A fslanking
o verheidsapparaat
landbouw
De centrale overheid wil het overheidsappa
raat afslanken. Verschillende maatregelen
worden daarbij gehanteerd. Men spreekt
van privatiseren wanneer de betrokkenen
niet langer ambtenaar blijven. Verzelfstandi
gen van een overheidsdienst gaat minder
ver. De overheid blijft bestuurlijk betrokken
bij een verzelfstandigde dienst. De ambte
naren gaan over naar de particuliere status
maar behouden wel hun pensioenrechten bij
het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds.
Naast privatiseren en verzelfstandigen van
diensten gaat de overheid de effectiviteit
vergroten door meer decentralisatie, ver
mindering van het aantal adviescommis
sies, meer automatisering en een beter ma
nagement. Een reeks maatregelen die in
1990 tot een vermindering van het aantal
ambtenaren met circa 12 procent moet
leiden.
Het Ministerie van Landbouw en Visserij
moet een bijdrage leveren van 1300
plaatsen.
Ai 100 jaar
Klassieke theorie
De overheid heeft besloten een aantal vertrouwde ta
ken op het gebied van de landbouw te gaan privatise
ren. Het betreft delen van de Landbouwvoorlichting
(700 plaatsen), het Staatsbosbeheer 1000 plaatsen),
het classificeren bij de keuring van vlees (100 plaat
sen) en het Voedselvoorzienings in- en verkoopbu
reau. Verder wordt overwogen het Landbouwkundig
Onderzoek om te zetten in een zelfstandige stichting.
Daarnaast zullen ruim 600 plaatsen bij de Centrale be
leidsdirecties van het Ministerie van Landbouw in Den
Haag verdwijnen.
Na deze afslankingen zal het landbouwministerie nog
altijd ruim 10 000 medewerkers tellen. Ten opzichte
van het aantal boeren en tuinders lijkt dit veel, maar
het Ministerie van Landbouw heeft een veelheid van
taken. Niet alleen de land en tuinbouwproduktie, ook
de agrarische verwerking en natuurbeheer en het
landbouwonderwijs vallen onder de zorg van Land
bouw. Totaal biedt de agrarische sector, inclusief
handel en verwerking, aan circa 450 000 mensen
werk.
De rol van de overheid op het gebied van de landbouw
onderscheidt zich van die in andere bedrijfstakken. Al
ruim honderd jaar is de overheid actief betrokken bij
de ontwikkeling van de landbouw. Het begon met de
oprichting van proefstations en het organiseren van
cursussen voor boeren. Later is dit uitgegroeid tot een
uitgebreid systeem van onderzoekinstellingen en
agrarische scholen. De overheid ging de kwaliteit van
de produkten controleren, nadat minder fraaie praktij
ken met de boterhandel op Londen waren geconsta
teerd. Woeste gronden werden ontgonnen tot land
bouwgronden of met bos beplant. Op deze terreinen
van overheidszorg ontstonden diensten en overheids
instellingen. De overheid werkt nauw samen met het
bedrijfsleven om die bijzondere overheidszorg inhoud
te geven. Deze samenwerking verhoogt de weerstand
tegen bureaucratisering, want daarmee kunnen pro
blemen in de praktijk niet opgelost worden.
In vrijwel alle ontwikkelde landen is de betrokkenheid
van de overheid bij de landbouwproduktie groot. De
overheidszorg voor de landbouw is de afgelopen
eeuw sterk uitgedijd. Dat geldt overigens voor de ge
hele overheid. De overheid bezint zich nu op haar ei
genlijke taken.
Een van de eersten die zich fundamenteel met de
grenzen van de overheidszorg bezighield was de
Schotse econoom Adam Smith. In het klassiek ge