slachtoffer wordt. Daarnaast neemt ook de criminaliteit zonder dit element van gewelddadigheid toe, zoals de fraude met cheques en vinden er regelmatig pogingen plaats tot computer inbraken. Hoewel iedereen deze tendens onderkent, is het opvallend, dat de Nederlandse sa menleving er nog steeds niet op is ingesteld systematisch zodanig te handelen, dat de gevaren zo veel mogelijk kunnen worden teruggedrongen. Bij vele bedrijven bespeur ik een zekere nonchalance: 'het gebeurt immers altijd bij de buurman en niet bij mij'. Zeker een bankorganisatie kan zich een dergelijke houding niet permitte ren. Een goed systeem van beveiligingsprocedures is vereist ter voorkoming van overvallen, fraudes, computerinbraak e.d. Door gespecialiseerde medewerkers worden goede procedures opgezet om de posi tie van de bank zo goed mogelijk te beschermen. Het ontwerpen en invoeren van de procedures is een nauwgezet samenspel van beve/lingsdeskundigen, interne controle-functionarissen en automatiseringsexperts. Hierdoor ontstaat een goed geïntegreerd pakket van maatregelen. Resultaat wordt alleen bereikt, indien syste matisch via controle-procedures wordt vastgesteld, dat alle voorschriften worden nageleefd. Ook ogenschijnlijk ondergeschikte kleine handelingen zijn hierbij essen tieel. Bovendien geldt, dat de kwaliteit van het totale pakket wordt bepaald door de kwaliteit van het zwakste onderdeel. Met andere woorden: de zwakste schakel in een ketting bepaalt de kwaliteit van de gehete ketting. Helaas moet ik vaststellen dat niet alle medewerkers voldoende de hand houden aan de voorschriften van beveiliging en interne controles. Kennelijk is het merendeel van ons er niet op ingesteld waakzaam te blijven en per manent rekening te houden met de voorschriften. Ik kan mij dit overigens best voor stellen. De meesten van ons zijn nu eenmaal bereid om uit te gaan van de goede eigenschappen van de mens, terwijl men in dit geval steeds moet uitgaan van kwa de trouw. Toch is het een absolute vereiste om dit onaangename deel van het werk dat bij een bankorganisatie behoort tot in de finesses uit te voeren. Wij zijn dit op de eerste plaats verplicht tegenover onze cliënten. Voorkomen moet worden, dat zij in materiële of in persoonlijke zin het slachtoffer worden van tekortkomingen van onze organisatie. Bovendien zijn wij dit verplicht jegens onze collega's. Ook al wor den alle procedures perfect uitgevoerd, dan nog hebben wij geen zekerheid dat er geen overvallen of fraudes meer zullen plaatsvinden. De bankmedewerkers behoe ven zich dan echter niet meer af te vragen of zij zelf in hun taakuitoefeningen te kort zijn geschoten. Boons Vervolg op pagina 6

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1987 | | pagina 3